Hans De Canck, medeoprichter FARI (Photo by Thierry Geenen)
Hoe slaan we de brug tussen de puur technologische AI-innovaties die het bedrijfsleven vandaag in sneltreinvaart ontwikkelt enerzijds en de concrete inzet daarvan in allerlei publieke domeinen en instellingen anderzijds? Op die vraag hoopt FARI mee een antwoord te bieden. Het Artificial Intelligence for the Common Good Institute zag dit voorjaar het levenslicht in Brussel, en wordt geleid door de twee universiteiten (VUB en ULB) in onze hoofdstad. FARI wil zowel bedrijven en start-ups als overheden en non-profitorganisaties de nodige expertise en instrumenten aanreiken om AI-toepassingen ook breed maatschappelijk te kunnen inzetten.
Expertise bundelen
“We worden vandaag min of meer om de oren geslagen met AI, en dan vooral met de risico’s die verbonden zijn aan de inzet daarvan,” klinkt het bij medeoprichter Hans De Canck. “Vanuit de vaststelling dat we zowel binnen de VUB als bij de ULB flink wat expertise in huis hebben op dat vlak - niet enkel puur technologisch maar ook rond de ethische, maatschappelijke of juridische aspecten - hebben we besloten om al deze expertise te bundelen in één nieuw instituut.”
Opvallend: het uitgangspunt van FARI is niet zuiver economisch, integendeel. De onderzoeksinstelling wil vooral projecten ondersteunen waarbij AI, slimme data en robotica kunnen worden ingezet met het oog op een breed maatschappelijk belang. “Het instituut wil een brug slaan tussen AI-deskundigen, burgers, bedrijven en lokale organisaties”, licht De Cank toe.
“Heel concreet denken we dat artificiële intelligentie ons kan helpen om in Brussel een aantal grote actuele uitdagingen aan te pakken, gaande van de vervoersproblematiek over duurzame ontwikkeling tot de toegang tot de gezondheidszorg. Algoritmes in dienst van en ter optimalisatie van het dagelijks leven, zeg maar. Daartoe zullen we uiteraard met bedrijven samenwerken, maar net zo goed met de burger.”
Onbegrip en angst
Anno 2021 zijn nogal wat publieke overheden nog altijd afhankelijk van software die hen door grote commerciële bedrijven wordt aangereikt, maar doorgaans hebben ze weinig inzicht in de technologie die daarachter schuilgaat. Dit geldt a fortiori voor de inzet van AI: waarom maken algoritmes bepaalde keuzes? Denk maar aan de de jobs die werkzoekenden automatisch – op aansturen van welbepaalde algoritmes dus - voorgeschoteld krijgen wanneer ze ingeschreven zijn bij de VDAB of Actiris.
“Artificiële intelligentie is vandaag overal, en het lijkt ons absoluut noodzakelijk om de eindgebruiker daar beter bij te betrekken. We zien een groot gebrek aan kennis en inzicht bij de burger, en dit leidt niet zelden tot onbegrip en zelfs angst.”
300 onderzoekers
Een gebrek aan ambitie kan je FARI alleszins niet aanwrijven. In totaal zijn er 10 onderzoeksgroepen van de VUB en de ULB betrokken bij het project, goed voor maar liefst 300 onderzoekers. Uit deze brede pool van experten kan de nieuwe onderzoeksinstelling putten, in functie van de specifieke projecten die zullen worden opgezet.
“Net in die toepassingen kunnen onderzoekers met een brede achtergrond dan bekijken hoe de inzet van algoritmes kan herdacht en verbeterd worden”, geeft De Canck aan. “De pandemie, en dan vooral het Europese relanceplan dat daaruit voortvloeide, gaf ons initiatief een beslissend duwtje in de rug.”
“De Brusselse regering schoof FARI naar voren als een belangrijke potentiële trigger voor de digitale transitie in de hoofdstad, en kreeg daarvoor finaal ook tien miljoen euro relancemiddelen toegeschoven.”
Vertalen in commerciële oplossingen
Je kan je uiteraard de vraag stellen waarom er, in tijden waarin het in het bedrijfsleven al AI is wat de klok slaat, ook nog nood is aan een openbaar onderzoeksinstituut om vergelijkbare research te doen. Hans De Canck: “Wij zijn academisch gedreven en willen dus vooral ook een aantal andere aspecten van AI-toepassingen onderzoeken. Wij zullen hier géén kant-en-klare producten afleveren, daarvoor willen we uiteraard blijven samenwerken met bedrijven die onze inzichten kunnen vertalen in nieuwe commerciële oplossingen.”
Wij zullen géén kant-en-klare producten afleveren, daarvoor willen we blijven samenwerken met bedrijven die onze inzichten kunnen vertalen in nieuwe commerciële oplossingen
“De rode draad daarin zal wel zijn dat deze oplossingen op een of andere wijze het publieke goed moeten dienen. Typisch denken we daarbij dan aan toepassingsvelden zoals groene energie, klimaatverandering, mobiliteit, gezondheidszorg of zelfs democratie.”
Eyeopener voor de bedrijfswereld
Tegelijk wil FARI zeker niet uitsluitend een instrument ten dienste van de overheidsadministratie zijn, geeft De Canck aan. “Wij geloven dat er met nieuwe toepassingen in deze domeinen ook valabele businesscases te ontwikkelen zijn, en dat er nieuwe spin-offs kunnen groeien op basis van de bredere inzichten die hier zullen ontstaan. We moeten mee de ogen helpen openen rond het potentieel dat er in deze domeinen nog ligt. Nog al te vaak gaan bedrijven ervan uit dat het rendement of de commerciële ontwikkelingskansen daarvan te laag liggen.”
We merken dat er bij heel wat publieke instellingen vandaag gewoonweg nog te weinig inzicht bestaat rond de mogelijkheden die AI en robotica bieden
“Bedrijven - ook start-ups - die op dit vlak zelf potentieel zien, kunnen ook rechtstreeks bij ons komen aankloppen. Wij kunnen hen dan eventueel ook coachen en begeleiden als start-up. We merken immers dat commerciële bedrijven vandaag die vertaalslag nog te weinig maken, of dat ze weinig ervaring hebben met de juiste benadering van publieke overheden. Net dankzij de multidisciplinaire samenstelling van dit instituut hopen we hen daarbij een eind vooruit te kunnen helpen. Ik denk dan bijvoorbeeld heel concreet aan de juridische of ethische impact van bepaalde AI-toepassingen.”
Net op dat vlak denkt FARI ook een aanvulling te kunnen bieden op al bestaande initiatieven, bijvoorbeeld van Agoria, die toch vooral vanuit het technologische aspect vertrekken. “Maar”, zo erkent De Canck ook, “omgekeerd merken we dat er bij heel wat publieke instellingen vandaag gewoonweg nog te weinig inzicht bestaat rond de mogelijkheden die AI en robotica bieden.”
De AI-boot afhouden
Ook professor Ann Nowé, die het AI Lab aan de VUB leidt, benadrukt vooral de meerwaarde van een meer interdisciplinaire aanpak als het op de bredere toepassing van AI aankomt. “Klassiek waren het in ons land tot nog toe vooral mensen met een informatica-, wiskunde- of ingenieursopleiding die zich achteraf verder specialiseerden in AI. Vaak hadden zij nog te weinig aandacht voor de menselijke aspecten daarvan, iets waar menswetenschappers natuurlijk wél oog voor hebben.”
“Terwijl wij vaststellen dat het vandaag nu net vaak foutloopt met de concrete invulling en toepassingen van AI, waardoor er maatschappelijk ook een zeker onbehagen gegroeid is rond die technologie.”
“Omgekeerd merken we ook dat in bepaalde sectoren - bijvoorbeeld de medische wereld - heel wat mensen de AI-boot liever wat afhouden. Ze weten doorgaans heel goed welke specifieke certificeringen of ethische garanties er moeten worden ingebouwd voor bepaalde nieuwe toepassingen, maar gaan ervan uit dat nieuwe AI-oplossingen bepaalde garanties niet kunnen bieden”, zegt Nowé. “Ik zie het deels ook als onze taak om beide partijen dichter bij elkaar te brengen. Zonder onze onafhankelijkheid te verliezen uiteraard.”
Groene stroom
Een heel concreet toepassingsdomein van AI-technologie waarin Nowé zelf nog flink wat groeipotentieel ziet, zijn de combinatie en optimalisering van de inzet van alle mogelijke vormen van groene energie op maat van een stad zoals Brussel. “Zonneproductie, windenergie, warmtenetten, noem maar op: hoe kan je die zo efficiënt mogelijk connecteren en de aangeleverde groen stroom vervolgens ook zo goed mogelijk verdelen over de gehele stad? Hoe moeten we dat systeem precies vormgeven, en hoe kunnen ook mensen die zelf nog geen groene stroom produceren toch meegenieten van de totale hoeveelheid groene stroom die op bepaalde momenten meer dan voldoende is om een hele stad te bevoorraden?”
“Vraag en aanbod moeten daarbij zo goed mogelijk op elkaar worden afgestemd. Hier aan de VUB hebben we al een systeem ontworpen dat daarop een antwoord zou kunnen bieden. De meeste mensen zijn op de hoogte van de zogenaamde data driven-mogelijkheden - zeg maar de AI-aanpak die vooral op heel veel kwalitatieve data steunt - maar ze beseffen niet dat artificiële intelligentie veel verder gaat.”
“Die mogelijkheden aantonen, waarbij de stakeholders betrokken worden in het proces en meebeslissen over de waarden en normen, is dan ook de volgende stap. Net voor dit soort projecten kan FARI een belangrijk duwtje in de rug geven.”