Terwijl de Nederlandse historicus Rutger Bregman eerder dit jaar in Davos de grote filantropen op deze planeet nog aanmaande om in de eerste plaats correct hun belastingen te betalen, is het heel hoopgevend te zien dat er her en der ondernemers opduiken die niet alleen lippendienst bewijzen aan een duurzaam beleid, maar ook concrete inspanningen leveren om van de wereld een betere plek te maken. In dat verband verdient de Amerikaanse onderneemster Stacey Boyd beslist een pluim.
Boyd is een Harvard-gediplomeerde die in 2017 Olivela oprichtte, een online retailer die vanuit Londen luxeproducten verkoopt. Olivela verdeelt ondertussen 400 merken van onder meer kleren, tassen, schoenen en accessoires. Tot zover is er niets bijzonders aan de hand, ware het niet dat het bedrijf ook zijn baseline 'Designer Fashion for Good' helemaal waarmaakt. Twintig procent van elke aankoop op de site gaat immers naar de drie goede doelen van partners die Oivela structureel steunt.
Het gaat om drie organisaties die allemaal bezig zijn met jonge meisjes in ontwikkelingslanden meer kansen te bieden om naar school te gaan. Met andere woorden heeft een commercieel bedrijf als Olivela goed begrepen wat ook Kees Klomp zegt: de toekomst van ondernemingen hangt straks even sterk af van hun ethische bijdrage aan een betere wereld als van arbeid en kapitaal.
De maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven
Olivela maakt heel concreet wat er met die 20% van de omzet precies gebeurt. Op de website heeft het bedrijf een realtime teller staan met het exacte bedrag dat tot dusver (sinds de oprichting van het bedrijf) werd weggeschonken aan goede doelen. Op het ogenblik dat we dit schrijven, werd er afgeklokt op 132.397 dollar.
Omgerekend zijn dat 33.099 schooldagen, want één schooldag kost 4 dollar, een waarde die berekend is door de liefdadigheidsinstelling Care (www.care.org). Dat betekent dus dat wie bij Olivela bijvoorbeeld een jurk van 2.000 euro koopt uit de collectie van Victoria Beckham, meteen ook zorgt voor 100 schooldagen voor meisjes in ontwikkelingslanden.
“Ik geloof heel sterk in de betekeniseconomie”, liet Stacey Boyd zich al in diverse interviews ontvallen. “Ik vind dat alle ondernemingen ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Het doel van Olivela bestaat er daarom niet alleen in het verkopen van kleren, schoenen en tassen, maar ook om meisjes in ontwikkelingslanden de kans te bieden om school te lopen. Dat is de waarde die we voor de maatschappij creëren en die is minstens even belangrijk als onze doelstellingen op vlak van omzetgroei.”
Ondernemers moeten het voortouw nemen
Dat uitgangspunt is trouwens ook gunstig voor de zakelijke kant van de bedrijfsvoering, want Olivela mag zich ook in de traditionele zin van het woord verheugen in een snelle groei. Het is trouwens zeker niet het enige bedrijf dat 'geven' in zijn waardenpropositie heeft staan. Ook retailers als schoenenwinkel Toms Shoes en sokkenverkoper Bombas zijn voor het idee gewonnen, want zij geven sommige van hun producten gratis weg aan de minderbedeelden.
Stacey Boyd, een voormalige lerares en schooldirectrice, is met Olivela overigens niet aan haar proefstuk toe. Eerder al had ze Schoola gelanceerd, een online shop die goed onderhouden tweedehands kinderkleren verkocht aan scholen die vaststelden dat de noden op dat vlak hoog waren. Het is veelzeggend dat Schoola aan één op de vier scholen in de Verenigde Staten levert en 10.000 kledingstukken per dag verhandelt.
Ook de consument wordt bewuster
Het verhaal van Stacey Boyd toont in ieder geval aan dat ondernemers en hun bedrijven ethiek en duurzaamheid ook heel concreet gestalte kunnen geven. We kunnen alleen maar hopen dat haar voorbeeld zoveel mogelijk navolging zal krijgen.
Het zijn vooral de ondernemers die ook op dit vlak het voortouw zullen nemen. Al weten ze dat ze daar zelf ook niet slechter van worden, omdat ook de welvarende consument in welvarende landen steeds beter beseft dat hij of zij misschien ook een bijdrage kan en moet leveren aan een betere wereld.