Afgelopen week trokken ruim 15 start-ups naar New York in het kader van de Be Bold New York, een missie georganiseerd door Telenet, iMinds, Start-it KBC en Belcham. Het doel: de ivoren Belgische kerktoren inruilen voor het Amerikaanse start-upleven, en grote stappen maken. In totaal was de delegatie goed voor zo’n 60 leden. Ook ieLon was erbij en nam samen met de jonge ondernemingen een stevige bite out of the big apple. En daar trokken we enkele straffe conclusies uit.

Highs and lows

Wie aan een ondernemersavontuur begint in New York, tekent voor een ware rollercoasterrit van emoties. Dat werd bevestigd door Xavier Damman en Jeremy Le Van, twee Belgische ondernemers die respectievelijk met Storify en Sunrise internationale faam verwierven. “De ene dag ben je een grote meneer, en wat later wil je al huilend naar je moeder bellen,” zegt Damman. “Ik weet nog hoe een investeerder me vertelde dat ik beter terug naar België ging. Zulke zaken geven stress, maar de energie om zijn ongelijk te bewijzen was groter.”

“Een start-up opstarten is sexy en leuk, maar laten we vooral niet vergeten dat je constant hard moet werken. Er is zoveel stress,” stelt Le Van.


“Je wordt voortdurend met enorm veel shit geconfronteerd"



damman levan

Stijn Christiaens, hoofd van technologie bij Collibra (dat vorig jaar de Belgische bodem achter zich liet om de New Yorkse start-upscene overhoop te gooien) beaamt dat: “je wordt voortdurend met enorm veel shit geconfronteerd. We hebben financieel het onderste uit de kan moeten halen om te slagen in de VS. Ik herinner me lange vluchten, goedkope hotelkamers en het verkopen van software uit onze koffers.”

Mindgames en bikkelharde kritiek

New Yorkse ondernemers en accelators leggen je maar al te graag op de rooster. En de repliek die je krijgt als je stamelend uitleg wat je doet, is bikkelhard. Dat werd duidelijk tijdens verschillende bezoeken aan co-workhubs WeWork, the Farm en Food-X. Bij die laatste wond Andrew Ive, die aan het hoofd staat van het acceleratorprogramma, er geen doekjes om. “Ik moet overgeven als ik start-ups hoor zeggen dat ze de Airbnb van bedrijf X zijn,” luidt zijn feedback.

“Ook al kennen ze je product en zijn ze overtuigd van wat je te bieden hebt, ze zullen je steeds uitdagen en je bedrijf in vraag stellen,” vertelt Josh van de Amerikaanse start-up Underdog.io aan Bloovi in een persoonlijk interview. “En dan is het een kwestie van niet in je kaarten te laten kijken.”

Wat je kunt versus wie je kent

Talent is belangrijk, maar als je geen kaas hebt gegeten van networking mag je het vergeten. In New York draait het nog sterker dan in België om het leggen van de juiste contacten. “Dat is een vereiste om snel te kunnen groeien,” beweert Laurence Van den Keybus, member manager bij BelCham.

Netwerken is overigens een heel ander gegeven dan wij gewoon zijn in ons Belgenlandje. Dat merkte ik zelf toen ik de hand schudde met een Amerikaanse VC op een networking event in Belgian Beer Café NoMad. “Hi, my name is Greg, I’m a VC and I invest in high potential startups,” zegt hij. “So what do you do?” Een pak efficiënter, en regelrecht voor de raap. Small talk, daar doen de New Yorkers niet aan mee. Aan sugarcoating evenmin.

Adem passie, en blaas hoog van de toren

In New York ben je niet de oprichter van je start-up. Je bent de CEO, de founder en het grote brein achter het concept van de eeuw. “Bescheiden ondernemers verdwijnen in de grijze massa,” zegt start-up FLAVR, die onlangs de hoofdprijs op tech event SXSW in ontvangst nam. “In New York gebeurt het, en je mag er verdomd trots op zijn. En je moet er laten zien dat je passie ademt. Selling the story, selling the dream.”


“Denk niet aan potentiële afwijzing, maar droom van het succes dat je te wachten staat"



Screen Shot 2016-04-18 at 07.00.02

Amerikaanse storyteller Justine Harcourt de Tourville bevestigt dat: “Als Amerikaanse ondernemer moet je vertrouwen uitstralen. Belgen kunnen daar wat van leren, in die zien dat ze nog veel te bang zijn voor wat mensen zullen denken van hun bedrijfje. Tijdens je pitch moet je enthousiast zijn en glimlachen. Denk niet aan potentiële afwijzing, maar droom van het succes dat je te wachten staat.”

Echtheid

The big apple mag dan wel bruisen van energie en passie, er is ook heel veel fake. Weg ermee. “Mensen kopen geen product, mensen kopen een authentiek verhaal,” zegt Scott Norton, CEO van de Amerikaanse start-up Sir Kensingtons. “Voor onze producten zijn wij dan ook back to basics gegaan en gekeken naar hoe we iets konden creëren dat echtheid uitstraalt. Daarbij gingen we vanaf het begin uit van een cruciale gedachte: ‘als iemand interageert met je product, hoe zien de eerste momenten van beoordeling eruit’? Nog te weinig bedrijven beseffen dat dit van onschatbare waarde is.”

Foto's: REC-Academy