Foto: greatfirewallofbelgium.be
Nadim Kobeissi waarschuwde er al voor op de Phare Conference, maar nu luidt ook ICT-recht specialist Patrick Van Eecke aan de alarmbel in De Standaard: 'de Belgische overheid heeft meer dan 80 websites geblokkeerd op basis van een onduidelijke juridische basis.'
Zwarte Lijst
Volgens hoogleraar ICT-recht Van Eecke is de ‘zwarte lijst’ sinds 2009 gestaag aan het groeien. Van Eecke vindt deze praktijk censuur & pleit voor de oprichting van een speciale commissie die toezicht zal houden op het blokkeren van websites.
Meer dan 80 websites zijn geblokkeerd
Ondertussen staan op de ‘zwarte lijst’ meer dan tachtig websites. Als je een van de adressen zou willen bezoeken, dan kom je terecht op een ‘StopPage’ van de overheid. Deze sites zijn vaak goksites zonder vergunning, of sites die illegale goederen aanbieden zoals anabolen.
‘Gevaarlijke situatie’
Vandaag neemt het parket zelf een beslissing, zonder dit voor te leggen aan de grondrechter. Dit is een gevaarlijke situatie want op deze manier worden dergelijke belangrijke beslissingen onttrokken aan gerechtelijke controle', aldus Van Eecke. Volgens het Wetboek van Strafvordering kan de overheid enkele een website laten blokkeren indien de gegevens die op een site staan, deel uitmaken van een misdrijf, een inbreuk zijn op openbare orde & goede zeden of dat de website een gevaar is voor informaticasystemen.
Onduidelijke Juridische basis
Volgens Patrick van Eecke bestaat er veel onduidelijkheid over deze lijst. 'Hoe een domeinnaam erop terechtkomt, de geheimdoenerij daarrond, dat zou wel in de toekomst naar censuur kunnen leiden', vindt Van Eecke. 'Die wazigheid stoort mij. Ik vind niet dat de lijst publiek moet worden gemaakt. Maar ze moet wel beschikbaar zijn voor controle door een instantie om te kijken welke domeinen erop staan en hoe ze erop terecht zijn gekomen'.
Storm in een glas water?
Bij het federaal parket maakt men zich sterk dat er geen reden is om deze praktijken als censuur te zien. ‘Als wij opdracht geven om een site te blokkeren, is dat altijd in het kader van een gerechtelijk onderzoek’, verzekert Wenke Roggen van het federaal parket aan De Standaard.
