Fons Leroy, topman bij VDAB, is een man met vele talenten en een missie: zoveel mogelijk Vlamingen aan het werk krijgen en hen overtuigen om jobs anders te bekijken. De arbeidsmarkt blijft evolueren. Leroy schreef er niet alleen het inspirerende boek 'Werk Aan Werk' over: in de zomer van 2015 werd ook een serie striphelden gelanceerd: Work Action Heroes. ieLon duikt in Leroy's verhaal over strips en oude denkkaders.
De striphelden uit de serie vertegenwoordigen de toekomstige arbeidsmarkt. Uit het gesprek blijkt dat de stripfiguren niet zomaar werden gekozen. Ze zijn verwant aan belangrijke ervaringen uit Leroy's jeugd. Meer nog: de comic heroes geven perfect zijn huidige drijfveren weer.
"Leren en durven zijn beslissend geweest in wat ik tot nu toe in mijn leven heb gedaan. En dat probeer ik door te trekken in de manier waarop ik VDAB leid. En in de vormgeving van de arbeidsmarkt van morgen," zegt hij.
Laat ons even kijken naar de heisa rond Donald Trump in de VS. Verrast het je hoeveel mensen nog in de ban zijn van zo'n oude leiderschapsstijl?
(glimlacht) “Ach, wat is oud en wat is nieuw? Mijn leiderschapsstijl is helemaal anders dan die van mijn voorganger Ivan Bostyn. Maar ik zal niet beweren dat de mijne beter is. Je moet dat zien in het tijdsgewricht en in de context. Het is niet omdat 20.000 mensen Donald Trump hartstochtelijk toejuichen als hij zegt dat hij een kilometers lange muur aan de Mexicaans grens wil bouwen, dat honderdduizenden andere Amerikanen het daar ook mee eens zijn. Je moet altijd het bredere plaatje bekijken. Vandaar dat ik de begrippen 'nieuw' en 'oud' leiderschap toch wat wil nuanceren. Zo ben ik lang niet zeker dat mijn stijl in een ander tijdperk even goed zou werken.
Trouwens: je hebt zachte en harde leiderschapsstijlen, maar die termen zijn voor mij te eng. Ik denk dat je gewoon heel consistent moet zijn. Misschien sta ik bekend als een zachte leider, hoewel ik soms ook hard optreed. Zeker bij een project waar veel mensen betrokken zijn en de duidelijke regels niet worden nageleefd. In eigen huis hebben we het C-MOL-model ontwikkeld, toegespitst op de verschillende rollen die een leidinggevende moet kunnen beheersen. Op die manier kun je veranderingstrajecten binnen de organisatie beter de baas.
Ik vervul in principe vooral de rol van leider en ondernemer, en minder die van manager en coach. Als jij je rol als leider erkent en je laat omringen door de juiste mensen, heb je de sleutel tot efficiënt leiderschap gevonden."
Waarom schreef je het stripboek 'Work Action Heroes'?
"Ik wilde echt niet het zoveelste saaie managementboek schrijven. Aangezien het over de nieuwe arbeidsmarkt gaat, moesten co-creatie en innovatie niet alleen tot uiting komen in de stripfiguren en -verhalen. Ook in de vormgeving komen ze naar boven. En natuurlijk zijn ook de samenwerkingen met andere pioniers rond innovatie op de arbeidsmarkt belangrijk. Zo hebben Abkader Chrifi en Sihame El Kaouakibi hun bijdrage geleverd aan het boek. Misschien vinden veel mensen het verrassend dat ik de toekomstige arbeidsmarkt in stripfiguren liet verwerken. Maar ik ben overtuigd dat de boodschap over activering en innovatie een pak beter zal blijven hangen.
Bovendien passen die helden perfect in het huidige tijdperk. In deze tijden komen vaker nieuwe films uit die over superhelden gaan. Ze appelleren de oerverhalen die we allemaal al kennen: de strijd tussen goed en kwaad. Maar wat echt opvalt? Die grote helden zijn zonder hun speciale heldenpakje ook doodgewone mensen. En dat is precies de boodschap die we met het boek willen brengen: hoe kwetsbaar of normaal iemand ook is, hij of zij kan nog steeds een heldenrol vervullen.
We trekken die visie ook door bij VDAB. Zo organiseren we events waarbij medewerkers hun talent kunnen laten zien. Talent dat in hun dagelijkse bezigheden niet naar boven drijft. Op die manier leerden we dat sommige collega's ook fantastische tekenaars en presentatoren zijn."
Komt die vooruitstrevende denkwijze ook op andere manieren naar boven?
We proberen zoveel mogelijk onze teams zelfsturend te maken. En we hebben een eigen opleidingsacademie. Ook heeft de VDAB veel inspanningen gedaan op het vlak van klant- en procesgericht werken.
Daar kreeg je wel wat erkenning voor: VDAB strikte de titel van de Vlaamse overheidsadministratie van het jaar en het Europese Five Star kwaliteitslabel?
“Ik kom daar bewust allemaal niet te veel mee naar buiten. Ik ben nu eenmaal niet het uithangbord van de VDAB-organisatie alleen, maar van de volledige arbeidsmarkt. In die zin gaat mijn rol verder dan alleen de VDAB vertegenwoordigen. Bovendien mogen we niet op onze lauweren rusten: onze klanten evolueren."
Kun je wat meer vertellen over hoe je jeugdervaring als inspiratie diende voor 'Work Action Heroes'?
“Toen ik op het einde van de jaren zeventig van vorige eeuw afstudeerde, was het niet gemakkelijk om een job te vinden. En daarom besloot ik om op avontuur te trekken en tabak te gaan plukken in Canada. Ik reisde naar Toronto en daar had ik de kans om Stan Lee van Marvel Comics te ontmoeten. De man is ondertussen 93 jaar maar zijn verdienste - het bedenken van superhelden als Spiderman, Daredevil, de Hulk en Iron Man Marvel - zorgde ervoor dat hij uitgegroeide tot een groot multimediaconcern. Zelf heb ik met Stan Lee gebabbeld. Dat was in 1978, maar ik heb altijd al geweten dat ik daar later iets mee zou doen. En kijk, 37 jaar nadien zijn daar de 'Work Action Heroes'. Toen ik het concept bedacht, heb ik trouwens opnieuw contact opgenomen met Stan Lee.
De helden van Stan Lee inspireren me trouwens op veel verschillende manieren. Zo is Doctor Strange een meester in magische kunsten die hij gebruikt om tegen andere bovennatuurlijke vijanden te vechten en bij wie andere helden regelmatig te rade gaan. Hij is eigenlijk een soort fixer, zoals de befaamde Haldis uit de reeks 'De Biker Boys' van Bart De Pauw. Maar dan opgepoetst én veel krachtiger.
Ook superhelden kunnen het dus uiteindelijk niet alleen. Dat is een cruciale les die ik eruit heb getrokken. Ik vind dat inspirerend, zeker in een wereld waarin het VUCA-principe (volatiliteit, onzekerheid, complexiteit, ambiguïteit) zo aanwezig is. En in een tijdvak waarin er nood is aan figuren die mensen weerbaar kunnen maken voor die wereld. Een belangrijke pijler daarvan is de sterke verzelfstandiging van jobs.
Je geeft aan dat je avontuur en leren belangrijk acht. Waarom vind je dat en hoe haal je daar vandaag je voordeel uit?
"De reden heeft ongetwijfeld veel te maken met mijn vader. Hij was mijnwerker, maar heeft verder gestudeerd om leraar in techniek te worden. Tegelijk was hij ook paracommando. Dat avontuurlijke en de drang naar bijleren zit ook in mij. Daarnaast is de manier waarop een onderwijzer leerlingen kan verrijken met kennis me altijd bijgebleven. Toen ik na het middelbaar een studierichting moest kiezen, ben ik voor de richting gegaan waarmee je vele richtingen uitkon: rechten. Een uitgestippeld carrièreplan had ik allerminst.
Maar wat mij nog het meeste inspireert, zijn al mijn gesprekken met werkzoekenden en ondernemers. Hun verhalen vormen ook de basis voor mijn blogs over het verhaal van VDAB én de richting waar ons kompas naar wijst. Ik merk overigens - tot mijn grote tevredenheid - dat in heel de organisatie stilaan begint door te sijpelen hoe krachtig verhalen zijn. Op de laatste nieuwjaarsbijeenkomst startten drie van de vijf provinciale afdelingen hun beleidsverklaring met een verhaal vanuit de groepen waarmee ze samenwerken. Ik vind het trouwens fascinerend om te leven in een wereld die zo snel verandert. Dat biedt ons enorm veel leerkansen."
Geloof je dat iedereen die kansen benut?
"Nog te veel instanties, organisaties en individuen blijven in mijn ogen vanuit oude vertrouwde denkkaders denken. Ze zijn bang voor verandering. Anderzijds durf ik sinds de geboorte van mijn vijfde kleinkind ook wel eens wakker liggen van dergelijke zaken. Ik vraag me dan of we voldoende kracht hebben om de juiste context te creëren: de context die van de wereld een betere plek maakt voor onze kleinkinderen.
Net om de angst voor verandering tegen te gaan en om iedereen bewust te maken dat we elk talent nodig hebben, heerst de nood aan leiders met een visie. Leiders die hun team kunnen inspireren en die zich niet opsluiten in een ivoren toren, maar die echt op de werkvloer zijn. Wie die visie wil uitstralen, vindt in verhalen een fantastisch instrument terug.”