In The New York Times lazen we een interessant artikel over de manier waarop de rest van de wereld zich probeert te verdedigen tegen de Amerikaanse techgiganten Alphabet (het moederbedrijf van Google), Amazon, Apple, Facebook en Microsoft, ook wel The Frightful Five, genoemd. Slagen regeringen er wereldwijd nog in om hen stokken in de wielen te steken? Of zetten ze gewoon hun permanente expansie voort, tot ze zelfs hun eigen wetten kunnen uitvaardigen?
Culturele verdedigingswal is omgevallen
In landen als Frankrijk hebben politici tal van wetten gestemd die het Franse culturele erfgoed moeten beschermen. Dat gaat van quota voor de filmindustrie tot het aantal Franse liedjes dat radiostations moeten draaien. Maar die hele verdedigingswal is intussen als een kaartenhuisje in elkaar gestuikt, want zowat alles wat Franse burgers kopen, lezen, bekijken of beluisteren, is op één of andere manier afkomstig van de Amerikaanse techgiganten.
Vandaar dat Europese regeringen steeds meer proberen om het bereik van de vijf grote technologiebedrijven te beperken, voornamelijk via onderzoek naar mogelijke overtredingen van de antitrustwetgeving, of via nieuwe reguleringen rond de bescherming van de privacy. Ook de Europese Commissie onderzoekt nu of er geen regels kunnen worden uitgevaardigd die bedrijven zoals Netflix verplichten om te betalen voor de content die ze in EU-landen brengen.
Voorsmaakje
Wellicht is dat nog maar een voorsmaakje voor wat ons de komende jaren te wachten staat met een toenemende spanningen tussen diverse regeringen en de grote technologiebedrijven, en niet alleen in Europa, maar ook in de groeilanden.
Nog niet zo lang geleden was zowat iedereen het erover eens dat de enorme kracht van de combinatie van digitalisering en globalisering een nieuwe wereldorde aan het scheppen was. Het internet leek immers immuun te zijn voor welke overheidscontrole ook. Maar, gezien de op handen zijnde strijd tussen enerzijds de regeringen en anderzijds de technologiebedrijven, is die nieuwe wereldorde geen evidentie meer.
Amerikaanse hegemonie?
Volgens Dongsheng Zang, directeur van de Asian Law Center aan de universiteit van Washington, mogen we ons aan een harde strijd verwachten die zal leiden tot een fragmentatie van de technologiebedrijven. Op zich is het verzet van de regeringen tegen multinationals helemaal niets nieuws. Ze hebben altijd geprobeerd om hen nationale reguleringen op te leggen, onder meer rond belastingen en veiligheid.
De strijd tegen The firhgtful Five zou echter een stuk meer op het scherp van de snee kunnen worden uitgevochten dan gewoonlijk. Door hun onherroepelijke dominantie zorgen de technologiebedrijven voor een grote vrees voor Amerikaanse hegemonie. Naarmate ze groter worden, laten ze immers minder ruimte voor de lokale concurrenten.
Wordt de wil van Facebook, Amazon en Google wet?
Sommigen gaan zelfs zo ver te beweren dat "de Verenigde Staten dankzij de dominantie van de techgiganten in staat zijn andere landen te bespioneren en op die manier hun machtspositie te verzwakken".
Dat lijkt wat vergezocht, maar als de macht van de technologiebedrijven inderdaad zo groot wordt, dat ze de wereldeconomie helemaal gaan bepalen, zou niets hen op een gegeven moment kunnen tegenhouden om hun eigen wetten uit te vaardigen. In de praktijk is dat trouwens al het geval. Amazon, dat zowel eigen goederen als die van andere handelaars verkoopt, is echter aan het bewijzen dat dit systeem aan het kantelen is. Het legt in de landen waarin het opereert universele regels op aan de handelaars met wie het werkt.
Met andere woorden: die handelaars volgen eerst de regels van Amazon en het is steeds vaker mogelijk dat die niet in overeenstemming zijn met die van de eigen natiestaat. Want voor Amazon is een uitstekende service aan de klanten nu eenmaal vaak belangrijker dan pakweg de rechten van de arbeiders. Op dezelfde manier kunnen de regels van de app stores van Google en Apple uitgroeien tot “wetten” voor ontwikkelaars in de hele wereld.
Is de evolutie nog te stoppen?
De verwachting van The New York Times is dan ook dat de natiestaten de strijdbijl niet zomaar zullen begraven en niet zomaar zullen toelaten dat de technologiereuzen de wetten gaan bepalen. In India blokte de regering het plan van Apple af om tweedehandssmartphones te verkopen in het land en zette ze ook de hakken in het zand toen Facebook voorzichtig liet blijken dat het overal gratis internet wilde installeren.
Volgens de Indiase regering zou dat plan een Trojaans paard zijn geweest om de hele digitale infrastructuur van het land over te nemen. In China sloot Apple zijn iBooks en iTunes Movies stores, wellicht onder druk van de regering. Dat het bedrijf kort daarna 1 miljard dollar investeerde in Didi Chuxing, de Chinese versie van Uber, wordt gezien als een manier om toch weer op een goed blaadje te komen bij de overheid. Dat bewijst dat de strijd nog niet gestreden is en dat de technologiebedrijven toch nog behoorlijk de mouwen gaan moeten opstropen om overal hun eigen regels op te leggen.