Een nakende betonstop, de dringende renovatie van ons woningpark, het ontplooien van digitale werven,… Aan uitdagingen had de bouwsector ook voor de komst van COVID-19 al geen gebrek. In maart 2020 kwam diezelfde sector echter helemaal tot stilstand en de impact ervan beperkte zich niet tot het moment van de ‘sluiting’. In een nieuwe podcastaflevering van de 1,5 Meter Sessies meten Véronique Vanderbruggen (Confederatie Bouw) en architect Jozef Hessel, zaakvoerder van A1AR, de economische schade op en blikken ze vooruit naar de toekomst waarin duurzaamheid en digitalisering een steeds grotere rol opeisen.
De eerste golf van de pandemie zorgde er van de ene dag op de andere voor dat bouwbedrijven en architectenbureaus de deuren moest sluiten. “De impact van de eerste lockdown was niet zozeer voelbaar in het feit dat we niet konden werken”, vertelt Véronique Vanderbruggen, directeur communicatie bij Confederatie Bouw. “Het grootste probleem was dat we gedurende acht weken geen voorbereidend werk konden doen en geen offertes konden maken. Bij de heropstart in mei konden getekende contracten verder uitgevoerd worden, maar voelden aannemers de weerslag van het gebrek aan bezoeken, verkopen en offertes.”
Duurzaamheid en digitalisering
Ook bij de architectenbureaus was de impact van de eerste lockdown meteen voelbaar. Jozef Hessel, zaakvoerder en architect bij A1AR, legt uit: “Heftig is een understatement omdat we niet meteen wisten hoe we verder moesten. Wij hebben daarom besloten om een week te sluiten zodat we alle zaken op een rijtje konden zetten. Zo zorgden we ervoor dat enerzijds de rust in het team terugkeerde en anderzijds gaf dit ons tijd om bij iedereen thuis een bureau te installeren. Dat was voor ons een slimme zet.”
De bouwsector zag onder impuls van COVID-19 de gevulde onderboekjes wegsmelten. Als de bouwheer gaat twijfelen over zijn job en zijn lening, dan sijpelt dat meteen door. Confederatie Bouw kwam tijdens de crisis tot de vaststelling dat een derde van de bouwonderneming binnen het half jaar in de problemen zou komen. De keten in de bouw stilleggen is één iets, die heropstarten is echter een proces dat tijd vergt. Vraag je naar de groeiversnellers in dat proces, dan gooit ook de bouwsector duurzaamheid en digitalisering in de mixer.
“Duurzaamheid gaat voor op ego”
Wanneer podcasthost Bart Lombaerts doorvraagt naar de verduurzaming, maakt dat meteen de tongen los ver de interne en de maatschappelijke impact. Voor Jozef Hessel gaat duurzaamheid eerst en vooral over de manier waarop er met het team wordt omgegaan. “Duurzaamheid begint bij je team. Een architect die zijn eigen creatieve ego boven de duurzaamheid van het team plaatst, kan ik maar moeilijk begrijpen. Je kan niet verkondigen dat je op een duurzame manier wilt werken terwijl je geen duurzame relatie hebt met je medewerkers. Daarom geloof ik in PPP. Als we inzetten op onze mensen, dan ontstaan er ook duurzame projecten. De profit is daar een logisch gevolg van.”
Alle neuzen staan in dezelfde richting. De mensen in de bouwsector realiseren zich door COVID-19 dat ze meer inspanningen willen leveren op vlak duurzaamheid
Voor Confedratie Bouw is de bouwsector niets of niets minder dan de sleutel voor de verduurzaming van onze samenleving. “Woning en kantoren zijn verantwoordelijk voor 36% van de Belgische uitstoot”, merkt Véronique Vanderbruggen op.
De sector staat klaar om met innovatie, nieuwe technieken, automatisering en digitalisering, maar om de doelstellingen voor 2030 te halen, is topsnelheid nodig. “De bouwsector heeft de sleutel voor verduurzaming in handen”, zegt Vanderbruggen. “Als we de doelstellingen van 2030 willen halen, betekent dit dat we 15 renovaties per uur in het Belgische woningpark moeten doen. De sector heeft de veerkracht om dit aan te kunnen, maar het is en blijft een gigantische uitdaging. Alle neuzen staan echter in dezelfde richting. De mensen realiseren zich door COVID-19 dat ze meer inspanningen willen leveren op vlak duurzaamheid.”
Digitalisering en duurzaamheid matchen
Als Confederatie Bouw het heeft over vernieuwing, dan belandt het gesprek al snel op digitalisering en dan blijkt die verder te gaan dan het tekenen van plannen of een virtuele werfmeeting. “Sinds een vijftal jaar zijn we al zwaar aan het inzetten op de digitalisering van processen”, vertelt Véronique Vanderbruggen. “Meer digitaal vergaderen en werken met virtuele apps voor bezoeken zijn nog maar het topje van de ijsberg. Het gaat ook over connectief kunnen communiceren vanop de werf aan de hand van onder meer drones.”
“Maar de belangrijkste trend is de popularisering van BIM in onze sector. BIM is een digitaal platform dat dienstdoet als een soort digitale werf. Je geeft alle gegevens in, van prijzen over tijd tot materialen, en probeert op die manier fouten te ontdekken én te voorkomen.”
Digitaal bouwen is één van de schakels die er moet voor zorgen dat de sector het postcorona bouw- en renovatietempo zal aankunnen. Duurzamer bouwen en digitalisering gaan hand in hand. Anticiperen of fouten en problemen wordt zeer tastbaar, net als de opvolging van de levensduur van materialen om in te schatten wanneer renovatie zich aandient. “Het is nu nog een zaak van voortrekkers”, geeft Vanderbruggen toe, “en er blijven knopen te ontwarren rond privacy, data en regelgeving, maar het potentieel is enorm.”
Dioxinekip
De geschetste uitdagingen ogen juridische, maar wat met andere heikele maatschappelijke thema’s. Betekent een doorgedreven digitalisering bijvoorbeeld ook het einde van het zwartwerk? “Op vlak van zwart werk is er nood aan een cultuurwijziging die we momenteel langzaam zien komen”, legt Vanderbruggen uit. “Vergelijk het met een dioxinekip. Als je een kip koopt voor 2 euro dan weet je dat je iets aan het eten bent dat niet op een gezonde manier is gekweekt.”
“Hetzelfde heb je met prijsoffertes. Als je een prijs vraagt voor vakmanschap, kwaliteit en innovatie dan zal je daar een prijs voor krijgen. Maar je moet wel beseffen wanneer een prijs te laag ligt en welke gevolgen dat kan hebben. Dan moet je ook neen kunnen zeggen. Als er zoiets als zwart werk bestaat, dan weet je gewoon dat daar vraag voor is en dan ligt het probleem bij diegene die daar een beroep op doen.”
Beluister hieronder het volledige podcastinterview met Véronique Vanderbruggen en Jozef Hessel: