Mannen staan enthousiaster tegenover ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie dan vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek van OpenText naar kunstmatige intelligentie en robotisering onder 1.000 Nederlanders. Het onderzoek laat zien dat bijna 60 procent van de Nederlandse mannen enthousiast wordt van nieuwe toepassingen op basis van kunstmatige intelligentie, terwijl slechts 31 procent van de vrouwen hetzelfde ervaart.
Samenwerken met robots
Ook als het gaat om de opmars van robots op de werkvloer, zijn mannen een stuk positiever. Bijna acht op de tien mannen (78 procent) zou het helemaal geen probleem vinden om naast of met een robot zou werken. Bij vrouwen ligt dat een stuk lager: 45 procent van de vrouwen gaf aan hier geen problemen mee te hebben.
“Robotisering is weer een stukje dichterbij gekomen”, aldus Robert Hoeksema, Sales Director bij OpenText. “In de media en op social media wordt driftig gespeculeerd over de opmars van kunstmatige intelligentie op de werkvloer en in ons privéleven. Mensen gaan blijkbaar serieuzer nadenken over wat dit voor hen persoonlijk betekent en we zien dat mannen en vrouwen steeds verder uit elkaar drijven. Mannen zijn overwegend optimistisch en vrouwen wat terughoudender.”
Grotere drempel
"Over wat er aan dit verschil in attitude ten grondslag ligt, kunnen we alleen speculeren", vervolgt Hoeksema. Wel is het volgens Hoeksema belangrijk dat werkgevers rekening houden met dergelijke verschillen wanneer zij toepassingen op basis van kunstmatige intelligentie introduceren op de werkvloer. "Bij vrouwelijke werknemers zal in veel gevallen waarschijnlijk een grotere drempel te overwinnen zijn dan bij mannelijke werknemers. Deze informatie is van essentieel belang voor managementorganen om implementatieprocessen van kunstmatige intelligentie binnen organisaties zo soepel mogelijk te laten verlopen."