Er is schaarste op de arbeidsmarkt. Gevolg: employer branding en recruitment staan overal hoog op de agenda. En je ziet ze nu veelvuldig opduiken: de ‘all fun and happiness’-plaatjes. Wat mij betreft, is dat employer branding done wrong. Want je goed voelen in een job draait niet om fun. Het gaat over de beleving van waardevol te zijn.
Letterlijk: je WAARDENvol voelen en daar WAARdering voor krijgen. Omwille van wie je bent en wat je kan, wat jij belangrijk vindt en dat ook kunnen toepassen in de juiste context. En zo samen obstakels overwinnen en resultaten neerzetten. Dat gaat veel verder dan ‘fun’, wat hoogstens een positief neveneffect is. Het gaat juist om erkennen dat sprookjes niet bestaan en je zowel met je mooie als minder mooie kanten een bijdrage kan leveren en daar ook samen moeite voor moet doen.
Bovendien: ook perfecte werkgevers bestaan niet, om de eenvoudige reden dat perfecte mensen niet bestaan. Zullen we eens beginnen met dat als werkgever ook eerlijk toe te geven in onze campagnes? En lieve werknemers, willen jullie ons daar dan niet knetterhard op afrekenen?
We moeten scheefgegroeide machtsrelaties en betutteling afbreken en nieuw vertrouwen en openheid opbouwen. Als basis van dat nieuwe samen-werken
Zo is er momenteel - vanuit een schaarse arbeidsmarkt - veel aandacht voor het welzijn van werknemers. Zeer terecht. Al had dat van mijn part ook zonder die schaarste-incentive gemogen, maar dat terzijde. We moeten scheefgegroeide machtsrelaties en betutteling afbreken en nieuw vertrouwen en openheid opbouwen. Als basis van dat nieuwe samen-werken. Laat ik daar een grote voorvechter van zijn.
Dat vraagt echter een nieuwe open houding van àlle betrokkenen en net dat blijkt nog niet zo gemakkelijk. We vinden het heel normaal dat onze rechten en belangen behartigd worden, maar vergeten al eens dat we daar zelf een actieve rol in moeten opnemen. We vinden het heel normaal dat onze rechten en belangen behartigd worden, maar vergeten al eens dat we daar zelf een actieve rol in moeten opnemen.
Ik las onlangs een poll op Linkedin (jaja, je kent ze wel….) waarin gevraagd werd of het management verantwoordelijk is voor het geluk van de werknemers. Er volgden enkele honderden reacties. Hoewel het verschil nipt was, legde meerderheid van de respondenten de volledige verantwoordelijkheid daarvoor bij het management. Eerlijk gezegd schrok ik daar van. Je wil dus als werknemer inspraak, vertrouwen en vrijheid op de werkvloer - kortom: voor vol(wassen) aanzien worden - maar voelt je niet eens verantwoordelijk voor je eigen welzijn op die werkvloer? Dat laat je uiteindelijk aan het management over?
Even een beeldspraak: het ene moment wil je dus als volwassene behandeld worden en het andere moment kruip je in de rol van een afhankelijk kind en maak je van jouw leidinggevende de strenge ouder met alle verantwoordelijkheden? Zo werkt het toch helemaal niet?! De basis van een respectvolle wederkerige relatie is dat elkeen zijn verantwoordelijkheid ten volle opneemt binnen de rol die hij of zij bekleedt. Om in dezelfde beeldspraak te blijven: de kindjes moeten groot worden en de ouders moeten leren om los te laten.
Je wil dus als werknemer inspraak, vertrouwen en vrijheid op de werkvloer - kortom: voor vol(wassen) aanzien worden - maar voelt je niet eens verantwoordelijk voor je eigen welzijn op die werkvloer?
Ja, dat vraagt ook een actieve inzet van de ouders: beste leidinggevende, durf dus loslaten. Als je volwassen werknemers wil, moet je hen ook zo behandelen en niet klein houden. We hebben ook daar oude beelden af te breken, met name dat van de alwetende leidinggevende, de onaantastbare superman of -vrouw die alles moet kunnen oplossen. En ja, ook heel wat leidinggevenden houden daar zelf nog krampachtig aan vast. Het beeld is soms teveel een identiteit geworden waarbij het ego meer doorweegt dan effectief leiderschap.
En dat brengt me weer bij mijn uitgangspunt: perfecte werkgevers bestaan niet, ook voor hen is het momenteel zoeken. Zoeken naar die nieuwe invullingen, naar een gezondere verhouding die iedereen in zijn of haar waarde laat en tegelijk ook gezonde, rendabele bedrijven handhaaft. Iedereen wil een menselijke baas maar mag en durft die baas dan ook mens zijn?
Iedereen wil een menselijke baas maar mag en durft die baas dan ook mens zijn?
En kunnen diezelfde werkgevers aub niet vergeten dat mensen zich ook op de werkvloer gewaardeerd en mens willen voelen, en ook het nodige vertrouwen willen krijgen? En dat dat minstens even belangrijk hoort te zijn dan een positief cijfer op je balans?
HR heeft daarin een belangrijke rol op te nemen. In het begeleiden en faciliteren van deze nieuwe attitude, waarin zij als belangrijkste missie heeft om naast het begeleiden van de nieuwe noodzakelijke soft skills voor alle betrokken - hallo volwassenheid! - de soms tegenstrijdige belangen van directiekamer en werkvloer met elkaar te verzoenen.
Niet simpel. Het vraagt heel wat skills en kunde om van oudsher elkaar wantrouwende groepen te stimuleren om elkaar in openheid te benaderen en elk in zijn bijdrage én belangen te erkennen. Het vraagt heel wat afbreken en opbouwen om een gezamenlijk draagvlak te creëren en naar resultaten te streven die verder gaan dan het economische en waarin ook ieders welzijn vervat zit. Het vraagt het besef van een simpele waarheid: bedrijven hebben mensen nodig en die mensen hebben werk en dus bedrijven nodig. Het vraagt vooral dat elkeen stopt met zich te verschuilen achter oude excuses om verantwoordelijkheid bij de ander te kunnen leggen.
Kindjes hebben ouders nodig om naar te wijzen en ouders omgekeerd kindjes om over te ‘ouderen’. Beide gedragspatronen horen echter niet thuis op een volwassen werkvloer.
HR heeft dit te benoemen, scherp te stellen en op tafel te leggen. Ik las op datzelfde Linkedin onlangs deze quote: “We zitten met HR niet in de aardige business, we zitten in de eerlijke business”. En zo is het maar net. Eerlijk maar feilbaar leiderschap. En laat dat aub OK zijn. Let’s all grow up.