Het zijn woelige tijden voor iedereen die in onze maatschappij de veiligheid organiseert. Denk maar aan preventieadviseurs, crisismanagers, rampencoördinatoren, burgemeesters, organisatoren van events,… Het coronavirus is nog niet verdreven of een zondvloed verandert straten in kolkende rivieren. Iedereen snakt op die momenten naar zekerheid en duidelijkheid. Maar net dat kan je als ‘organisator van de veiligheid’ in het heetst van de strijd niet bieden. Elke organisatie is vandaag een Olympische prestatie omdat veiligheid meer dan ooit topprioriteit is.
Het land van de rijzende waterlopen
Normaal zouden op dit moment alle ogen gericht zijn op de sportprestaties in Tokio. Na de watersnood in eigen land kijken we met ietwat troebele blik naar de sportieve hoogstandjes in het land van de rijzende zon. Het zal nog lang duren eer alle herstelbare schade is hersteld, nog langer blijft het rauwe rouwen om het onherstelbare leed.
Op zoek naar buitengewone prestaties moeten we echter niet buiten de eigen landsgrenzen speuren. Wat de hulpdiensten in het minder verre oosten hebben gerealiseerd is van een Olympisch niveau. De omstandigheden waren loodzwaar, de camera’s erbovenop, de druk om te presteren verlammend en de strijd met de immense kracht van de opponent moordend.
Elke ramp is een evenement
Organiseren is risico’s nemen. Mijn credo in de eventsector is dat elk evenement een ramp is die je moet proberen te voorkomen. Better safe than sorry. Vandaag durf ik te stellen dat ook elke ramp een evenement is: een gebeurtenis die je moet organiseren en ‘managen’. Dat vereist buitengewone prestaties van vele honderden mensen.
Vandaag durf ik te stellen dat ook elke ramp een evenement is, een gebeurtenis die je moet organiseren en ‘managen’
Het woord ‘ongezien’ viel vaak bij deze ramp. Dat wil zeggen dat er geen standaard draaiboek bestaat dat je uit de kast kan nemen. Natuurlijk heb je bij het organiseren en communiceren van een hulpactie een paar terugkerende principes, denk maar aan ‘Plan - Do - Check - Act’ en ‘We know - We do - We care - We'll be back’ Maar hoe goed je ook getraind bent, om aan een ramp van deze omvang het hoofd te bieden heb je ook improvisatie, buikgevoel en soms een konijnenpoot nodig.
Eén van de moeilijkste disciplines tijdens een dergelijke ramp is de communicatie. De maatschappij eist een duidelijke boodschap terwijl je als hulpverlener zelf tot aan de kin in de chaos staat. Mensen willen een overzicht dat je op dat moment zelf niet hebt.
Estafette van sprinters en marathonlopers
Ook al zijn onze hulpdiensten jarenlang degelijk getraind, ook voor hen is het improviseren. En dat terwijl iedereen met argusogen naar je kijkt. Slachtoffers klagen dat ze geen gehoor krijgen als ze naar de brandweer bellen, maar straten die plots kolkende rivieren worden zijn ook voor de meest ervaren brandweerlieden gevaarlijke monsters.
Ook binnen de hulpverleners spelen persoonlijke verschillen. Sommigen willen meteen in actie schieten, daar waar anderen eerst een overzicht willen om dan een georganiseerde actie op poten te zetten. Beide disciplines zijn belangrijk en ook echt nodig: spurters en marathonlopers. De hulpactie zal nog lang duren en veel inzet vragen van brandweer, politie, het Rode Kruis en de vele honderden vrijwilligers. Iedereen die op het terrein de veiligheid organiseert, verdient onze steun en solidariteit. Dat is het Olympisch minimum waar wij als maatschappij voor moeten gaan, zeker in deze onzekere tijden.
En dan kijken we rond deze tijd toch vooral naar onze sporthelden die het beste van zichzelf geven. Ook de organisatie van de Spelen zal met argusogen gevolgd worden, elke misstap of coronabesmetting komt in grote letters in de krant. Het bewijst hoe elk evenement een ramp is en omgekeerd. Daarom verdient iedereen die vandaag verantwoordelijkheid neemt voor het organiseren van de veiligheid het allergrootste respect. Want elke organisatie is vandaag een Olympische prestatie en organisatoren zijn de nieuwe atleten. Met specialisten op het terrein en ‘experts’ aan de zijlijn.