Tegenwoordig regent het dagelijks nieuwsberichten van start-ups die naar the next level gaan. Fundingrondes, wedstrijden, .. Het punt is: die jonge ondernemingen verdienen eigenlijk nog meer aandacht, want ondernemerschap is in deze disruptieve tijden meer dan ooit nodig. 4 redenen om startende bedrijven een duw in de rug te geven:
1. Vlaanderen scoort slecht in ondernemerschapsmentaliteit
Op 18 november 2015 maakten Tine Holvoet, Niels Bosma en Hans Crijns van de Vlerick Business School de resultaten bekend van een studie die de ondernemerschapsmentaliteit in diverse Europese regio’s met elkaar vergelijkt. Vlaanderen haalt daarin niet bepaald een goede score.
Vooral de opportuniteitsdetectie, de statusperceptie van succesvolle ondernemers en de beeldvorming van ondernemers zijn zaken waarin veel kan worden verbeterd. De succesverhalen van start-ups kunnen op dat vlak zeker meer dan hun steentje bijdragen.
2. Het creëert kansen voor wereldwijde winnaars
Ondernemers zijn ook nodig omdat ze dromers zijn en zich niet neerleggen bij wat is, maar kijken naar wat kan. Als we op dit ogenblik bijvoorbeeld kijken naar de zes grootste beurskapitalisaties in de Verenigde Staten zien we dat vier daarvan - Apple, Alphabet, Microsoft en Facebook – actief zijn in de technologiesector en dat enkel oliebedrijf Exxon en de investeringsgroep Berkshire Hataway van Warren Buffet stammen uit de “oude economie”.
Dat is een fascinerende vaststelling, die aangeeft tot welke enorme successen ondernemerschap kan leiden, want een aantal bedrijven zijn nu echte reuzen geworden, terwijl ze vijftien jaar geleden niet eens bestonden. Anderzijds zien we daaraan ook dat in de nieuwe wereld slechts plaats is voor één winnaar. Terwijl in de traditionele economie nog vier à vijf toppers vredig naast elkaar leefden, geldt meer dan ooit het adagium : “the winner takes it all”.
Gelukkig zijn er veel terreinen waarop dat kan. Er is bijvoorbeeld geen enkele reden waarom Gentse bedrijven als Bubble Post en Teamleader niet zouden kunnen uitgroeien tot wereldwijde leider in hun respectievelijke sector van ecologische pakjesbezorger en aanbieder van SaaS-oplossingen voor CRM, projectplanning en facturatie.
3. De rest van de wereld staat allesbehalve stil
Zoals ik hierboven al schreef, zijn de jongste tijd tal van positieve verhalen op te tekenen over Belgische start-ups. Het mag ons gelukkig stemmen maar het betekent allerminst dat we tevreden achterover mogen leunen. Want de rest van de wereld staat niet stil.
Op de begin november in Helsinki gehouden megaconferentie voor start-ups Slush (www.slush.org) was bijvoorbeeld geen enkele Belgische start-up aanwezig, maar wel tientallen uit de Scandinavische landen, Portugal, Frankrijk, Rusland en Israël. Zo bleek er ook dat de Europese hoofdstad met het grootste aantal startups per hoofd van de bevolking verrassend genoeg niet Amsterdam, Londen of Berlijn is, maar het Estse Tallin.
De start-up scene staat - onder meer ook omdat de overheid er heel wat flexibeler is ten aanzien van ondernemerschap - een stuk verder dan bij ons.
4. Het kan de jeugdwerkloosheid helpen terugdringen
Eind vorig jaar vond de Europese Week van de kleine en middelgrote onderneming (KMO) plaats. Die werd gecoördineerd door de Europese Commissie. Ze maakt van de gelegenheid gebruik om de ondernemingsgeest in heel Europa te promoten.
Hoewel het jeugdwerkloosheidscijfer zich sinds het begin van de wereldwijde financiële crisis heeft gestabiliseerd, worden een groot aantal Europese landen geconfronteerd met een jeugdwerkloosheid van meer dan 20%. In België bedraagt het cijfer zelfs 22,6%. Het promoten van het ondernemerschap bij jongeren lijkt steeds duidelijker een mogelijke oplossing voor dat probleem.
Maar ondanks de hoge jeugdwerkloosheid heeft minder dan de helft van de Europese jongeren volgens een onderzoek van de Europese Commissie zin om met een eigen zaak te beginnen.
Caroline Jenner van de verneiging Junior Achievement Europe pleit daarom voor veel meer aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs. “We moeten niet alleen af van de “gouden kooi”-mentaliteit die veel jonggediplomeerden aanzet om meteen in grote bedrijfsstructuren op zoek te gaan naar een mooie carrière”, zegt ze, “we moeten ook de Europese onderwijssystemen aanpassen want ze komen niet meer tegemoet aan de vaardigheden die de arbeidsmarkt vraagt. Zelfs jongeren die niet zelf een onderneming oprichten, zullen bij potentiële werkgevers in toenemende mate alleen kansen krijgen als ze blijk geven van een ondernemerschapsgeest.”
Ga jij akkoord met deze 4 argumenten? Geef je mening in de comments!