Participatief ondernemen: het lijkt op het eerste zicht een nogal abstract concept maar niets is minder waar, vindt Geert Janssens. De hoofdeconoom en expert participatief ondernemen bij het ondernemersforum ETION beschrijft in Iedereen Eigenaar hoe elk bedrijf anno 2021 baat kan hebben bij een werkcultuur waarin het gemeenschappelijk belang primeert. “Zie het als een grotere betrokkenheid én inspraak op de werkvloer voor de werknemers waardoor er ook bij hen een soort eigenaarsmentaliteit ontstaat.”
“Welke bedrijfsleiders zouden niet spontaan tekenen voor medewerkers die elke dag vol enthousiasme willen meewerken en meedenken om ook de toekomst van het bedrijf op langere termijn veilig te stellen”, vraagt Geert Janssens zich hardop af in de inleiding van zijn boek.
Het antwoord op die vraag ligt voor de hand, maar je kan de vraag natuurlijk ook omdraaien: hoeveel werknemers dromen niet van een werkomgeving waarin ze meer autonomie en inspraak krijgen, en waarin ze het stuur ook zelf wat meer in handen kunnen nemen? “Beide trends zetten zich al veel langer door, maar ik denk dat de coronapandemie ook op dit vlak voor een stevige versnelling heeft gezorgd”, stelt Janssens. “Heel veel werknemers werken nu al ruim een jaar vanop afstand, zonder rechtstreeks toezicht, en heel vaak worden ze daarbij ook geacht een pak meer verantwoordelijkheid op te nemen.”
Participatief ondernemen
“Wij merken al enkele jaren dat bedrijven hun medewerkers meer aan zich trachten te binden. Met het oog daarop geven ze dan een bonus of laten ze hen delen in de winst, maar participatief ondernemen gaat natuurlijk veel verder. In se komt het er op aan om doorheen het hele bedrijf een soort eigenaarsmentaliteit te creëren, waarbij iedereen zich heel betrokken voelt bij het dagdagelijkse reilen en zeilen.”
“Een participatief model waarmee je als bedrijfsleider op een collectieve beleving en betrokkenheid mikt, is veel duurzamer dan een eenmalig financieel ‘snoepje’ op het einde van het jaar. Je moet je medewerkers echt meenemen in een langdurig traject, waardoor ze zelf ook het gevoel krijgen dat ze kunnen meewerken aan een mooie toekomst voor het bedrijf, en onrechtstreeks ook voor zichzelf”, benadrukt Janssens. “Zo krijgen ze voldoende autonomie om waar nodig iets te veranderen, en je geeft hen als werkgever een hefboom in handen om het resultaat mee te beïnvloeden.”
Een participatief model waarmee je als bedrijfsleider op een collectieve beleving en betrokkenheid mikt, is veel duurzamer dan een eenmalig financieel ‘snoepje’ op het einde van het jaar
“Niet toevallig zijn dit ook de medewerkers die spontaan een steek zullen oprapen die een collega heeft laten vallen, of die signaleren dat er ergens iets blijven liggen is.” Volgens Janssens moeten we dringend durven afstappen van het idee dat je alles in welomschreven taken of in uitgeschreven functiebeschrijvingen kan vastleggen. “Iemand die dan zelf zijn verantwoordelijkheid opneemt, dat is voor mij écht eigenaarschap. En dit gaat dan ook veel verder dan je medewerkers de kans te bieden zelf ook een pakketje aandelen van het bedrijf te verwerven.”
Stevige cultuuromslag
Met het oog hierop zal je als management uiteraard ook zelf moeten durven loslaten, en dus vraagt een participatief model vaak ook een stevige cultuuromslag in het bedrijf. Al pleit de econoom op dat vlak nu ook niet meteen voor de grote revolutie op de werkvloer. Het ownership opnemen kan ook al op heel beperkte schaal, en hoeft er niet meteen toe te leiden dat elke werknemer zich van de ene dag op de andere als een volbloed ondernemer gaat gedragen.
“Dat is een geleidelijk proces, en iedereen kan binnen de eigen functie al een zeker eigenaarschap opnemen. Op wat langere termijn kan dit effectief ook leiden tot een soort medezeggenschap van de werknemers, waarbij zij ook mee nadenken over de langetermijnstrategie van hun bedrijf.”
Impact op bedrijfsresultaten
Participatief ondernemen mag dan al hip en sympathiek klinken, waarom zou je daar als ondernemer nu plots op inzetten als het al decennialang anders én op wieltjes loopt? “Elk bedrijf is anders en start zo’n traject dan doorgaans ook vanuit een andere uitgangspositie en een ander verwachtingspatroon”, verduidelijkt Janssens. “Sommige ondernemers of CEO’s voelen bijvoorbeeld aan dat het gewoon tijd is voor een andere, meer verbindende leiderschapscultuur. In andere bedrijven staan de resultaten dan weer onder druk, en kan participatief ondernemerschap het management toelaten om sneller te schakelen en in te spelen op nieuwe uitdagingen in een zeer snel veranderende omgeving.”
“Los daarvan gaapt er natuurlijk ook een heel brede kloof tussen enerzijds een beursgenoteerd bedrijf – waar werknemers vaak al aanspraak kunnen maken op een vorm van financiële participatie of aandeelhouderschap – en anderzijds een familiebedrijf.”
Maar Geert Janssens kan het niet voldoende benadrukken: in zijn ogen gaat participatief ondernemen sowieso een heel eind verder, en valt het dus allerminst te verengen tot een vorm van mede-aandeelhouderschap. Bedrijven moeten zich vooral afvragen: hoe krijgen we meer eigenaarschap bij onze werknemers? Het gaat in essentie vooral om de cultuur binnen een bedrijf. “Steeds meer bedrijfsleiders lijken die bocht stilaan ook te maken. Ze zien in dat een grotere én duurzame werknemersbetrokkenheid ook een meetbare impact heeft op je resultaten.”
Verandering van binnenuit
De razendsnelle technologische disruptie van de voorbije jaren heeft almaar meer bedrijven ook kwetsbaar gemaakt: de dreiging én de concurrentie lijken plots van overal te komen, niet in het minst vanuit heel onverwachte hoek. Parallel daarmee is ook de druk om duurzamer te gaan werken fel toegenomen. Extern, maar ook intern. Janssens: “In beide gevallen biedt participatief ondernemen flink wat kansen. Waarom zou je een mogelijke bonus niet laten afhangen van de creativiteit van je eigen werknemers om bepaalde processen binnen een welbepaalde termijn te verduurzamen, op basis van heel concrete doelstellingen en cijfers?”
Verandering die van binnenuit komt en gedragen wordt door een brede groep werknemers is sowieso een stuk krachtiger dan wanneer je nog maar eens een blik consultants opentrekt
“Vaak zijn bepaalde teams of werknemers - net op basis van hun diepgaande expertise - het best geplaatst om innovatieve oplossingen op dat vlak aan te dragen. Net zoals je eigen werknemers beter dan wie ook mee kunnen nadenken over nieuwe opportuniteiten, of over strategieën die het bedrijf ook op langere termijn futureproof kunnen houden. Nieuwe trends of technologische innovaties kunnen bedreigend zijn, maar bieden uiteraard ook extra kansen. En verandering die van binnenuit komt en gedragen wordt door een brede groep werknemers is sowieso een stuk krachtiger dan wanneer je nog maar eens een blik consultants opentrekt.”
Iedereen rebel
De medaille van meer participatie en betrokkenheid op de werkvloer heeft uiteraard ook een keerzijde: terwijl sommige werknemers hiervoor echt wel vragende partij zijn, zijn er ongetwijfeld ook wel wat mensen te vinden die daar helemaal niet op zitten te wachten. Zij doen hun job graag en goed, maar daar houdt het voor hen dan ook op.
“In een kleine organisatie kan dit effectief problemen opleveren”, geeft Janssens toe. “Zodra je als bedrijfsleider verwacht dat iedereen voortaan meedenkt of zich zelfs als een soort van mede-eigenaar gaat opstellen, wordt het knap lastig voor die medewerkers die daar helemaal geen zin in hebben.”
Vandaag is iedereen wel een beetje rebel, ook op de werkvloer, en zeker de jongere generatie pikt een strikt hiërarchische aanpak gewoonweg niet meer
“In grotere bedrijven daarentegen zullen er wellicht altijd wel een aantal zuivere 9-5 jobs overblijven. Nu, het kan uiteraard nooit de bedoeling zijn dat mensen hierop afgerekend worden door collega’s: menselijke relaties zullen in elke bedrijfscultuur altijd een bijzonder aandachtspunt blijven. En zo’n participatieve werkcultuur mag natuurlijk al evenmin vanuit besparingsoverwegingen worden ingevoerd. Maar op het einde van de rit wil je als ondernemer anno 2021 liefst wel een onderneming die sneller kan schakelen en waarin iedereen zoveel mogelijk meedenkt. En op langere termijn heeft iedereen daar baat bij, daar ben ik rotsvast van overtuigd.”
Janssens wijst er ook op dat het autoritaire leiderschapsmodel niet echt meer van deze tijd is. “Vandaag is iedereen wel een beetje rebel, ook op de werkvloer, en zeker de jongere generatie pikt een strikt hiërarchische aanpak gewoonweg niet meer. Daar staat dan weer tegenover dat - zeker in de technologiesector - bedrijven het almaar lastiger hebben om goede werkkrachten aan zich te binden of om nieuw talent te lokken. Een participatieve bedrijfscultuur kan daarop deels een antwoord bieden. Mensen zullen eerder kiezen voor bedrijven waar ze volop de kans krijgen hun competenties te ontplooien, en waar ze ook het gevoel krijgen geen anoniem nummer te zijn.”