Jarenlang maakte hij het mooie weer bij groeibedrijf Showpad, maar vandaag staat Louis Jonckheere op de vooravond van een totaal nieuw avontuur. De kersverse CEO van het Gentse Wintercircus ziet zijn nieuwe baan nochtans niet als een stap terug. “Eigenlijk is het veel complexer om CEO te zijn van dit Wintercircus. Hier moet ik rekening houden met veel meer stakeholders.”

Ruim tien jaar geleden trok Jonckheere met zijn gezin naar Silicon Valley, vanwaar hij het Vlaamse technologiebedrijf Showpad nadrukkelijk op de internationale kaart wilde zetten. Showpad draait intussen een omzet van zowat honderd miljoen euro. Enkele jaren geleden keerde hij terug naar België en anderhalf jaar geleden besloot hij zijn operationele rol bij dat bedrijf volledig op te geven. Anno 2024 zetelt hij er enkel nog in de raad van bestuur, maar het iets rustiger aan gaan doen, dat zit er voorlopig nog niet echt in.

Volgend weekeind mag Jonckheere hartje Gent het lintje doorknippen bij de officiële opening van het prestigieuze Wintercircus, dat op termijn wil uitgroeien tot dé technologietempel van ons land. “Ik was het reizen echt zat,” blikt hij terug. “Bij Showpad heb ik bij wijze van spreken twaalf jaar in een vliegtuig geleefd, doorgaans dan nog in verschillende tijdzones. Dat was een leuke tijd, maar ik zag het eigenlijk niet meer zitten om een nieuw technologiebedrijf op te starten en opnieuw in dat ritme te hervallen. Ik ben dan echt op zoek gegaan naar een lokale uitdaging, en die heb ik hier absoluut gevonden. Nu woon ik met mijn gezin even buiten Gent, en mijn levenskwaliteit is er spectaculair op vooruitgegaan.”

Torenhoge ambities

Wie het Wintercircus binnenstapt, kan enkel maar onder de indruk zijn. Een gigantisch binnenplein onder een prachtige koepel, drie stokoude benzinepompen, en enkele oude paardenstallen: ook na tien jaar intense renovatie doet het Gentse Wintercirus maar weinig moeite om zijn roemrijke verleden te verbergen. Tegelijk onderging het iconische gebouw - dat ook nog dienst deed als garage en autodepot – de voorbije jaren een indrukwekkende metamorfose. Rond het centrale binnenplein verrijzen nu zowat 300 werkplekken voor start-ups, een handvol vergaderzalen, een auditorium en een fijne brasserie. Ondergronds was er plaats voor een concertzaal, op het dakterras geniet je binnenkort van een prachtig uitzicht over de stad. De ambities zijn ook torenhoog, en daarvoor sloegen onder meer het Gentse stadsbestuur, ondernemersnetwerk Voka, de Gentse universiteit en een consortium van ervaren ondernemers de handen in elkaar. Dat laatste kreeg van stad Gent de erfpacht van het gebouw voor negentig jaar in handen, de dagelijkse leiding komt nu in handen van Jonckheere.

“Zelfs vele Gentenaars beseffen het niet, maar we beschikken hier over 15.000 vierkante meter ruimte op een locatie die al 25 jaar stond te verkommeren. Op een boogscheut van de Vooruit en van de nieuwe stadsbibliotheek, maar al die tijd verborgen voor het grote publiek. Ooit trokken mensen naar een Wintercircus om dingen te zien die ze nooit elders hadden gezien. Eigenlijk is dit vandaag ook opnieuw onze missie: hier zullen enkele tientallen technologie-start-ups onderdak vinden, maar tegelijk willen we ook het brede publiek kennis laten maken met de allernieuwste technologie. Er beweegt anno 2024 gigantisch veel op vlak van bijvoorbeeld artificiële intelligentie, robotica of augmented reality, en via onze publiekswerking willen we die technologie een stuk dichter bij de mensen brengen. Dat kan dan gaan van toneelstukken die geschreven zijn met behulp van AI over allerlei voordrachten tot kunst met robots. Dit wordt dus ook een open huis voor het grote publiek, waar je net zo goed een koffie kan komen drinken als naar een voordracht komen luisteren. Dit wordt veel meer dan de zoveelste start-up-campus of hippe technologiehub.”

Zelfvertrouwen

Gent mag dan een leuke stad zijn, zal Jonckheere zelf de uitdagingen van een commercieel groeibedrijf en de internationale context op termijn ook niet missen? “Ik zit natuurlijk nog altijd in de raad van bestuur bij Showpad en enkele andere bedrijven. Ik blijf dus sowieso nog altijd veel voeling houden met die internationale technologiescène. Maar het leven in verschillende tijdzones, nee, daar heb ik het echt wel mee gehad. Daarnaast mag je de moeilijkheidsgraad van mijn job hier ook niet onderschatten. Het Wintercircus heeft een heel brede werking en ik zal dus rekening moeten houden met veel meer stakeholders. Gaande van de start-ups en de aandeelhouders over de overheid tot het brede publiek. Dat vraagt veel meer stakeholdermanagemernt dan bij een start-up, waar je je team opbouwt en vervolgens daarmee een product probeert te vermarkten. In mijn nieuwe functie zal ik me veel flexibeler moeten opstellen, maar dat ligt me wel.”

“Ik heb de voorbije jaren geleerd dat ik mezelf ook kan overstijgen als ik meerdere petjes moet opzetten. Bovendien zijn dit eigenlijk veel verschillende bedrijven in één: er is de start-up-incubator, maar daarnaast ook een café, een evenemententak, een sportclub,… Evident wordt het zeker niet, en ik zou deze job niet aankunnen zonder de operationele ervaring die ik in al die jaren bij Showpad opdeed. Op enkele maanden tijd heb ik hier een ploeg met 14 medewerkers uitgebouwd, heb ik me op de marketing moeten starten, en hebben we de zaak operationeel op poten moeten zetten. Ik weet hoe je dat aanpakt, dankzij mijn Showpad-tijd. Daar heb ik een stevige portie zelfvertrouwen aan overgehouden.”

Ecosysteem

Toch draait het in het Wintercircus, zoveel mag duidelijk zijn, in eerste instantie rond die start-ups. Uit enkele honderden kandidaturen werden de voorbije maanden een dertigtal zeer beloftevolle Vlaamse start-ups weerhouden die voor een periode van hooguit twee jaar een stekje toegewezen krijgen in het nieuwe Wintercircus. “We zijn bijzonder selectief,” klinkt het. “We willen met deze campus mee aan de wieg staan van een nieuwe generatie zeer ambitieuze technologiebedrijven, die in theorie het potentieel moeten hebben om uit te groeien tot wereldtoppers in hun discipline. We bieden hen hier een bijzondere infrastructuur om te werken, om elkaar te ontmoeten en om zo hopelijk ook tot interessante kruisbestuivingen te komen. Ze krijgen hier toegang tot expertise en kapitaal. Tegelijk biedt het ondernemersconsortium achter het Wintercircus hen ook een netwerk van veertig ondernemers die hun sporen zelf al ruimschoots verdiend hebben en het wereldje kennen als hun broekzak.”

Jonckheere leerde in Silicon Valley de enorme meerwaarde van een sterk netwerk pas echt naar waarde leerde te schatten. “Eigenlijk willen we hier iets heel Amerikaans introduceren: pay it forward. Mensen die het gemaakt hebben als ondernemer geven daarbij - op heel proactieve wijze en onbezoldigd - iets terug aan het netwerk waar ze deel van uit maken. Van goede raad over praktische tips tot interessante contacten. Vanuit het idee dat iedereen binnen zo’n netwerk daar op termijn ooit ook zelf de vruchten van zal plukken. Zo werkt het ecosysteem in Silicon Valley, en daar heb ik ook geleerd hoe waardevol die aanpak is. De snelheid waarmee ik soms geholpen werd of afspraken kon maken met absolute toppers uit het bedrijfsleven daar was ronduit onvoorstelbaar. Dat helpt je als bedrijf natuurlijk ook veel sneller vooruit.”

Het is een aanpak die in Vlaanderen nog relatief onbekend is, beseft Jonckheere. “Uiteraard bestaan er ook hier veel ondernemersclubs, maar in het Wintercircus vinden onze start-ups echt een heel specifiek netwerk: dat van technologiebedrijven en technologie-investeerders. Daarmee hopen we voor hen het verschil te kunnen maken.”