In de internetsector zijn we gewoon om bepaalde termen te gebruiken. Voor mensen buiten de sector of voor 'nieuwkomers' is het niet altijd even duidelijk wat die termen precies betekenen. Daarom creëren we met Bloovi een lijst met jargon en afkortingen.
Deze lijst is een 'work in progress'. Er komen alsmaar nieuwe termen voor nieuwe platformen, nieuwe technologieën, strategieën, systemen, ... We engageren ons om dit overzicht te blijven updaten. Jij kan ons hierbij helpen!
Zaken die we gemist hebben kan je mailen naar redactie@bloovi.be? .
Internet jargon, termen en afkortingen
301 = (301 Redirect) Status waaruit blijkt dat iets permanent doorverwijst naar ergens anders. (Denk aan bedrijven die van naam veranderen en de oude domeinnaam laten uitkomen op nieuwe e.d.)
404 = (404 Page / 404 Not Found) - Pagina (status) die melding geeft van een niet-gevonden pagina na het aanklikken van een link of intikken van een URL. Dikwijls gaan bedrijven hier creatief te werk om te verhinderen dat bezoekers door een 404 helemaal weggaan van de site.
Above The Fold = Het deel van een website dat te zien is zonder te scrollen
A/B Testen = Twee of meer versies van een digitaal gegeven uitproberen en meten welke van de twee versie de beste resultaten opbrengt. Dit kan een webpagina zijn, een mailing zijn, ...
Ad = Advertentie
AdSense = Google AdSense: Google programma waarmee je gerichte advertenties op je website kan plaatsen en zo ook geld kan verdienen
AdWords = Google AdWords: systeem waarmee je tegen betaling advertenties kan laten weergeven wanneer gezocht wordt in Google op specifieke zoekwoorden en de vertoningen op de partnersites van Google
AOV = Average Order Value
API = Application Programming Interface
App = Application (Applicatie. Dikwijls in context van mobile)
B2B = Business to Business
B2C = Business to Consumer
Behaviour targetting = Methode waarin bezoekersgedrag van een website wordt vastgelegd, met als voornaamste doel een poging doen tot het bepalen van de bezoeker zijn interesses om een betere afstemming te kunnen creëren in websitecontent.
Bounce Rate = Het aantal of percentage die een digitaal gegeven niet hebben ontvangen of gezien. Bv. In Google Analytics is dit het percentage bezoekers die een websit verlaat na 1 pagina te hebben gezien. Bij E-mail : percentage adressen waar afleveren onmogelijk was)
Branding = Uitwerken, verstevigen en laten groeien van de merknaam en het imago van een bedrijf. Dit meestal door een combinatie van marketing-acties en grafische communicatie.
CCD = Conversion Centered Design
Client = Computer(-programma) dat informatie van een server vraagt, ontvangt en op en scherm weergeeft
Cloud = niet lokaal op je computer, maar op afstand op een server. De connectie gebeurt via internet
CMS = Content Management Systeem
Content = Letterlijk: inhoud. Term om alle soorten inhoud aan te duiden, zoals video, geschreven webteksten en artikels, white papers, ...
Conversie = het resultaat van een gedane actie op je site. Dit kan zijn : contact opnemen, een boeking doen, iets kopen, inschrijven op een nieuwsbrief, je Facebook pagina liken. ...
CPA = Cost Per Action of Cost Per Acquisition
CPC = Cost Per Click
CPL = Cost Per Lead (tegenwoordig ook per Like)
CPM = Cost Per Mille (per duizend weergaven (M = romeins cijfer voor 1.000)
CRM = Customer Relationship Management
CSS = "Cascading Style Sheets" - Mogelijkheid om de vormgeving bij websites los te koppelen van de inhoud zelf.
CTR = Click Through Rate
Deep Linking = het leggen van een link naar een specifieke pagina op een website ipv naar de homepage
Domeinnaam = Naam van een host-computer in het Internet, die als alternatieve aanduiding voor het IP-adres gebruikt kan worden.
DTV = (#dtv) Durf Te Vragen (veel gebruikt op Twitter)
Device = Toestel. Wordt dikwijls gebruikt in combinatie met andere termen, zoals mobile device.
Encryptie = Omzetten van leesbare tekst in geheime code om privacy te beschermen.
FAQ = Frequently Asked Questions
FMCC = Fast Moving Consumer Content
FB = Facebook
FF = (#FF) Follow Friday: gebruikt op Twitter op vrijdagen om aan te duiden welke accounts je zou moeten volgen
FTP = File Transfer Protocol
G+ = Google+
Hard Bounce = (bij mailing campagnes) Wanneer het bericht door de geadresseerde niet ontvangen wordt omdat het een ongeldig adres is. (zie ook Soft Bounce)
Hashtag = Symbool '#' dat wordt gebruikt op Twitter om conversaties over hetzelfde onderwerp te groeperen. De lettercombinatie die zonder spatie na de hashtag volgt, wordt clickable. Na het aanklikken, krijg je een lijst met tweets met dezelfde hashtag te zien.
HTML = Hypertext Markup Language
http = HyperText Transfer Protocol
Hypertext = Systeem waarbij documenten of onderdelen daarvan onderling gekoppeld zijn.
IA = Internet Architecture
Inbound = Het uitlokken van communicatie vanuit de klant zelf, zonder die te zelf aan te spreken via ads of andere 'storende' elementen. Denk bijvoorbeeld aan het creëren van sterke content.
iOS = Apple Operating System
IRC = Internet Relay Chat
Keyword = Zoekwoord, trefwoord. Bv. woorden die men intikt om iets te vinden in Google
KPI = Key Performance Indicators
LI = Linkedin
m-content = Mobile Content
MVP = Minimum Viable Product
NIC = Network Information Center
OS = Operating System
OM = Online Marketing (Online Marketeer)
Opt-in = De mogelijkheid om "in te stappen" in een mailing lijst, invite wachtlijst, ... Wordt veel gebruikt bij nieuwsbrieven. De ontvanger geeft dus toestemming.
Opt-out = Hierbij wordt er, zoals bij opt-in, bijvoorbeeld gemaild naar een grote groep die vooraf geen toestemming heeft gegeven. De ontvanger krijgt wel de mogelijkheid bij de eerste ontvangst uit te schrijven. Deze taktiek wordt bij de ontvangers meestal niet geapprecieerd.
Outbound = In tegenstelling tot "Inbound" vertrekt alles hier vanuit het bedrijf. Outbound is dus de meer klassieke vorm van interactie met (of misschien pushen bij?) de klant of de doelgroep.
Performance marketing = marketing acties waarvan de ROI (deels) gemeten wordt a.d.h.v. het resultaat
PM = Project Manager
PPC = Pay Per Click
PPL = Pay Per Lead
PPS = Pay Per Sale
QR = Wordt meestal gebruikt in combinatie met "Code" (QR-Code). Betekent "Quick Response Code", wat op zijn beurt wil zeggen dat je een vierkante code met zwart en wit kan inscannen (bijvoorbeeld met smartphone), waarna je automatisch wordt doorgelinkt naar een pagina, game, app, foto, ...
Retargetting = Online advertenties die via andere online kanalen gericht worden naar bezoekers of users op basis van hun eerdere acties en bezoeken op een andere site of zoekmachine.
ROA = Return on Attention (Return on Advertising)
ROE = Return on Experience
ROI = Return on Investment
ROPO = Research Online Purchase Online
RT = Retweet
SAAS = Software As A Service
SEA = Search Engine Advertising
SEM = Search Engine Marketing
SEO = Search Engine Optimisation
SERP = Search Engine Results Page - De pagina met resultaten na het intikken van een keyword op een zoekmachine.
Social Media = Interactieve, sociale netwerken waar mensen in verbinding staan met elkaar en met bedrijven. Wordt gebruikt om te communiceren en om interessante vondsten te delen.
Soft Bounce = Wanneer bij het versturen van een bericht het adres van de ontvanger wel herkend wordt en dus de server bereikt, maar niet tot in de inbox raakt. Dit kan gebeuren wanneer de mailbox volzit, wanneer het bericht te groot is, ... (zie ook Hard Bounce)
Tweet = Een Twitterbericht
Twunch = Een lunch waar de communicatie erover op Twitter centraal staat. Het is ook een kans om elkaar offline te ontmoeten
UCD = User Centered Design
VOD = Video On Demand
WOM = Word of Mouth
Ken jij nog afkorting die je hier niet terugvindt? Laat het ons weten : redactie@bloovi.be.
Deel deze lijst met je netwerk en help met het bouwen van een zo compleet mogelijk overzicht van termen en jargon uit de internetsector...