foto: shutterstock.com

We lopen in Europa vaak hoog op met de Amerikaanse visie op ondernemerschap en met de manier waar startups uit het land van Uncle Sam van de ene succesvolle kapitaalronde naar de andere of van de ene mislukking naar het volgende succes stappen. Toch zou het volgens een Amerikaanse specialist niet slecht zijn als Amerikaanse startbedrijven wat meer Europees realisme en focus aan de dag legden. Of hoe het ook in dit verband belangrijk is om het juiste evenwicht te bewaren.

Centen verzamelen

Heel wat startups lijken in een enorme race te zijn verwikkeld die hen van kapitaalronde naar kapitaalronde brengt alsof het etappes van de Tour de France zijn. Het is vooral een Amerikaans fenomeen, maar het kan ook overslaan naar onze contreien. Als veel financiers bereid zijn om in startups te investeren, is de verleiding voor de oprichters van de startups, wellicht groot om vooral op te gaan in het spelletje om zoveel mogelijk centen te verzamelen en de investeerder te vinden met de diepste zakken.

Ook het feit dat de media maar al te graag schrijven over succesvol afgeronde kapitaalrondes, zou hen wel eens uit het oog kunnen doen verliezen dat financiering nog altijd een middel blijft en geen doel op zich is. In een blogpost op LinkedIn schreef Anurag Harsh, Senior Vice President van Ziff Davis, dat de zoektocht naar geld voor startups belangrijk is om snel te schalen, maar hen niet mag doen vergeten dat het hun belangrijkste missie blijft om een leefbare groeionderneming te bouwen.

Cash verbranden….?

In de levenscyclus van een bedrijf dat pas ontstaan is vanuit een idee is het min of meer normaal dat er in de eerste fase cash wordt “verbrand”. Er duiken in de meeste gevallen immers voortdurend onverwachte uitgaven op die noodzakelijk zijn om het idee en het bedrijf te doen groeien, terwijl het bijna normaal te noemen is dat de geschatte inkomsten in eerste instantie worden overschat.

Het is in een aantal geval dus zeker nodig om heel veel geld te mobiliseren om heel snel te gaan en de concurrentie voor te blijven, maar volgens Harsh is het in dat verband toch opletten geblazen om die noodzaak aan grote hoeveelheden cash niet te veralgemenen.

…of stapje per stapje groeien ?

Harsh wijst er startups op dat ze ook voor een ander model kunnen kiezen dat heel wat duurzamer is en dus ook veel meer aangewezen: zorgen voor stevige fundamenten en dan geleidelijk meegroeien met de klanten. Negentig van de honderd startups slagen er niet in om uiteindelijk te bereiken wat ze bij het prille begin voor ogen hadden: uitgroeien tot een gezond bedrijf.

Dat kan heel wat verschillende oorzaken hebben, zoals het feit dat hun producten of diensten toch niet het gat in de markt vulden dat ze eerst meenden te hebben ontdekt of het feit dat het management er niet in slaagt de neuzen in dezelfde richting te houden. De belangrijkste reden is echter dat ze er niet in slagen voldoende kritische massa te bouwen omdat de oprichters onvoldoende de focus houden op het uitbouwen van een bedrijf dat stand houdt en veel te veel aandacht besteden aan contacten met mogelijke nieuwe financiers.

Kompasnaald

Op de sociale media circuleren tegenwoordig nogal wat cartoons en spreuken over “de weg naar succes”. Stuk voor stuk geven ze aan dat die weg nogal hobbelig en behoorlijk bochtig is. Dat klopt uiteraard, maar het doet sommigen blijkbaar denken dat startups verplicht zijn al die bochten te nemen, te falen en geregeld het geweer van schouder te veranderen. En dat is volgens Harsh absoluut geen must.

Wel belangrijk is het om te allen tijde, ondanks bochten en onverwachte wendingen, de richting te blijven volgen die de kompasnaald aangeeft. Harsh verzet zich tegen de “fail fast”-mentaliteit van jonge startups.

“Uiteraard zijn mislukkingen om ervan te leren”, geeft hij aan, “maar de balans mag niet te ver in die richting doorslaan. Ik ben ervan overtuigd dat succesvolle ondernemers die een zekere trots niet kunnen onderdrukken als ze zeggen dat ze eerst mislukt waren, sneller succes hadden bereikt als ze wat meer gefocust waren geweest op het uiteindelijke doel en wat minder op het aantrekken van telkens weer nieuw kapitaal."