Al meer dan 15 jaar bouwt Boris Veldhuijzen van Zanten start-ups. Twee bedrijven werden voor veel geld verkocht. Met een andere, TNW (The Next Web), schrijft hij een spectaculair internationaal succesverhaal. In een openhartig gesprek met Bloovi laat de Nederlander in z'n ondernemersziel kijken. “Als het nu allemaal stopt, dan kan ik alleen maar tevreden zijn over de dingen die ik gedaan heb.”
Van jongs af aan had Boris Veldhuijzen van Zanten een droom: miljonair worden. Hij bezat zelfs visitekaartjes, die een Amerikaanse vriend van zijn vader voor hem liet drukken toen hij 6 was. 'Boris Veldhuijzen van Zanten, miljonair'. Zo’n 22 jaar later was het al zover. In de internethype van 1999 verkochten Veldhuijzen van Zanten en zijn partners hun bedrijf V3 redirect services (dat mensen aan een korter adres voor hun homepage hielp, nvdr.) voor 21 miljoen gulden, waarvan 4 cash en de rest in aandelen, aan Fortune City. Hij was in een klap miljoenen rijker. Op papier dan toch.
“Mijn vriendin en ik leefden er die eerste maanden na die exit echt op los”, blikt hij nu terug op die periode. “Ik kocht een Jaguar en mijn vriendin en ik samen een huis. We maakten dure reizen, een luxevakantie in Grenada, islandhopping in de Caribbean. Ik liet mijn drankjes brengen. En dan lig je daar en denk je: ik vind dit eigenlijk helemaal niet leuk.”
Dat niet veel later de aandelen kelderden tot een vierhonderste van hun oorspronkelijke waarde, was dan ook bijna een blessing in disguise. “Ik was al minder gaan werken, haalde er minder voldoening uit. Mijn vriendin zei tegen me: ‘Ik vind je eigenlijk veel leuker als je iets doet.’ Ze had helemaal gelijk, want zo zag ik het ook.”
Een van de populairste tech blogs ter wereld
En iets doen, dat deed Veldhuijzen van Zanten. Wat heet, de jaren die volgden na de exit met V3, laten zich vooral lezen als een ondernemersjongensboek waarbij Veldhuijzen van Zanten letterlijk van het ene avontuur in het andere springt. Soms succesvol - de exit van zijn tweede bedrijf Hubhop in 2003 aan KPN - maar vaker minder glorieus - denk aan Jippy (een kalender), Junker (anti-spam service) en Fleck (een online annotatieservice).
Na al dat geëxperimenteer met vernieuwende diensten werd juist het ouderwetse TNW, een congres, vanaf 2006 wel een blijvend succes. In 2008 werd de conferentie gevolgd door een blog. Anno 2018 is TheNext Web.com een van de meest populaire tech blogs ter wereld, met 9 miljoen bezoekers per maand. The Next Web Conference, de hotspot voor marketeers wereldwijd, wordt jaarlijks georganiseerd in Amsterdam en New York en trekt jaarlijks meer dan 15.000 bezoekers.
En dan te bedenken dat TNW ooit startte als een eenmalig vehikel, bedoeld om weer een andere start-up van Boris Veldhuijzen van Zanten en zijn vaste ondernemer-in-crime Patrick de Laive op het schild te hijsen. “We wilden een nieuw idee voor een start-up pitchen op een beroemd techconferentie in San Francisco. Dat bleek alleen erg duur en erg omslachtig. Toen zei Patrick: ‘Waarom organiseren we niet zelf een conferentie? En schrijven we niet zelf blogs ter promotie?’ En zo geschiedde.”
Afkomstig uit de krochten van de tech
Het bleek een gouden zet. Met sprekers als Kevin Kelly, Michael Arrington en Kevin Rose trok het kakelverse event direct meer dan 300 bezoekers, en vonden de twee founding fathers zich- tot hun eigen verbazing – plots terug in de voorhoede van de evenementen- en blogbusiness. “Ik weet nog goed dat ik na afloop van die eerste editie tegen Rockstart-baas Oscar Kneppers zei: ‘Zo, ik denk dat we dit volgend jaar weer doen.’ ‘Natuurlijk, het blijft nooit bij één event', repliceerde Oscar met een onderkoelde vanzelfsprekendheid.”
We komen zelf uit de krochten van de tech. We kennen de mensen en de wereld door en door en maken technologie op een hele persoonlijke en intieme manier toegankelijk voor onze doelgroep
Het werden er inderdaad meer. En er zullen er nog vele volgen, als het aan de ondernemer ligt. De lat ligt daarbij hoog. Sterker: over 30 jaar wil hij dat TNW groter is dan CNN. Of dat ook écht haalbaar is? “Waarom niet?”, repliceert de ondernemer. “Tech en innovatie gaat iedereen aan in de wereld, dus de vijver is enorm. Daarbij komen we zelf uit de krochten van de tech. We kennen de mensen en de wereld door en door en maken technologie op een hele persoonlijke en intieme manier toegankelijk voor onze doelgroep. Dat herkennen en waarderen mensen.”
Romantisch beeld van start-ups klopt niet
Daarnaast heeft Veldhuijzen van Zanten naar eigen zeggen ‘minder te verliezen’. Dit in tegenstelling tot traditionele publishers die veel meer bezig zijn het oude te behouden in plaats van het nieuwe te omarmen. Hij illustreert het met een treffend voorbeeld.
“Een tijdje terug waren iPad-magazines opeens de next big thing. Ik dacht: zo’n magazine wil ik ook. Dus ben ik zelf artikelen gaan schrijven en liet een stagiair internet designer het ontwerp maken. In totaal kostte het hele traject toch zo’n 5.000 euro per maand. Best duur, vond ik. Totdat ik een keer een traditionele publisher sprak die eenzelfde traject was gestart. Ik vroeg hem: ‘Hoeveel geven jullie eigenlijk uit?’ ‘Twee miljoen’, zei hij. “Ik wist niet wat ik hoorde. Ze hadden allemaal personeel van de ene afdeling naar de andere geschoven en waren met een volledige redactie dit traject gestart.”
Er heerst een romantisch beeld van start-ups: je bedenkt een goed idee, laat het bouwen door wat 'geeks' en het geld stroomt binnen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Een onderneming bouwen is enorm hard werken en soms uitermate stressvol, omdat je niet weet of het allemaal gaat lukken
De ondernemer wil maar zo zeggen: iets van scratch opbouwen is veel makkelijker dan iets ouds om te katten. Mits je lef toont en onzekerheid kunt verdragen, natuurlijk. Want daar staat of valt alles bij, volgens hem. “Er heerst een romantisch beeld van start-ups: je bedenkt een goed idee, laat het bouwen door wat 'geeks' en het geld stroomt binnen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Een onderneming bouwen is enorm hard werken en soms uitermate stressvol, omdat je niet weet of het allemaal gaat lukken.”
Verlamd door angst en onzekerheid
De Nederlander kan het weten. Twee maanden geleden, middenin de voorbereidingen voor de laatste TNW-conferentie in Amsterdam, werd de stress, de onzekerheid, ook de van nature zeer positieve Veldhuijzen van Zanten even te veel. Het resulteerde in een opmerkelijke LinkedIn-post van zijn hand waarin hij uitlegde dat ook hij weleens ‘verlamd door angst en onzekerheid’ in zijn bed ligt en dan niet meer ‘de moed en de kracht’ kan opbrengen om eruit te komen.
Waarom wilde hij dat zo publiekelijk delen? “Op kantoor verwonderden mensen zich erover dat ik altijd zo’n vrolijke indruk maakte. Ik heb toen gelijk gezegd: 'Ho, wacht eens even. Ik ben soms ook onzeker hoor.' Ze zeiden: 'Vertel dat eens tegen iedereen, dat helpt.' Ik heb dat toen eerst intern en later extern gedaan, op LinkedIn, met ontiegelijk veel reacties tot gevolg. Zelfs mijn meest kritische aandeelhouder stuurde een berichtje: ‘Ontzettend goed dat je dit heb gepost, heel herkenbaar.’ En ik dacht alleen maar: ‘gelukkig, zelfs hij’.”
Natuurlijk kan het altijd beter, maar door de geschiedenis heen komen er zoveel bedrijven uit Nederland die groot zijn geworden. En nu, door het succes van Adyen, worden dat er alleen maar meer
Het is ook een beetje Nederlands – of vooral Amsterdams- om zo open te zijn. Zo liberaal. Zo’n maling te hebben aan wat anderen denken. We mogen dan ook best trots zijn op ons start-upland, vindt hij. “Natuurlijk kan het altijd beter, maar door de geschiedenis heen komen er zoveel bedrijven uit Nederland die groot zijn geworden. En nu door het succes van Adyen worden dat er alleen maar meer. Bij de beursgang van Adyen hebben 400 mensen flink gecasht. Een deel start met dat geld zelf weer bedrijven of investeert in kansrijke proposities. Dat kan een mooie impuls geven aan het start-upland dat Nederland reeds is.”
De ondernemer ziet de toekomst dan ook zonnig tegemoet, voor Nederland maar zeker ook voor zichzelf. Wat daarbij helpt, is dat Boris Veldhuijzen van Zanten echt de rust in zichzelf heeft gevonden. Dat realiseerde hij zich weer extra toen hij zich twee jaar geleden in de dokterskamer meldde met een vreemd bobbeltje. “De dokter zei: ‘Het zou weleens kanker kunnen zijn’.”
“Wachtend op de definitieve uitslag, die uiteindelijk gelukkig goed uitpakte, dacht ik: stel, ik overleef dit niet, ben ik dan tevreden met wat ik allemaal gedaan en bereikt heb? Ik voelde al snel een van soort van rust, een besef van: het zou heel jammer zijn als dit misloopt, maar ik heb er alles uitgehaald wat erin zit. Het is heel fijn om tot dat besef te komen.”