In 1984 was de collectie van Wouters & Hendrix helemaal avant-garde. Bijna veertig jaar later gaat er nog altijd een vrolijke dosis rebellie schuil in de vrouwelijke bezielers van het succesvolle Belgische juwelenmerk. Katrin Wouters en Karen Hendrix zijn verhalenvertellers die zich niet in een keurslijf laten vangen. Ze passen niet in het hokje van de kunstenaar, noch in dat van de ondernemer. “Wie onderneemt, is verplicht om zichzelf telkens opnieuw heruit te vinden. Je moet jezelf blijven uitdagen. Het is dodelijk om te denken: nu gaat mijn zaak goed, zo moet het blijven.”
Wat de Antwerpse Zes voor de mode waren, waren Wouters & Hendrix midden de jaren ’80 voor het juwelenontwerp. Eigenwijs, origineel en met een touch of punk bouwden de twee nog piepjonge ontwerpsters een merk uit met internationale faam.
Hun opzet: statement sieraden in de markt zetten die een tikje extravagant waren, maar toch draagbaar, exclusief en toch betaalbaar, in onverwachte combinaties van materialen en technieken. Alles ontworpen en handgemaakt in hun eigen atelier in Antwerpen. Vandaag hebben de designers eigen winkels in Antwerpen, Brussel, Knokke en Amsterdam en verdelen ze hun juwelen van Toronto tot Genève en Hong Kong.
Droom in onderneming gieten
Het is in de stad onder de koekentoren dat Katrin Wouters en Karen Hendrix als prille twintigers hun diploma op zak steken van de befaamde Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, sectie goudsmeden. Ondernemen is op dat moment nog een ver-van-mijn-bed-show.
“We kwamen allebei recht van de academie en hadden de droom om een creatieve collectie te maken die voor een breed publiek toegankelijk was”, vertelt Hendrix. “Hoe we die droom in een onderneming moesten gieten, daar hadden we nog niet over nagedacht. We wilden kunnen leven van onze juwelen, dat was onze eerste drive.”
“Op dat moment waren we nog heel groen achter de oren”, pikt Wouters in. “Aan de Academie werden we opgeleid tot artiest en kunstenaar. Van boekhouding, fiscaliteit of juridische zaken wisten we bitter weinig af. Maar we geloofden zo sterk in ons product dat we alles wat ons pad kwam, hebben aangegrepen om ons verhaal sterker te maken.”
“Toen we onze eerste collectie ontworpen hebben, zijn we meteen naar Parijs gegaan om ze te tonen aan twee zaken waar we altijd naar hadden opgekeken. We hebben het geluk gehad dat die twee winkels meteen wilden bestellen. Het hilarische was: we hadden een heel mooie display gemaakt voor onze juwelen en er nog net wat prijzen bij verzonnen, maar toen ze zeiden: ‘Oké, we willen graag een bestelling plaatsen, pak je orderbon maar’, beseften we dat we dat kleine detail vergeten waren. We hebben toen alles letterlijk op een wit blad moeten schrijven (lacht).”
Onder de kerktoren uit
Op het moment dat Wouters en Hendrix met hun juwelen op de markt komen, zijn ze nog heel niche. “Dat soort juwelen werden er destijds in België eigenlijk niet gemaakt”, vertelt eerstgenoemde. “Je had de klassieke juwelen en diamantsieraden bij de juwelier, of de goedkopere, doorsnee accessoires – de rode oorbellen bij je rode pumps, zeg maar. Maar wij wilden de grote zaken binnen geraken met de artistieke juwelen die we op de Academie hadden leren ontwerpen.”
Evident was het zeker niet om de business binnen te dringen voor twee jonge vrouwen die net van de schoolbanken af waren en amper een idee hadden van wat ondernemen allemaal inhield. “Maar toch denk ik dat we wel enig commercieel inzicht hadden”, meent Hendrix. “We wisten dat we een merk wilden uitbouwen - wat iets heel anders is dan unieke stuks ontwerpen binnen een privé-opdracht. Daarom hebben we altijd heel bewust gekeken hoe we ons product op de kaart konden zetten.”
“We zijn bijvoorbeeld altijd bezig geweest met hoe we de media op de juiste manier konden benaderen, we spraken magazinestylistes aan om onze juwelen te gebruiken in fotoshootings en hadden een persagent in het buitenland. Met onze ontwerpen zijn we ook direct naar de beurzen in Londen en Parijs getrokken. Op die manier komen mensen je wel tegen; als je hier rond de kerktoren blijft hangen, is de kans veel kleiner dat iemand je ontdekt.”
“Voor de fabricatie van onze juwelen zijn we gaan aankloppen bij bedrijven die nog nooit een product als het onze gezien hadden”, vertelt Wouters zichtbaar geamuseerd. “Ze waren gewoon om met klassieke juweliers te werken en hadden zoiets van ‘ocharme die meisjes, met wat voor rommel komen die nu af.’ Toch zijn we erin geslaagd om respect af te dwingen, want we wisten heel goed wat we wilden en hoe we het wilden, al van bij de start. Dan is het extra leuk dat we met veel van die bedrijven na al die jaren nog steeds samenwerken.”
Telkens een nieuw verhaal
Misschien is het net iets makkelijker om vernieuwend te zijn als je de jeugd aan je zijde hebt, erkennen beide ontwerpsters. Maar ook nu ze hun vaste stek veroverd hebben in de wereld van het juweeldesign blijven de uitdagingen op hen afkomen, en probeert het ontwerpduo telkens nieuwe antwoorden te formuleren. “Er hebben altijd wel nieuwe, prikkelende dingen ons pad gekruist”, zegt Wouters. “Het idee van die eerste winkel, de ingeving om een gouden collectie te ontwerpen, de stap naar het digitale verhaal, de nieuwe beeldcultuur. Het hield het voor ons spannend: hoe kunnen we onze wereld weer op een andere manier vertalen?”
Natuurlijk hebben we intussen een soort van herkenbaarheid; een ‘handschrift’ dat ons merk typeert. Maar bij elke collectie gaan we weer op zoek naar andere, nieuwe verhalen om onze ontwerpen aan te verbinden
“Wie onderneemt, is volgens mij verplicht om zichzelf telkens opnieuw heruit te vinden”, pikt Hendrix in. “Je moet jezelf blijven uitdagen. Het is dodelijk om te denken: nu gaat mijn zaak goed, zo moet het blijven. Of: dit verkocht vorige keer goed, ik ga dat nog eens terug doen. Natuurlijk hebben we intussen een soort van herkenbaarheid; een ‘handschrift’ dat ons merk typeert. Maar bij elke collectie gaan we weer op zoek naar andere, nieuwe verhalen om onze ontwerpen aan te verbinden.”
“Je probeert overal en altijd met je ogen open rond te lopen”, vertelt Wouters. “Elk klein voorval op straat, ieder gebruiksvoorwerp kan een inspiratie zijn. Een sieraad is voor ons nog altijd een kunstwerk dat we thematisch proberen te onderbouwen. Wij vertalen emoties in vormen en materialen. Of elk sterk product een verhaal in zich draagt? Misschien hoeft dat niet altijd. Maar áls het er een heeft en je leert het kennen, dan betekent dat voor mij persoonlijk toch wel een verrijking. Bij iets wat alleen maar mooi is, heb ik soms toch een leeg gevoel.”
Twee-eenheid
Surfend op het internet vind je haast geen enkele foto van Katrin Wouters of Karen Hendrix apart. Als gezicht van hun merk staan ze onafscheidelijk naast elkaar. “Om samen te ondernemen, kan je bijna niet anders dan een echte twee-eenheid zijn”, stelt Hendrix. “Wij kennen elkaar enorm goed. De basis waarom we ooit zijn samengegaan, is dat we elkaars werk heel erg apprecieerden. Dat maakt het ook veel makkelijker om elkaars feedback te aanvaarden en je door de ander te laten bijsturen.”
“Nog een groot voordeel van als duo te ondernemen, is dat je elkaar de hele tijd kunt motiveren. Wanneer de één het wat laat hangen, kan de andere pushen. Die momenten zijn er zeker geweest in de weg die we samen hebben afgelegd. Want het is absoluut hard werken en het stopt nooit. We hebben bovendien allebei drie kinderen. Soms heb ik wel eens gedacht: hoe moet het nu verder? Maar we zijn er altijd uitgeraakt, sterker dan tevoren zelfs.”
Durven loslaten
Vandaag hebben de ontwerpsters niet alleen meer een verantwoordelijkheid tegenover elkaar, maar tegenover een heel team. “Eerst deden we alles zelf”, weet Wouters nog. “Maar stapsgewijs geef je dan toch bepaalde dingen uit handen. Dat is ook een hele uitdaging geweest. Ergens heb je altijd het gevoel dat jijzelf nog het beste weet hoe het kan en moet. Durven loslaten en andere mensen betrekken bij je onderneming is een hele oefening.”
“Vroeger liepen we toevallig tegen een opportuniteit aan, en pakten we die onmiddellijk vast”, vult Hendrix aan. “Een eigen winkel oprichten stond bijvoorbeeld niet in onze planning, maar plots zagen we een pand waarvan we dachten: dit is het. En de volgende dag was het van ons. Die dynamiek is wel heel anders nu. Tegenwoordig hebben we mensen die zich over de zakelijke kant van de organisatie buigen, en die daar een strategisch plan voor hebben. Impulsief dingen doen, zit er vandaag veel minder in.”
“Anderzijds doen de vele jonge mensen die er zijn bijgekomen ook wel een frisse wind waaien door onze onderneming”, ervaart Wouters. “Hier in huis hebben we intussen een productie- en designteam van een dertigtal medewerkers. Zij geven weer een nieuwe wending aan ons verhaal. Al deze mensen die samen met ons aan een nieuwe collectie werken, dat geeft toch ook weer wel een heel fijn gevoel.”