Vandaag staan bedrijven onder hoge druk om te veranderen, zo hoor je in de wandelgangen. Ik denk dan altijd, als je druk ervaart en over disruptie klaagt, zit je toch aan de kant waar het brandt. Want degenen die je doen veranderen, zij die de druk zetten, die voelen helemaal geen druk, die voelen zich in hun sas.
Oké, misschien zijn degenen die onder druk staan wat te lang blijven zitten en hebben ze de haaievin niet bijtijds zien aankomen. Dat kan. Of misschien durven ze niet springen, omdat ze nergens veilig kunnen landen. Of misschien hebben ze het nog te druk met de shit van gisteren. Dat is ook mogelijk, want vandaag is alles mogelijk.
De oplossing bestaat erin om zelf bijtijds nieuwe pistes uit te zetten en nieuwe businessmodellen uit te proberen; 30 jaar verder kijken en dat grote beeld vertalen in een plan voor de komende drie maanden dat je dan vanaf morgen uitvoert. Wie mijn vorige blog las, begrijpt wat ik bedoel met die 30/3-strategie. Die strategie laat je ook toe om straks zelf druk te zetten, en de druk van anderen niet te moeten ondergaan.
De oplossing bestaat erin om zelf bijtijds nieuwe pistes uit te zetten en nieuwe businessmodellen uit te proberen.
Er zijn ook managementgoeroes die druk zetten. Zo hoor je wel eens vaker vertellen dat organisaties exponentieel moeten veranderen. De technologie verandert exponentieel, dus moeten organisaties dat ook maar doen. En dus de mensen ook.
Voor ons mensen is het onmogelijk om exponentieel te veranderen. Daarvoor zit er in ons brein van alles in de weg. Extern de druk nog wat opvoeren, dat levert nog wat extra stress op. Het doet mensen ineen krimpen. Mensen kunnen veranderen, als ze de zin ervan voor zichzelf inzien en als dat veilig kan. Menselijk gedrag evolueert niet exponentieel zoals de technologische wolk die ons omringt, maar evolueert discontinu en met sprongen. Voor organisaties geldt net hetzelfde. De meeste organisaties die druk ervaren zijn vooralsnog mensenwerk.
Het idee van de organisatie die exponentieel moet veranderen berust op een mythe.
Ik zeg dat het idee van een organisatie die exponentieel moet veranderen op een mythe berust. Zeggen dat een bedrijf exponentieel moet veranderen is zeggen dat alles in een bedrijf in constante verandering moet. Elke dag opnieuw tabula rasa. Dat is misschien leuk als kleine startup, maar voor een wat groter bedrijf betekent constante verandering chaos. In de omgeving is evolutie een constante. Maar dat betekent niet dat je alles in je bedrijf continu moet veranderen en door elkaar gooien. Als een proces goed werkt is dat prima. Houden zo. Anderzijds denk ik ook dat veel bedrijven verkeerd veranderen.
Een manier om je kansen op overleven te maximaliseren en tegelijkertijd beheersbaar te evolueren is verandering te zien als een proces waarin je leert sprongen maken en waarin je plekken creëert waar je veilig kunt landen. Sprongen maken en veilig landen? Oké, ik verklaar me nader.
Je blijft doen wat je doet op de manier dat je het doet, maar tegelijkertijd en los van het bestaande bedrijf test je een aantal wilde en nieuwe ideeën uit die gedurfd inspelen op de needs en frustraties van de klant. Concreet betekent dit dat je mensen en middelen vrijmaakt en vooruit stuurt om komende businessmodellen te verkennen, die op te zetten, ze uit te testen en na te gaan wat het bedrijf ermee kan aanvangen.
Daarvoor dient slimme automatisering ook: om tijd en middelen vrij te maken waarmee mensen creatief en met passie aan de slag kunnen gaan. Je boodschap aan je piraten, de mensen die je vooruit stuurt, is: kijk hoe de wereld verandert, combineer de dingen die er zijn en die je extra kunt vinden in de technologiewolk, connecteer de dots en bedenk iets totaal nieuw dat straks waardevol kan worden voor de klant.
Ik gebruik het woord piraten bewust om duidelijk te maken dat je verkenners onversaagd tewerk mogen gaan. Ze mogen de regels en de cultuur van het bestaande bedrijf aan hun laars lappen en hun piratennest zelf uitvinden. Je piraten zijn de mensen met ideeën die boven het maaiveld uitsteken, die de needs en de frustraties van de klant herkennen en zeggen ‘Hé, dat kan beter, dat kan aangenamer, dat kan meer fun brengen…’ En als er gemaaid wordt, houden die piraten voet bij stuk. De meeste bedrijven kunnen niet om met piraten. Maar eigenlijk moet je ze alle ruimte geven.
De meeste bedrijven kunnen niet om met piraten. Maar eigenlijk zou je ze alle ruimte moeten geven.
Niet elk piratenschip zal met volle buit terugkeren. Daar gaat het ook niet om. Het gaat er wel om parallel alternatieve businessmodellen te laten ontwikkelen en uit te testen. Zo creëer je een wolk toekomstige alternatieven voor je huidige businessmodel. Door dat te blijven doen, bouw je doorheen de tijd aan plekken waar je als bedrijf telkens opnieuw naartoe kunt springen en ‘veilig’ kunt landen. De win zit in het proberen en het durven uitvoeren. Als één piratenidee het echt maakt kan het uitgroeien tot een nieuw of hét nieuwe bedrijf.
Piratennesten, dat hebben ondernemingen nodig. In mijn aankomende boek ‘The Day After Tomorrow Reisgids voor Managers’ breng ik dat sprongsgewijs evolueren en piratengedrag met lijnen en curves in beeld.