Het team achter Qpinch. V.l.n.r.: Co-founder Christian Heeren, Patrick Van Looveren, Kelly De Koninck, co-founder en CEO Wouter Ducheyne, Steve Bonte, Erik Verdeyen. Fotograaf: Mike Steegmans
Steeds meer start-ups lijken te draaien om maatschappelijke belangen. Ook in ons land is dat het geval. Een wel héél speciale Belgische onderneming in die categorie is Qpinch, de start-up die met een stukje technologische innovatie industrieel energieverbruik doet dalen en energie-efficiëntie laat stijgen. Het team van Qpinch bouwde een warmtetransformator die de restwarmte gebruikt om nieuwe stoom op te wekken. Een revolutionaire technologie die door sommigen als de oplossing van de klimaatproblematiek wordt genoemd. Maar wie zijn de slimme koppen achter deze start-up en hoe kwamen ze op het idee? Op welke manier heeft hun technologie impact maatschappij én het klimaat? Het antwoord op deze vragen kreeg ik van Christian Heeren - de co-founder van Qpinch - en Erik Verdeyen, chief marketing officer.
Hersenspinsels op de fiets
Het idee voor Qpinch kwam tot leven in het hoofd van Wouter Ducheyne (de mede-oprichter en CEO, n.v.d.r.), die uiteindelijk met Heeren het bedrijfje uit de grond stampte. “Je móet gewoon horen hoe hij op het idee kwam,” gaat Verdeyen enthousiast verder, “zo’n zeventien jaar lang was hij o.m. procesingenieur bij BASF in het Antwerps havengebied. Elke ochtend fietste hij van zijn woonplaats in Antwerpen-Centrum naar de haven van Antwerpen, waar je pakken restwarmte uit de torens en installaties ziet ontsnappen. Op zijn fiets begon hij na te denken en stelde zichzelf de vraag: ‘wat als we die restwarmte nu eens konden capteren?'
"Iedereen uit de sector weet dat massale hoeveelheden warmte verloren gaan in de procesindustrie. Nochtans heeft de industrie al veel inspanningen gedaan qua energie-efficiëntie, want warmte is vaak een grote of grootste kost van installaties. Maar er was gewoon geen technologie om op een economische of technisch haalbare manier de rest aan te pakken,” legt Verdeyen uit.
Intussen heeft Qpinch daar toch een oplossing voor weten te bedenken:
Qpinch haalt de energie uit restwarmte die nu waardeloos is (stoom of heet water met te lage temperatuur) en transformeert die tot nieuwe proceswarmte (stoom) van veel hogere temperatuur.
“Aanvankelijk was het plan wel om die gigantische hoeveelheden na captatie te transporteren per boot”, stelt Heeren bij. “Maar restwarmte vervoeren van punt A naar punt B, en dan nog wel per boot, is niet haalbaar. En toen begon het idee te rijpen om energie te gebruiken op dezelfde locatie waar ze nu verloren gaat.”
Ecologische én economische winst
De klimaatproblematiek en de verwante uitvindingen van afgelopen jaren om energie te besparen is niemand ontgaan. Treedt Qpinch met haar technologie dan in de voetsporen van zonnepanelen en soortgelijke uitvindingen?
“Niet echt, want zonnepanelen, windmolens enzovoort draaien vooral om hernieuwbare elektriciteit,” zegt Verdeyen. “Bovendien is elektriciteitsverbruik in de industrie relatief beperkt; het grootste stuk komt van fossiele brandstoffen – vooral gas – omdat er zoveel warmte nodig is in industriële processen. Wij ontwierpen, samen met prof. Chris Stevens van de UGent, een technologie die het fossiele energieverbruik in de industrie naar beneden krijgt.”
Wouter Ducheyne, Co-founder & CEO. Fotograaf: Mike Steegmans
“Zulke ingrijpende technologie is nodig”, geeft Heeren aan. “Europa heeft uiterst strikte klimaatdoelstellingen opgelegd. Tegen 2020 moet de broeikasgasuitstoot 20% lager liggen, moet 20% van het energieverbruik uit hernieuwbare energie komen en moet er de energie-efficiëntie 20% hoger liggen. Wij gaan dus voor zowel ecologische als economische winst.”
Passie en dubbele shifts
Het duurde niet lang alvorens Heeren besliste zijn vaste job bij Cargill in te ruilen voor het ondernemersavontuur van Qpinch. Ook Wouter Ducheyne verliet het BASF-front om de start-upoorden te verkennen. Erik Verdeyen en Patrick Van Looveren kwamen er in 2016 bij. “Ik kende Wouter wel al even, hij was mijn buurman, en ik wist dat hij met coole dingen bezig was”, vertelt hij.
“Zelf was ik in een hele andere sector actief: al sedert 1994 draaide mijn carrière om internetprojecten. Toen ik Wouter en Christian hun verhaalde hoorde vertellen, kreeg ik dezelfde vlinders in mijn buik als wanneer ik het internet ontdekte.”
“Vergis je niet, hé Magali,” zegt Heeren ernstig, “het was niet altijd rozengeur en maneschijn. Zodra we écht begonnen te werken aan Qpinch hebben we dubbele shifts gedaan - we hadden toen onze vaste jobs nog.”
“Ik kon enkel denken: wow, dit wordt echt een revolutie”
“Je merkt dat je tot in de vroege uurtjes bezig bent met de uitwerking van je idee, en dat je ‘s weekends minder tijd hebt voor familie en ontspanning”, bevestigt Heeren. “Maar ik wist dat we bezig waren met straffe dingen, en daar hield ik mij aan vast. Ik dacht steeds: wow, dit wordt echt een revolutie.”
“Als je dit verhaal hoort en welke impact we zouden kunnen maken op grote schaal, dan is het opgeven van je job geen moeilijke denkoefening”, vindt Heeren. “Dat betekent niet dat de uitwerking niet doordacht gebeurt. Toen nog later mijn collega Patrick Van Looveren zich vervoegde bij het team, werd duidelijk hoe complementair we in feite waren en hoe we konden fungeren als tandem."
"Mijn focus lag 15 jaar lang al op business development in de industrie, maar had ook kennis van zaken op gebied van juridische contracten, patenten en dergelijke - ik heb immers een juridische achtergrond. Veel start-ups hebben wel goede ideeën, maar de oprichters zijn elkaars spiegelbeeld en vullen elkaar niet aan,” vertelt Heeren.
Grote projecten
Ook al heb je jarenlange ervaring bij bedrijven zoals BASF en Cargill: het is hoe dan ook geen evidentie om als nagelnieuwe start-up een innovatief project met een stevig prijskaartje te gaan verkopen. Dat is buiten Qpinch gerekend, want de heren hebben een doordacht verdienmodel op poten gezet, zo blijkt.
“We zijn nog steeds aan het praten met een flink aantal partijen,” vertelt Verdeyen, “en we kijken uit naar de partnerships die we zo in de nabije toekomst kunnen opstarten. Door samen te hokken met sterkere en gevestigde waarden win je enorme credibiliteit van de markt.”
Eerste industriële installatie in de haven van Antwerpen. Fotograaf: Mike Steegmans
“Het gaat inderdaad om heel grote installaties, ja”, vertelt Heeren. “Daarom willen we ook partneren met kapitaalkrachtige energieservicebedrijven die onze technologie als energie-oplossing willen aanbieden. Zij kunnen onze installaties perfect bouwen en onderhouden."
"Anderzijds mikken we op organisaties wiens producten al op de markt zijn, maar waarbij onze technologie als add-on kan worden gebruikt. Denk maar aan machinebouwers in de voedingsindustrie. Zo’n partijen hebben wereldwijd al duizenden dergelijke installaties verkocht en onze technologie is een makkelijke upgrade die onmiddellijk fossiele brandstof en CO2 bespaart.”
“En een laatste manier van marktbenadering is het zelf verkopen”, gelooft Verdeyen. “Uiteindelijk is dat de beste manier om je klanten beter te leren kennen, wat vandaag de dag uiteraard van onschatbare waarde is.”
Belgen met een globale focus
Dat de uitvinding een ongezien potentieel heeft op Belgische bodem is geen nieuws, al denkt de start-up ook meteen aan andere Europese landen. “Onze focus ligt nu vooral op de oil & chemicals sector. Onze haven in Antwerpen is de tweede grootste cluster, na Houston. Als je bij een van die bedrijven een installatie hebt, rollen zij het direct wereldwijd uit. Vanuit de sterke positie in één sector kan je dan uitbreiden naar de andere. Zo werkt de industrie en in die logica moet je meegaan en bereid zijn om globaal te gaan.”
Een ding is duidelijk: de technologie van Qpinch ziet er veelbelovend uit! Meer info via www.qpinch.com