Als filmmaker ontmoet ik regelmatig mensen met vragen over High Definition en beeldschermkwaliteit. Hoewel dit doorgaans iets drogere materie is blijft het wel een interessant gegeven, zeker nu Ultra High Definition, ook wel 4K genoemd, langzaamaan commercieel begint door te sijpelen.

Hollywood goes digital

De filmindustrie is afgelopen decennium ingrijpend veranderd door de digitale revolutie. Schoten vroeger nog quasi alle filmmakers hun beelden op 35mm pellicule, dan is nu de trek richting digitaal sterker dan ooit. Digitaal filmen is goedkoper, sneller, flexibeler en bovendien kan men het beeldmateriaal makkelijker opslaan, kopiëren, bewerken en vervoeren.

Nu is de digitale introductie in de filmwereld niet nieuw. Begin jaren 70 werd er al voorzichtig geëxperimenteerd met digitale computereffecten, halverwege de jaren 80 zagen de eerste montagecomputers het licht en een decennia later werd het optisch inscannen van films en digitaliseren (compressietechnieken) kwalitatief zo goed dat films op DVD konden verdeeld worden.

Filmformaten

In regel schieten filmmakers hun materiaal in het formaat van vertoning. Voor langspeelfilms is dat op 35mm pellicule (analoog) of digitaal in Full HD (2000 beeldlijnen), 4K (4000 beeldlijnen) of hoger. De meeste TV series worden vandaag de dag digitaal ingeblikt in plaats van op duurdere pellicule.

Qua beeldschermverhoudingen is er een dubbele standaard, één voor de cinema (21:9 / cinemascoop) en één voor thuis in de woonkamer (16:9). In de cinema zit het publiek veel verder van het beeldscherm en is een breder beeld opportuun voor een wall-to-wall projectie.

Gevolg is dat wanneer je een 21:9 bioscoopfilm afspeelt op een 16:9 beeldscherm je nog steeds met zwarte balken boven en onderaan je scherm zit. Sommige filmstudio’s knippen de beelden bij zodat het thuisscherm toch opgevuld raakt waardoor er links en rechts een beetje filmbeeld wegvalt. TV-series hebben doorgaans geen last van dit probleem omdat ze van meet af gefilmd worden in 16:9 (het ideale formaat voor hun vertoning).

Beeldkwaliteit

De dimensies van een Full HD TV zijn 1920 horizontale op 1080 verticale pixels. Dit resulteert in ca 2 mio pixels, dat pixel-aantal is constant, onafhankelijk van hoeveel inch je toestel is (beelddiagonaal). Anders uitgedrukt; de resolutie (pixels per inch) van een kleine TV is hoger dan die van een grote TV. Maar door het feit dat je doorgaans verderaf gaat zitten van een grote TV valt het kwaliteitsverlies minder hard op. Algemeen wordt aangenomen dat Full HD volstaat voor TV’s die niet groter zijn dan 65 inch. Ga je daarover begint het pixel-tekort zichtbaar te worden. Daarom is er nood aan een hoger aantal.

Hoeveel pixels zitten er eigenlijk in een 35mm filmbeeld? Dat is een lastige vergelijking omdat pellicule een analoog medium is. We kunnen wel grosso modo een balans maken omdat filmstudio’s hun 35mm films optisch inscannen en digitaal converteren om niet-lineaire montage mogelijk te maken op computers.

Uit de resultaten blijkt dat het aantal bekomen digitale pixels na scanning varieert tussen de 3 tot 12 mio, afhankelijk van de opnamecondities (lenskwaliteit, belichting enz).  Je zou dan kunnen concluderen dat 35mm kwalitatief superieur is aan Full HD (ca 2 mio pixels) en dat is absoluut correct. Maar uit projectietesten in de cinemazaal blijkt dat filmkijkers moeite hebben het verschil te kunnen zien tussen 35mm en Full HD. Het gevolg is dat veel filmstudio’s hun 35mm films digitaal inscannen op 2K (2048x1080) en bijgevolg een deel van de (minder zichtbare) kwaliteit opofferen.

Ultra High Definition (4K)

Erg hip op dit moment zijn de nieuwe generatie beeldschermen die 4K (4.000) beeldlijnen gelijktijdig kunnen vertonen. Men noemt dit Ultra High Definition, oftewel 4096 x 2048 pixels. Vergeleken met High Def (1920x1080 pixels) bevat Ultra HD viermaal zoveel pixels waardoor het bekomen beeld scherper en gedetailleerder wordt dan ooit tevoren. Daarenboven kunnen hierdoor de televisiesets nog groter worden (> 65 inch) want er zijn meer pixels om het beeld op te vullen.

4K op de consumentenmarkt

We kunnen ervan uitgaan dat 4K hoogstwaarschijnlijk de nieuwe standaard zal worden. Maar zo ver zijn we nog lang niet. Er zijn een paar fundamentele hindernissen. Enerzijds zijn 4K televisiesets ontzettend duur, waardoor ze voorlopig enkel voor de “happy few” zijn voorbestemd. Anderzijds is het aanbod aan 4K beeldmateriaal nog erg schaars. Dat is ook logisch. De extra bandbreedte nodig om 4K te accommoderen via kabel, satelliet of streaming betekent grote infrastructuurkosten voor de aanbieders.

Op het vlak van afspeelmogelijkheden is het goed te weten dat Blue-Ray discs geschikt zijn om 4K weer te geven maar dat men extra lagen erop dient aan te brengen om genoeg capaciteit te creëren om bv. een langspeelfilm te kunnen bevatten. Concreet zal je huidige Blue Ray- speler vervangen moeten worden door een geavanceerder model. Er bestaan trouwens wel al Blue Ray spelers die geschikt zijn voor 4K televisies maar al hetgeen deze doen is een Full HD Blue Ray film upscalen (converteren) naar 4K. De kwaliteit is dan ietsje beter dan Full HD maar ook niet meer dan dat.

De toekomst van 4K is dus op dit moment nog een beetje troebel. Uiteraard is het cool om de best mogelijke beeldkwaliteit te hebben in je huiskamer. Zelfs goed bewaarde 35mm films van 50 jaar geleden zien er beter uit in 4K. Maar betaalbaarheid en aanbod van geschikt beeldmateriaal zijn op dit moment nog grote hindernissen.

De overgang van DVD naar Blue Ray (Full HD) was visueel heel aangenaam voor filmliefhebbers. Onze flatscreens komen immers volledig tot hun recht in HD. Deze nieuwe transitie naar Ultra HD levert wederom een beeldverbetering op maar visueel zal het effect nogal beperkt blijven op kleine TV-toestellen. Zij die gezegend zijn met de grotere flatscreen (65 inch en meer) waar pixel-count echt belangrijk is gaan de kwaliteitswinst wel waarderen. Is er nog een muurtje vrij in de woonkamer en heeft iemand de Euromillions al ingevuld?