Iets meer dan vier jaar geleden voorspelde ik dat de toekomst van merken merkloos zou zijn. Vandaag zijn diezelfde brands die ik destijds viseerde echter sterker dan ooit en is het niet onmogelijk dat social commerce in de metaverse die evolutie nog verder zal bekrachtigen. Een pijnlijk verkeerde inschatting van mij, dus. Extra pijnlijk als het je job is om volledig mee te zijn met de laatste trends en innovaties, overigens. Maar dit volledig terzijde.
Het gevaar van verkeerde voorspellingen
Sinds dan heb ik geleerd om anders, en vooral met meer nederigheid, naar de toekomst te kijken. En Frederik Anseel heeft daar een rol in gespeeld. Toen ik hem in 2018 interviewde voor de nexxworks blog vertelde hij me al over zijn afkeer van business goeroes die extreme voorspellingen deden, zonder daar enige verantwoordelijkheid voor te willen nemen als die later foutief bleken. Ik kon hem enkel gelijk geven. Dat type experts heeft veel invloed en hun verkeerde voorspellingen kunnen grote impact hebben.
Vandaag treed ik hem opnieuw bij als hij in zijn meest recente stuk beweert dat ‘verkeerde voorspellingen meer dan entertainment zijn en het publieke vertrouwen in experts, de media en de democratie ondermijnen’. Ik ga ook mee in zijn redenering dat een open platform - waarop experts verifieerbare voorspellingen over belangrijke vraagstukken publiek maken zodat die daarna openlijk en kritisch gerapporteerd kunnen worden - nuttig kan zijn.
Maar ik denk ook dat dit een en-en-verhaal moet zijn en dat de oplossing breder moet gaan dan enkel zo’n platform.
Anders kijken naar de toekomst
Voorspellingen én hun uitkomst transparanter maken zou in tijden van polarisering namelijk ook omgekeerd kunnen uitdraaien, als we niet op een andere manier naar toekomst en waarheid leren kijken. Als de bevolking merkt dat experts vaker foute dan correcte voorspellingen maken, kunnen ze mogelijks ook concluderen dat die experts weinig waard zijn. Bij sommigen van hen zal dat ongetwijfeld zo zijn, maar dat laat ik even in het midden.
Futurisme mag geen dogma worden en goeroes al zeker geen profeten. Voor mij ligt hun nut in het tonen van mogelijkheden, van mogelijke richtingen zodat ze anderen daarmee kunnen inspireren - en dus niet indoctrineren
We moeten vooral anders leren omgaan met toekomstdenken, onzekerheid en ‘waarheid’. Grip proberen krijgen op de toekomst is van alle tijden. Vroeger trokken we naar de Pythia van Delphi, balancerend op haar hoogst oncomfortabele driepikkel, en nu kijken we naar Yuval Noah Harari, die hopelijk een meer ergonomische stoel bezit. Maar terwijl voorspellingen vroeger aanbeden werden als ‘de enige waarheid’, moeten we vandaag meer leren denken in termen van ‘probabiliteit’, een term die ik even leen uit kwantumfysica. Om Amy Webb te citeren: ‘A great futurist sees probabilities. Not prophecies.’
Futurisme mag geen dogma worden en goeroes al zeker geen profeten. Voor mij ligt hun nut in het tonen van mogelijkheden, van mogelijke richtingen zodat ze anderen daarmee kunnen inspireren - en dus niet indoctrineren.
Mogelijkheden in plaats van zekerheden
Wil dat zeggen dat zij én alle andere experts die een blik op de toekomst geven een ander discours moeten hanteren? Absoluut. Die ‘dit is de enige waarheid’-aanpak is trouwens evenzeer aan het verdwijnen in leiderschap. We mogen vandaag als leiders én als experts kwetsbaar zijn. We mogen eindelijk toegeven dat we het ook niet zeker weten maar ‘dat het mogelijk antwoord A, B of C zou kunnen zijn’. En als experts de cojones hebben om te tonen dat ze het ook niet altijd weten, zeker in een uiterst onzekere context als een pandemie, dan zal het publiek dat ook meer leren aanvaarden. Maar de experts moeten die nederigheid echt meer leren vocaliseren.
Parallel daarmee moeten ook het onderwijs én de media weg evolueren van die obsessie met die ene waarheid - vaak hoe radicaler, hoe beter - zodat ook zij het algemene publiek trainen op acceptatie van continu veranderende informatie en voorspellingen.
Neem nu de pandemie. Niemand wist écht wat te doen in het begin. Heel normaal dus dat we toen heel uiteenlopende signalen kregen over het dragen van mondmaskers (wel, niet, enkel binnen, ook buiten…). We moesten gewoon nog testen wat nuttig en wat nutteloos was. Zoiets transparant op een platform zetten, met ‘winnaars’ en ‘verliezers’ kan énkel heilzaam zijn, als we collectief ook leren inzien dat zelfs de wetenschap een work in progress is.
De nieuwe religie
De laatste jaren hebben we wetenschap (en technologie) namelijk misschien wat te veel de status van religie gegeven. Het mogen dan wel vaak efficiënte manieren zijn om problemen op te lossen, maar zeker bij het aanpakken van totaal nieuwe uitdagingen blijf het vooral veel experimenteren, falen en bijschaven. Dat is gewoon eigen aan de wetenschappelijke methode.
De laatste jaren hebben we wetenschap (en technologie) misschien wat te veel de status van religie gegeven
Voor mij is dit de belangrijkste les van de ongelooflijk onzekere context van de pandemie: de toekomst leren zien als een samenloop van mogelijkheden, waarvan sommigen relevant, anderen gevaarlijk (maar helaas evenzeer aanwezig) en nog anderen overbodig zullen blijken. En dat we vrede moeten nemen met het feit dat noch wetenschappers, nog goeroes, noch experts, laat staan politici de volledige waarheid in pacht hebben. En dat we vooral blij mogen zijn dat we niet meer op instabiele driepikkels moeten zitten om vooruit te kunnen kijken.