Ja, de tattoo's zijn écht
Voor wie niet in technologische kringen verkeert, zegt de naam ‘Red Hat’ waarschijnlijk weinig. Toch is het een van de meest toonaangevende technologiebedrijven ter wereld én kom je er misschien zelfs dagelijks onrechtstreeks mee in contact. “Noem een bank, een ziekenhuis, een telecomoperator,… de kans is groot dat je er wel ergens Red Hat-technologie aantreft.” Maar wat pas echt indrukwekkend is aan het bedrijf, is de verrassende cultuur die er hangt. Ik praatte met Bob Dubois en Stef Schampaert over hun atypische bedrijfscultuur én hoe ze die tijdens hun explosieve groei weten te bewaren.
Standaard voor innovatie
Laat ons eerst beginnen bij het begin. Red Hat ziet het licht in 1993 in Amerika. Waar het eerst beschimpt zal worden om de sterke connectie met Linux, is het vandaag dé troef van het bedrijf. Red Hat is gekend om de open source software, gratis software waar iedereen aan kan sleutelen, om te buigen naar hapklare software voor bedrijven. Ondertussen draaien ze een omzet van twee miljard dollar per jaar. Daarmee waren ze het eerste open source-bedrijf ter wereld dat daarin slaagde. Een straffe prestatie, zeker gezien de geschiedenis van open source software.
“Je moet weten open source vroeger niet zo evident was als nu,” vertelt Bob me, Cloud Business Development Manager bij de Belgische afdeling van Red Hat. “Open source, dat was iets voor hobbyisten. Op z’n best een goedkoop alternatief voor dure mainstreamtechnologie. Terwijl het nu de facto standaard is binnen de cloud bijvoorbeeld.”
“Vooral developers zelf zijn een belangrijke motor geweest achter die verandering. Op hogescholen en universiteiten wordt er vaak gewerkt met open source software - want geen geld voor dure licenties. Wanneer ze dan de schoolbanken verlaten, brengen ze open source zo mee binnen een bedrijf. Ze zijn het zo gewend, dus eisen ze dezelfde software,” legt Bob uit. “Voor bedrijven heeft het ook voordelen, want zo moet een developer geen ander programma aanleren én het kost niks. En ook in hun vrije tijd werken developers vaak met dat soort software, want zo hoeven ze er geen geld in te investeren. Dat maakte dat open source van een niche naar de standaard voor innovatie gegaan.”
Open source als bakermat voor bedrijfscultuur
De cultuur die binnen Red Hat heerst, vloeit voort uit dat open source-principe. “Een technologisch begrip reflecteert eigenlijk op onze cultuur. In een open source community werken diverse developers aan één project. Stel dat er ineens een outsider komt aankloppen met een stuk code, dan wordt er met een kritisch oog daar naar gekeken. Heb je goede code, dan ben je meer dan welkom, want je weet blijkbaar van wanten. Maar kom je met shitty code voor de dag, dan zal je dat geweten hebben. Eigenlijk is dat gewoon darwinisme van software.”
“Datzelfde principe leeft ook binnen Red Hat”, vertelt Stef, Sales Manager Belux bij Red Hat. “Als je goede ideeën hebt, zal daar naar geluisterd worden. Het beste idee wint, waar het ook van komt. In realiteit betekent dat we een erg vlakke structuur hebben, waar iedereen zijn zegje kan doen. Een voorbeeld daarvan is onze memo-list. Dat is een soort forum waarop je alles kwijt kan. Elke idee, over eender wat in het bedrijf, is er welkom. Maar je moet best wel sterk in je schoenen staan. Red Hatters zijn erg kritisch, reactie komt er dus zeker.”
Als je goede ideeën hebt, zal er naar je geluisterd worden. Wat je ook doet binnen Red Hat
“En de memo-list wordt ook in alle rangen gebruikt,” voegt Bob er aan toe. “Onze chief people, DeLisa Alexander, vroeg op onze memo-list hoe we onze cultuur konden bewaren. We zijn namelijk op korte tijd heel snel gegroeid. In plaats van te zeggen ‘ik ben de chief, ik ga het wel eens zeggen’, kwamen de ideeën van binnen alle rangen van ons bedrijf.”
“Zo is er ook een anekdote met onze CEO Jim Whitehurst. Hij gaf aan een van de teams een bepaald idee. Toen hij er later op terugkwam, bleek dat het team er helemaal niks mee gedaan had. ‘We vonden het geen goed idee’. Zo zie je maar dat zelfs onze CEO het niet altijd voor het zeggen heeft (lacht).”
Trotse Red Hatter
Niet enkel de vlakke structuur, maar ook de passie die binnen het bedrijf hangt, draagt bij tot de unieke cultuur van Red Hat. Je werkt niet voor Red Hat, je bént Red Hat. Zo spot ik op het jasje van Stef een Red Hat-pin, maar dat blijkt nog maar een kleine vorm van appreciatie voor het bedrijf. “Wist je dat er wereldwijd vier mensen zijn die ons logo, de Shadow Man, als tattoo hebben? Het leeft bij ons om je te identificeren met ons bedrijf. Zo hebben we ook een ‘We are Red Hat week’, waarin we dat ook vieren en ermee naar buiten komen,” vertelt Bob.
Wist je dat er vier mensen ons logo zelfs op hun lijf getatoeëerd hebben?
Mijn eerste gedachte daarbij is dat dat wel allemaal érg Amerikaans klinkt. Dus vraag ik rechtuit of dat ook op de Belgische afdeling zo leeft. “Ja hoor”, verzekert Stef me. “Zelfs binnen onze kleine Belgische delegatie leeft dat. Het is niet iets exclusief voor Amerika. Al organiseren wij dat soort zaken wel eerder op Benelux-niveau.”
Wanneer mensen tattoo’s van logo’s op hun lijf laten vereeuwigen, dan moet je als bedrijf toch de gouden manier gevonden hebben om mensen te passioneren. Wat is het geheim van Red Hat? “Iets waar wij erg in geloven, is zelfsturing. Eigenlijk is dat gewoon mensen vertrouwen geven en niet elke dag over hun schouder zitten meekijken. Je vertrouwt erop dat, als ze doen wat ze graag doen, ze all the way zullen gaan,” vertelt Stef.
Vrijheid betekent ook verantwoordelijkheid
“With freedom comes great responsibility. Je hebt de vrijheid om je werk op je eigen manier in te vullen, naar eigen wensen en noden, maar je wordt wel accountable genomen voor je werk,” vult Bob aan. Al betekent dat bij Red Hat niet enkel je cijfers halen, vertelt Stef. “We kijken nooit alleen naar behaalde resultaten. Natuurlijk is dat ook belangrijk, maar daar staat al een commissiestructuur tegenover. We kijken naar wat ze betekenen voor het bedrijf, hoe ze zich inzetten, hoe ze evolueren als persoon. Als we het hebben over de waardering van mensen, zijn cijfertjes uit den boze.”
Het begint al bij de aanwerving
Om die bedrijfscultuur van zelfsturing te creëren én te kunnen houden, begint het volgens Bob al bij de aanwerving. “Tijdens een sollicitatie kijken we niet enkel of die persoon een meerwaarde is voor Red Hat, maar ook of Red Hat een meerwaarde is voor hem of haar. Onze HR-dienst neemt je echt wel mee in een uitgebreide screening. Heeft iemand de kernwaarden van onze cultuur in zich? Je hoeft niet al je hele leven uitgebreid met open source software gewerkt te hebben, maar je moet wél in onze cultuur passen. Kennis kan je aanleren, maar passie bijvoorbeeld niet. En daar moet je echt rekening mee houden als je zo snel groeit, maar tegelijk je cultuur wil behouden.”
Ook goede krachten vinden blijkt voor Red Hat geen enkel probleem te zijn, vertrouwt Bob me toe. “De CEO van Netflix werd ooit in een interview gevraagd waar ze al die ervaren mensen vandaan halen. ‘Bij jullie’, antwoordde hij. Als je de juiste omstandigheden kan scheppen waarin mensen iets kunnen betekenen, en het gevoel hebben dat ze iets bijdragen, dan trek je vanzelf de juiste mensen aan.”
Als laatste vraag ik aan Stef en Bob hoe bedrijfsleiders nu zelf die passie bij hun mensen kunnen ontketenen. “Het boek (The Open Organization van Jim Whitehurst, nvdr.) lezen!,” roept Stef vol enthousiasme. “Het eerste wat je als baas zou moeten doen, is aan de werknemers gaan vragen ‘hoe moet ik dit nu doen?’, zegt Bob. “Maak een community van je eigen mensen en vraag hén om input. Als je op eigen houtje al dingen gaat implementeren, ben je eigenlijk vanaf de eerste stap al fout bezig.”