Amerikaanse CEO over de Nederlandse fintechsensatie Mollie: “Onze miljardenstatus verandert niets aan het werk dat op de plank ligt”

Shane Happach, CEO van Mollie

Fintechsensatie Mollie is meer dan 5 miljard euro waard. Vorig jaar passeerden voor meer dan 10 miljard euro aan online transacties langs de betaaltechnologie van de Nederlandse unicorn, dit jaar wil die de kaap van 20 miljard euro ronden. Er werken vandaag meer dan 500 mensen voor het snelgroeiende bedrijf en elke maand komen er een vijftigtal bij. Het gaat hard voor de rijzende ster aan het fintechfirmament. Bloovi sprak met Shane Happach, de Amerikaan die er sinds april CEO is. “We zitten in een hypercompetitieve en kapitaalintensieve markt. De grootste troef die je als unicorn hebt, is dat je makkelijker talent kan aantrekken.”

Shane Happach is zo’n beetje het prototype van de globetrotter. Geboren in de Verenigde Staten. Getrouwd met een Mexicaanse vrouw, die hij heeft leren kennen in Zwitserland. Gewerkt en gewoond in San Francisco, Amsterdam, Buenos Aires en Londen. Sinds april is hij terug in Nederland om fintech scale-up Mollie te leiden. “Ik ben begonnen in volle pandemie en net na de Brexit, met alle paspoortperikelen die kwamen kijken bij een verhuis van Londen naar Amsterdam. Van een perfecte timing gesproken”, lacht hij.

“Ik werkte in Londen voor Worldpay, een groot bedrijf waar ik Head of Global E-commerce was. Maar ik wilde terug naar een scale-up. Small and lean. Ik wilde opnieuw de CEO zijn: zelf een team bouwen en een strategie uitstippelen. Impact hebben”, vertelt Happach aan Bloovi. “Uiteraard kende ik Mollie, ik was onder de indruk van de manier waarop ze erin geslaagd waren om vanuit Nederland een Europese uitdager voor de allergrootste spelers in de markt te bouwen. Bovendien genoten ze het vertrouwen van de belangrijkste investeringsfondsen ter wereld.”

Constante drive naar innovatie

Naast een globetrotter is Happach ook een echte fintech veteraan. “Ik draai al 16 jaar mee in deze sector”, zegt met enige trots. “Ik heb het gebruiksgemak van online betalen op relatief korte tijd spectaculair omhoog zien gaan. De competitie is enorm intensief geworden. Het moet voortdurend innovatiever, sneller, eenvoudiger, met nog minder frictie.”

Fintech is een enorm gefragmenteerde markt, benadrukt de Amerikaan. “Het is niet zoals bier, waar twee megaspelers de markt domineren. De helft van de fintech markt is in handen van een paar grootbanken, op de andere helft zijn misschien 5.000 start-ups en scale-ups elkaar aan het beconcurreren. Maar ik ben ervan overtuigd dat de toekomst aan die start-ups en scale-ups is. Het online betaalverkeer is een markt op zichzelf geworden. Die constante drive naar innovatie slorpt je zo op dat de klassieke banken stilaan moeten afhaken. Ze hebben zoveel andere katten te geselen dat ze die focus steeds moeilijker kunnen opbrengen. Ze moeten hun middelen ook verdelen, ze kunnen die niet zomaar in één divisie pompen.”

“Want vergis je niet, fintech is bijzonder kapitaalsintensief. Kijk maar naar Mollie, je moet de hele tijd kapitaal blijven bijtanken om voorop te kunnen blijven lopen. Het is een globale markt, je moet zo snel mogelijk internationaal opereren. Ik heb in een vorige job intensief samengewerkt met Netflix. Vandaag zijn zij wereldwijd een referentie, maar wat mensen vaak vergeten is dat Netflix eerst tien jaar lang alleen op de Amerikaanse markt actief was. Het is daar kunnen groeien, om dan de rest van de wereld te veroveren. Dat zou vandaag niet meer kunnen. Die tien jaar is ons niet meer gegund. Zeker in fintech niet, daar gaat het nog zoveel sneller.”

Elke maand 50 mensen aanwerven

Mollie is vandaag 5 miljard dollar waard, na opeenvolgende kapitaalrondes die werden geleid door de grootste durfkapitaalfondsen ter wereld. “Dat vertrouwen in onze onderneming is natuurlijk fijn, maar onze cultuur is nog net dezelfde”, benadrukt Happach.

“Die miljardenstatus verandert niets aan het werk dat op de plank ligt. Integendeel. Of je nu 3, 5 miljard of 7 miljard waard bent, aan de verwachtingen van je klanten verandert niets. De belangrijkste troef die je als unicorn hebt, is dat je gemakkelijker talent kan aantrekken. Ook op dat vlak zitten we in een hypercompetitieve markt.”

“We zijn nu met zo’n 500 mensen, maar elke maand komen er 50 bij. Mijn allergrootste uitdaging als CEO is zonder enige twijfel een team bouwen dat gelijke tred kan houden met onze groei. We zitten in een people’s business. Wij hebben geen last van containers die vastzitten aan de andere kant van de wereld of van grondstoffen die schaars en peperduur zijn. De grootste bedreiging voor Mollie is dat we te weinig of te traag nieuw talent vinden.”

“Daarom openen we ook steeds meer nieuwe kantoren. In Maastricht bijvoorbeeld, maar evengoed in Lissabon. Het idee was lang dat het talent wel naar Amsterdam zou komen, waar we een fantastisch hoofdkwartier hebben. Maar zo werkt het niet. We hebben de rollen omgedraaid. We laten het talent niet meer tot bij Mollie komen, we gaan zelf naar dat talent toe. Uiteindelijk is Amsterdam een stad van 800.000 mensen, voor een bedrijf met torenhoge internationale ambities is dat een piepkleine vijver.”

De pijn van kleinere ondernemingen

Mollie bekleedt volgens Happach een aparte positie in het fintechlandschap. “We hebben ook al vroeg de pijn van kleinere en middelgrote ondernemingen aangevoeld. Fintechbedrijven waren daar aanvankelijk niet in geïnteresseerd, ze focusten zich allemaal op betaalsystemen voor grote webshops. Wij hebben het speelveld vergroot, door ervoor te zorgen dat ook kleinere spelers hun klanten online hetzelfde gebruiksgemak kunnen aanbieden als de grote e-commercereuzen.”

“Het zijn vooral die jongere en kleinere bedrijven die tijdens de coronacrisis massaal de sprong naar online verkoop hebben gewaagd. Wij hebben altijd al op meerdere paarden gewed en we hebben ons nooit vastgepind op één type van gebruikers. Zo heeft de coronacrisis ook ons bedrijf een enorme groeispurt gegeven.”

Mollie leeft van online betalingen, en dus ook van e-commerce. Bedrijven als Amazon stagneren na jaren van fenomenale groei. Heeft e-commerce tijdens de lockdowns zijn plafond bereikt? “Er bestaan heel wat foute veronderstellingen over e-commerce. Vraag mensen hoeveel procent van alle aankopen vandaag online gebeurt en ze zullen waarschijnlijk 50 of 60% antwoorden. In werkelijkheid gebeurt in Nederland slechts zo’n 10% van alle transacties online. In de UK, de Europese koploper als het over e-commerce gaat, is dat 20%. De grote meerderheid van de mensen koopt hun spullen nog altijd voor een aanzienlijk deel offline, in klassieke winkels. Ik geloof dus niet dat e-commerce al op zijn plafond botst, verre van zelfs. Zeker in Europa is er nog een enorme groeimarge.”

“De lockdowns hebben e-commerce een boost gegeven, maar ze hebben ook nieuwe vormen van betalen gestimuleerd. In de winkel scan je vandaag gewoon een QR-code om te betalen. Zo breng je het gebruiksgemak van e-commerce binnen in de offline wereld. Het zijn geen twee gescheiden realiteiten, ze vloeien steeds vaker in elkaar over in de post pandemic wereld. Mollie opereert op het kruispunt van die twee realiteiten”, aldus de CEO.

Van booking.com tot Mollie

Van booking.com en TomTom tot recenter Takeaway, Coolblue en concurrent Adyen: onze noorderburen tellen naast Mollie nog flink wat start-ups die het tot unicorn schopten. Zit er iets speciaals in het Nederlandse water? “Wat fintechs als Adyen of Mollie betreft, speelt het zeker mee dat de Nederlandse regulatoren al snel interesse toonden in online betaalverkeer”, antwoordt Happach. “Terwijl dat in de landen om ons heen nog helemaal was afgestemd op de klassieke betaaldiensten hadden wij hier al een regelgevend kader dat afgestemd was op online betalingen. Dat heeft fintech hier in Amsterdam zeker een boost gegeven. Het hielp ook dat Nederlandse universiteiten heel sterk zijn in computerwetenschappen. In onze beginjaren was er aan techtalent nooit een tekort.”

“Ik denk eerlijk gezegd niet dat Nederland zo uniek is”, nuanceert de Amerikaan. “Op het gebied van fintech hebben we misschien een voorsprong, maar ondernemerschap boomt overal in Europa. Ik zie in alle landen ecosystemen met veelbelovende start-ups die de weg vinden naar internationale markten en investeerders. België moet op dat vlak echt niet onderdoen voor Nederland, hoor.”