(Vlnr: Vishal Punamiya, Stanislas van der Vaeren en Maxime Bossens)
De oorspronkelijke focus van Sitemark was pakjestransport via drones. Maar al gauw beseften de drie co-founders van deze Leuvense start-up dat uit de software in de drones veel meer te halen én te schalen viel. Er volgde een shift van drones naar data-analyse, en de groeiresultaten bleven niet uit: van drie oprichters in 2016 naar ruim 26 medewerkers vandaag. Maar de weg naar succes was er wel een van trial and error, zo blijkt.
Sitemark biedt industriële drone-oplossingen voor de inspectie en controle van bedrijfssites – binnen de sectoren mijnbouw, constructie en energie. De afbeeldingen die de drones maken, worden via de hoogstaande beeldverwerkingstechnologie van Sitemark omgezet in bruikbare data voor de klant. Grote voordeel? Bedrijven kunnen zo sneller, meer accuraat én veiliger werken. Het businessmodel wist dit jaar investeerders tijdens een kapitaalronde te verleiden tot een financiering van vijf miljoen euro.
Een eigen docking station
Maar aanvankelijk hadden de drie oprichters dus heel andere plannen. Productmanager Stanislas van der Vaeren doet het verhaal: “Het idee waarmee de huidige CEO Vishal Punamiya ons - Maxime Bossens en ik - drie jaar geleden benaderde om rond samen te werken was: pakjes transporteren via drones. Hoewel wij nog studeerden en Vishal een ervaren ondernemer was, voelden we meteen aan dat dit idee niet echt werkbaar was. Toch zagen we wel potentieel in de drone industrie. Maar goed, we waren student en hadden niets te verliezen, dus besloten we toch naar hem te luisteren - op café in Kraainem nota bene. Vishal bleek daar zo overtuigend dat hij ons al snel mee had in zijn verhaal. Dat was de start van DroneGrid, zoals ons bedrijf aanvankelijk heette.”
“Toch zijn we van dat transportidee snel afgestapt, om te focussen op het goedkoper maken van data-acquisitie. Dit vanuit de overtuiging dat drones weliswaar al vaak werden ingezet in high-tech toepassingen, maar nog te duur waren om bijvoorbeeld landbouwgebieden te scannen. Dus wij zouden die goedkoper in de markt gaan zetten, door een docking station te ontwikkelen waarop drones konden worden opgeladen, zodat daarvoor geen aparte piloot meer nodig was.”
Sitemark is echt een verhaal van zoeken geweest, van trial and error en van als jonge ondernemer misschien té enthousiast te zijn over ideeën zonder dat eerst aan deftig marktonderzoek te koppelen
Zo gezegd, zo gedaan. De drie co-founders van DroneGrid bouwden hun eigen docking station om dat vervolgens aan landbouwers aan te bieden. Maar de reactie was vrijwel overal dezelfde: ‘wij gebruiken geen drones, waarom zouden we die nodig hebben?’
“Toen kwam het besef dat we ons businessmodel moesten pivoteren”, gaat Stanislas van der Vaeren verder. “Mensen gebruiken geen drones en data, dus zullen ze ook geen nieuwe drones of docking stations aankopen. Wij moesten ons met andere woorden focussen op de databusiness zelf. Dus ja, Sitemark is echt een verhaal van zoeken geweest, van trial and error en van als jonge ondernemer misschien té enthousiast te zijn over ideeën zonder dat eerst aan deftig marktonderzoek te koppelen. Het traject van elke goede start-up, zeker (lacht)?”
Drones zijn geen gadget
De business van Sitemark evolueerde dus van hardware (de drones zelf) tot software. “Dat bleek ook veel meer schaalbaar”, gaat de productmanager verder. “Ik kan me niet inbeelden dat we met onze aanvankelijke docking station-oplossing vandaag wereldwijd zouden staan waar we nu staan. Ook al omdat er aan hardware veel meer hindernissen gekoppeld zijn: mogelijke schade, noodzakelijke licenties, enzovoort. Het is soms gewoon veel gemakkelijker om software te ontwikkelen”, lacht hij.
Dat is echter niet de belangrijkste reden waarom het bedrijf van de naam DroneGrid afstapte en vervelde tot Sitemark, waar geen ‘drone’ meer in te bekennen viel. “De belangrijkste reden is dat we een data-analysebedrijf zijn dat niet beperkt wil worden tot drones, die gewoon een tool zijn om tot die data te komen”, aldus Stanislas van der Vaeren. “Het was bovendien niet echt fijn om gecontacteerd te worden door bedrijven die dachten dat wij met drones mooie foto’s van hun bedrijfsgebouw konden maken. Nee, wij verzamelen en analyseren data, en we doen dat ‘toevallig’ met drones.”
“In die zin hebben we ook een opvoedkundige rol: veel mensen kennen het potentieel van drones nog altijd niet, omdat ze ervan uitgaan dat het gewoon een gadget is. Terwijl het een heel dankbare en toegankelijke tool is om foto’s te maken waarop vervolgens data-analyse kan losgelaten worden. Daar waar je vroeger bijna letterlijk een vliegtuig nodig had om dat materiaal te genereren. En zeg nu zelf: zou je als bedrijf een vliegtuig inzetten om een klein segment van je bedrijfssite te mappen? Nee toch?”
“En wie weet, bestaat er binnen vijf jaar nieuwe technologie om tot die data te komen. Aan ons om die evoluties in de gaten te houden en daar tijdig op in te spelen. Dat is ook een must, want de drone- en softwaremarkt groeit en verandert enorm snel. We voelen de nood om alert te blijven. Maar goed, daarom ben je ook ondernemer: om altijd het volgende probleem te zien. Je mag nooit het gevoel heb dat je er bent.”
Redelijk visionair
Een groei van drie naar zesentwintig medewerkers op drie jaar tijd: het is op z’n zachtst gezegd een indrukwekkend parcours. “Wij vinden dat je het als ondernemer groots moet durven zien”, zegt Stanislas van der Vaeren daarover. “Groot of klein dromen, dat is ten slotte even moeilijk of gemakkelijk.”
“Er komt natuurlijk ook wel wat geluk bij kijken: zo hebben we vrij toevallig de CEO van Eneco ontmoet, die ons als eerste vroeg om met onze drones een inspectie van hun zonnepanelenvelden te doen. Zo is de bal pas echt aan het rollen gegaan, ook wat financiering betreft. Want op basis van de fraaie resultaten met Eneco hebben we financiers kunnen overtuigen van een investering van één miljoen euro tijdens een eerste kapitaalronde, en niet lang daarna een bijkomende vijf miljoen euro.”
Maar hoe zorg je er als bedrijf dan voor dat je je niet vergaloppeert in die groei? “Het komt er vooral op neer niet te beroerd te zijn je te laten omringen door mensen die het beter weten dan jou”, aldus Stanislas van der Vaeren. “Ik vind bijvoorbeeld van mezelf dat ik redelijk visionair ben als ondernemer. Maar een internationaal gezelschap zoals het onze managen? Dat is mijn ding niet, zeker als 26-jarige.”
“Je moet je zwaktes durven identificeren en op basis daarvan slim beginnen aanwerven. Wij hebben bijvoorbeeld mensen aangenomen die heel ervaren waren het specifieke segment van het opzetten van organisaties in nieuwe landen. Op die manier kunnen we gestructureerd en snel blijven groeien – de markt is groot genoeg – maar kan ik mij blijven focussen op de visie rond het product zelf.”
Wij in Europa hebben de reputatie topmateriaal te maken. Alleen zijn we niet zo goed in het promoten ervan, wat de Amerikanen wél zijn
En dat moet ook, want het geheim van het succes zit hem net in dat product. “Wij in Europa hebben de reputatie topmateriaal te maken”, zegt Stanislas van der Vaeren daar over. “Alleen zijn we niet zo goed in het promoten ervan, wat de Amerikanen wél zijn. Zij kunnen als de beste opscheppen over hun eigen, minder hoogstaande product. Misschien is dat wel dé uitdaging van de toekomst?”
Of er op termijn toch muziek zit in transport met drones? “Technisch kan het natuurlijk, net zoals taxidrones in principe mogelijk zijn. Dat is gewoon een kwestie van drones upscalen. Maar de vraag is of het ook wenselijk is, gezien de vereisten rond veiligheid en verantwoordelijkheid. Er worden inderdaad in de media mooie filmpjes verspreid over drones die mensen vervoeren, maar ik denk dat we er nog lang niet zijn. De technische uitdaging is met andere woorden niet de grootste, maar alles errond. Het is niet omdat iets kan, dat het ook mag.”