Jean-Charles Carrette, eigenaar en CEO van Addax Motors
Ze verkopen als zoete broodjes, van Portugal tot Noorwegen. Ze zijn technologisch bijzonder innovatief, hebben hun looks mee én rollen in eigen land van de productieband. Weinig mensen weten het, maar sinds enkele jaren huist er in West-Vlaanderen een heuse fabrikant van elektrische bestelwagens. Een gesprek met Jean-Charles Carrette, eigenaar en CEO van Addax Motors. “Elke bestelwagen wordt volledig op maat gemaakt, in functie van de eindtoepassing.”
Jean-Charles Carrette mag dan al uit een ondernemersfamilie stammen, zelf wilde hij aanvankelijk helemaal niet in de voetsporen van zijn vader treden. “Ik ben mijn carrière gestart als consultant in Brussel, en mikte eigenlijk op een baan in een groot bedrijf. Tot mijn vader me op een mooie dag voorstelde om de verdere commerciële uitbouw van het West-Vlaamse familiebedrijf op de schouders te nemen. Dat was voornamelijk actief in de leasing van bedrijfswagens en bezat ook een Ford-concessie.”
“Ik heb toen bijzonder lang getwijfeld, want ik was eigenlijk te veel op mijn zelfstandigheid gesteld om in het bedrijf van mijn vader te gaan meedraaien”, klinkt het vandaag.
Van de initiële activiteiten van het familiebedrijf schiet er intussen ook niets meer over, en het vervelde van een pure automotive-speler tot een groep die actief is in de energiesector (Elexys), in IT (Cogenius) én - last but not least - de ontwikkeling en productie van elektrische bestelwagens.
Belgische autoconstructeur
Stellen dat Addax Motors een innovatief bedrijf is, is een stevig understatement. Het maakbedrijf zag amper vier jaar geleden het levenslicht in het West-Vlaamse Deerlijk. In 2018 rolde er de eerste elektrische bestelwagen Made in Belgium van de band, voor dit jaar wordt er al op een jaarproductie van enkele honderden wagens en op een omzet van 8 miljoen euro gemikt. Catalogusprijs van zo’n bestelwagen? Om en bij de 30.000 euro.
Het bedrijf groeit als kool en telt intussen al 37 werknemers. Eén op vier medewerkers zijn ontwikkelaars of onderzoekers. “Toen we enkele jaren geleden onze officiële aanvraag indienden bij de federale overheid om erkend te worden als autoconstructeur, vielen ze daar toch wel wat uit de lucht”, blikt Carrette terug. “Een heuse autoconstructeur in België, dat hadden ze al flink wat jaren niet meer meegemaakt.”
Ondernemen uit frustratie
Flink wat visie en een gezonde dosis opportunisme: ze lopen als een rode draad door het ondernemersverhaal van Jean-Charles Carrette. “Wij hebben intussen al een vijftal nieuwe bedrijven opgestart, en telkens opnieuw zijn die ontstaan vanuit een zekere frustratie of vanuit het inzicht dat ik kon inspelen op een bepaalde nood. Zo werd ons IT-bedrijf opgestart omdat ik merkte dat de interne IT’ers binnen het familiale leasingbedrijf het doorgaans na een aantal maanden al voor bekeken hielden, doordat ze het werk te eentonig vonden. Dat bracht me op het idee om zelf een IT-bedrijf uit de grond te stampen dat ook elders opdrachten zou aannemen, zodat er meer variatie kwam in het werk.”
Wij hebben intussen al een vijftal nieuwe bedrijven opgestart, en telkens opnieuw zijn die ontstaan vanuit een zekere frustratie of vanuit het inzicht dat ik kon inspelen op een bepaalde nood
“Idem dito voor ons energiebedrijf: in 2008 waren we nog een pionier met de plaatsing van zonnepanelen. Al snel kwamen we tot de frustrerende vaststelling dat de overdracht van zelfgeproduceerde energie naar het net ons als bedrijf financieel amper iets opleverde. Daarop hebben we besloten om zelf ook energieleverancier te worden, en zonne-energie van bedrijven aan te kopen en opnieuw te verkopen.”
Carrette geeft het grif toe: hij gaat zich al snel vervelen, en is haast constant op zoek naar nieuwe uitdagingen. “De oplossing van een probleem opent niet zelden de weg naar een nieuw businessmodel.”
Eenzelfde patroon tekende zich af bij de opstart van Addax Motors, al was de sprong hier toch nog net iets groter. Met de productie van elektrische bestelwagens begaf Carrette zich immers voor het eerst buiten de dienstensector. Bovendien ging het ook om een technologisch zeer innovatief product, en mikt Addax Motors van bij aanvang resoluut op de internationale markt. Vandaag gaat zelfs zowat 90% van alle geproduceerde bestelwagens naar het buitenland.
Technische problemen
“Toen de eerste elektrische voertuigen een kleine tien jaar geleden op de markt kwamen, zagen we daarin - als leasingbedrijf - al snel een opportuniteit voor sommige bedrijfsklanten. We kregen enige naamsbekendheid als leasingbedrijf dat ook al inzette op elektrische voertuigen, en op een mooie dag klopte een grote groep die vakantieparken exploiteert bij ons aan. Of we voor hen ook elektrische bestelwagens konden leasen? Zo zijn we daar in 2014 mee gestart, waarbij we kleine Europese merken aanboden die vandaag concurrenten zijn van Addax Motors.”
“Al snel botsten we op allerlei technische problemen: zo reden die bestelwagens bijvoorbeeld nog op lood-zuurbatterijen, die vaak heel snel leegliepen. De producenten waren voornamelijk zeer kleine, haast ambachtelijke bedrijfjes, die geen naverkoop hadden die naam waardig. Als leasingbedrijf waren wij bij technische problemen uiteraard het eerste aanspreekpunt van onze klanten, en daarbij botsten we dus almaar vaker op allerlei operationele problemen.”
“Finaal hadden we zelfs een eigen vliegende technische ploeg opgericht, die desnoods nieuwe onderdelen ging aankopen op de parallelle markt en vervolgens de voertuigen ging herstellen bij klanten in heel Europa. Zij sliepen zowat in hun bestelwagen (lacht). Zo zijn we tot het besef gekomen dat er wel een groeiende markt was voor die elektrische bestelwagen, maar dat daar geen kwalitatief aanbod tegenover stond.”
De geschiedenis herhaalde zich, en na twee jaar miserie met externe leveranciers besloot Carrette het heft in eigen handen te nemen. Omdat hijzelf geen greintje productie-ervaring had, contacteerde hij een aantal vroegere Ford-toeleveranciers in Limburg met de vraag of zij hem konden helpen met de assemblage van zo’n bestelwagens in Limburg.
Intussen zijn we op zoek naar een nieuwe locatie om daar op termijn een tweede productiesite te openen
“Achteraf bekeken was dit een zeer goede keuze: de kost voor de opstart van de assemblagelijn werd zo in eerste instantie uitbesteed. Pas in 2019 hebben we hier in Deerlijk dan een eigen volwaardige productielijn gebouwd. Intussen kunnen we de vraag niet meer bijhouden, en daarom starten we hier binnenkort met een tweeploegenstelsel. Intussen zijn we ook op zoek naar een nieuwe locatie om daar op termijn een tweede productiesite te openen.”
Belgische productie
Van zodra de eerste plannen op de tekentafel lagen, was het voor Carrette een min of meer uitgemaakte zaak dat die nieuwe elektrische bestelwagen in eigen land van de spreekwoordelijke band zou rollen. “Zo’n elektrisch voertuig is samengesteld uit enerzijds koop- en anderzijds maakonderdelen. Die kooponderdelen zijn bijzonder specifiek en er zijn wereldwijd maar een handvol producenten. Als autobouwer heb je daar dus eigenlijk bijzonder weinig impact op.”
Met dit product schrijven we ook een nieuw, duurzaam verhaal. Enkel al om die reden zou het wat vreemd zijn om hiermee naar China uit te wijken
“De maakonderdelen - die grotendeels worden ingezet voor de bouw van het chassis en de carrosserie - zijn in ons geval onderdelen in staal, aluminium, glas of plastiek. Daarvoor wilden we toch liefst zoveel mogelijk met Belgische leveranciers in zee gaan. In de opbouwfase van een gloednieuw product is het immers veel eenvoudiger en comfortabeler als je leveranciers om de hoek zitten, je kan dan veel sneller schakelen en bijsturen dan wanneer je telkens op nieuwe onderdelen uit pakweg China moet wachten”, legt de CEO van Addax Motors uit.
“Ook de industriële productie van zo’n prototype zagen we eerder hier in West-Europa dan in het Verre Oosten of in Oost-Europa. De productiekost ligt daar veelal nog een heel stuk lager, dat klopt, maar er spelen intussen ook andere factoren. Met dit product schrijven we ook een nieuw, duurzaam verhaal. Enkel al om die reden zou het wat vreemd zijn om hiermee naar China uit te wijken.”
De volledig digitale aansturing van de productie maakt het hele fabricageproces een flink stuk kostenefficiënter. “Dat is wellicht ook één van de grootste verschillen in vergelijking met de industriële productie van enkele decennia geleden: we kunnen nu in eigen land auto’s produceren tegen een relatief beperkte arbeidskost. Bovendien zijn onze wagens volledig met IoT-technologie opgebouwd, zodat wij achteraf een zeer laagdrempelige naverkoopdienst kunnen verzekeren vanuit de fabriek. Wij hebben daarvoor geen peperduur netwerk van lokale concessiehouders meer nodig.”
Maatwerk
Om de loonkostenhandicap te overwinnen, zet de nieuwe maakindustrie in Vlaanderen dus niet enkel in op productinnovatie, maar net zo goed op productie-innovatie. Lange en onzekere aanvoerketens staan daar haaks op. “Qua handenarbeid is dit een puur assemblagebedrijf”, erkent Carrette. “We leggen de technische complexiteit zoveel mogelijk bij de leveranciers van hoogtechnologische onderdelen.”
“Om dit even concreet te maken: in elk elektrisch voertuig dat hier buitenrijdt, zitten niet meer dan 35 manuren. Dat is bijzonder weinig, we werken dus heel efficiënt. Met dank vooral aan de volledige digitale aansturing van de productielijn: onze arbeiders krijgen alle instructies via een schermpje bij de werkpost en alles wordt beheerd in de cloud.”
Elke bestelwagen wordt volledig op maat gemaakt, in functie van de eindtoepassing. Hier dus geen series van tweeduizend identieke wagens die de band afrollen
Tegelijk is Addax ook een toonbeeld van flexibiliteit. Het bedrijf mikt met zijn elektrische bestelwagens op verschillende afzetmarkten, gaande van steden en gemeenten over pretparken en industriële klanten tot supermarkten en zogenaamde last mile -toepassingen. De allerlaatste etappe tot bij de eindconsument in pakjesvervoer, bijvoorbeeld. “Elke bestelwagen wordt volledig op maat gemaakt, in functie van de eindtoepassing”, benadrukt Carrette. “Hier dus geen series van tweeduizend identieke wagens die de band afrollen.”
Paradoxaal genoeg kunnen de digitalisering en robitisering zo op termijn opnieuw meer productiebanen naar Vlaanderen halen. “Enerzijds maken we de productie goedkoper door zoveel mogelijk processen te automatiseren. Anderzijds maken we ze slimmer en hoogwaardiger door waar nodig goed opgeleide mensen van vlees en bloed in te zetten.”
Over het antwoord op de vraag wat nu de belangrijkste lessen zijn die hij in zijn al behoorlijk gevarieerde ondernemerscarrière geleerd heeft, hoeft Carrette niet lang na te denken. “Ik heb vooral geleerd dat je je als ondernemer voldoende snel moeten openstellen voor extern kapitaal. De tijd dat je als ondernemer liefst stevig alle aandelen van je bedrijf in handen hield, is definitief voorbij. Externe kapitaalverschaffers binnenhalen is niet enkel heel verrijkend, het laat je natuurlijk ook toe sneller te groeien. Het besloten bedrijfsmodel is echt niet meer van deze tijd.”