Koen Willsens, CEO van Runners’ Lab (Photo: Runner’s Lab)
Ondernemen is geen sprint maar een marathon, weet elke doorgewinterde ondernemer. Niemand is beter geplaatst om dat cliché aan de waarheid te toetsen dan Koen Wilssens, de drijvende kracht achter de succesvolle loopwinkels van Runners’ Lab en zelf uiteraard ook fervent loper. Hij ziet heel wat parallellen tussen topsport en ondernemen. “Gloriemomenten en tegenslagen wisselen elkaar af. Je mag daar vooral niet te lang bij stilstaan want er zijn altijd weer nieuwe doelen om naartoe te werken.”
Revolutionaire loopscan
Runners’ Lab is een echt familiebedrijf, start Koen Wilssens zijn verhaal. “Mijn vader is in 1980 begonnen met een klein winkeltje in Beveren-Waas. Hij is elektronicus van opleiding: in de ene helft van de winkel verkocht hij televisietoestellen, in de andere helft loopschoenen. De winkel is opengegaan op 15 juni 1980, ik ben geboren op 15 maart 1981. Precies negen maanden later (lacht). De schoenen kwamen toen nog binnen zonder veters. Als vierjarige was ik in de winkel al veters in schoenen aan het strikken.”
Vanuit zijn passie voor elektronica ontwikkelde vader Jempi Wilssens een loopscan. Hij dokterde een manier uit om te meten hoe mensen precies lopen, zodat hij hun loopschoenen daarop kon afstemmen. “Die loopscan was toen echt revolutionair”, zegt Koen Wilssens daarover. “Vandaag gebruiken loopwinkels die scan nog altijd, in een technologisch meer geavanceerde versie. Niet alleen wij, maar ook onze concurrenten. Over heel Europa.”
Profatleet wordt ondernemer
Koen Wilssens kreeg de loopmicrobe mee van thuis. Hij schreef zich in aan de topsportschool en waagde zijn kans als professioneel atleet. “De 3.000 meter steeple was mijn specialiteit. Ik ben daarna overgeschakeld van de piste naar de weg, en heb de Ten Miles in Antwerpen nog gewonnen. Ik was een goeie atleet, maar kwam net te kort voor de absolute top. Eigenlijk ben ik te vroeg geboren. Er mochten in die tijd minder atleten naar de Olympische Spelen en de limieten waren toen nog een pak strenger dan vandaag.”
Na een paar hield Willssens het voor bekeken als professioneel atleet en stapte hij in de zaak van zijn ouders. “Mijn vader had zich ondertussen voluit op het zusterbedrijf gestort, op het verder ontwikkelen en verfijnen van die loopscan. De winkel zelf draaide niet fantastisch goed. Ik ben begonnen als verkoper/adviseur, maar al snel deed ik eigenlijk het volledige management. In 2009 heb ik mijn ouders voorgesteld om het bedrijf van hen over te nemen.”
Meteen daarna verhuisde de winkel van Beveren-Waas naar Zwijndrecht, op een locatie vlakbij de snelweg die vlot te bereiken was. “Mijn vader had een geweldige service ontwikkeld, met persoonlijk en professioneel advies, maar dat wilde nog niet zeggen dat lopers uit heel Vlaanderen daarvoor naar een godvergeten gat als Beveren-Waas zouden komen”, zegt Wilssens.
“Het besef was daar dat we moesten uitbreiden om verder te kunnen groeien. Ik heb er een kaart van Vlaanderen bijgenomen en opende nieuwe winkels in Beringen, Gent en Zaventem. Een mooie vierhoek. Dit jaar is daar nog een vijfde vestiging in Antwerpen bijgekomen. En ik zie nog best veel mogelijkheden voor de toekomst.”
Ondernemen is een steeplerace
Ze zeggen vaak dat ondernemen een marathon is, maar de 3.000 steeple met al zijn hindernissen onderweg - balken en waterbakken - is ook geen slechte metafoor, heeft Wilssens met vallen en opstaan ontdekt. “Er zijn wel wat parallellen. Zowel in de sport als in het ondernemerschap wisselen gloriemomenten en tegenslagen elkaar af. En je mag zowel bij een overwinning of een nederlaag niet te lang blijven stilstaan. Even vieren of even treuren en dan, hop, je focus terugvinden en je blik op het volgende doel richten. Ik legde mezelf als atleet zoveel druk op dat mijn doelen eigenlijk té hoog lagen. Daar moet ik als ondernemer ook voor oppassen.”
Ik legde mezelf als atleet zoveel druk op dat mijn doelen eigenlijk té hoog lagen. Daar moet ik als ondernemer ook voor oppassen
Wilssens is dan wel geen atleet meer, hij blijkt nog altijd behoorlijk competitief ingesteld. “Dat raak ik nooit meer kwijt, vrees ik. Pas op, dat is niet noodzakelijk slecht. Zolang het fair en menselijk blijft, mag onze maatschappij wel een beetje competitiviteit hebben. Het houdt je scherp, het stuwt je vooruit om elke keer een klein beetje beter te doen. Als atleet heb ik ontdekt dat mensen meer kunnen dan we meestal zelf denken. Competitie doet ons boven onszelf uitstijgen. Dat is in de sport zo, maar dat is ook bij ondernemen zo. Je moet de lat telkens een beetje hoger leggen.”
Van 5.000 naar 70.000 klanten
Dat lukte Wilssens aardig, want de voorbije tien jaar is Runners’ Lab enorm gegroeid. “Onze omzet is elk jaar met 10 tot 15% gestegen, van 5.000 klanten zijn we naar bijna 70.000 gegaan. Het succes van grote loopevents zoals de Antwerp 10 Miles of de Urban Trails in verschillende steden hebben lopen enorm populair gemaakt.”
“De loopschoenen op zich zijn sinds de tijd dat mijn vader zijn winkel begon natuurlijk wel geëvolueerd, maar al met al blijven ze een redelijk traditioneel product. Het is vooral de beleving die enorm veranderd is. Alles staat en valt nog altijd met kwaliteitsvolle producten en met adviseurs die expertise aan passie koppelen, maar het concept en de winkelbeleving zijn vandaag even belangrijk geworden.”
In 2015 werd de missie van Runners’ Lab onder toedoen van Koen Wilssens herschreven. “Toen mijn vader de winkel begon, was zijn missie: lopers blessurevrij houden. Dat is nog altijd een essentieel onderdeel van wat we doen. Maar we gaan vandaag een pak verder. We willen mensen inspireren en motiveren om te sporten en te lopen. We willen passie uitstralen, mensen goesting geven om hun loopschoenen aan te trekken en het park of het bos in te duiken. Daarom waken we er bijvoorbeeld ook over dat we op onze sociale media alle types van lopers tonen. Niet alleen de afgetrainde atleten en de marathonlopers, maar evengoed de beginners die trots zijn op hun eerste kilometers.”
De zesde winkel
Toen COVID-10 losbarstte, moest Runners’ Lab het roer razendsnel omgooien. “Het was dubbel”, vertelt de CEO daarover. “Mensen (her)ontdekten massaal het lopen, plots had iedereen nieuwe loopschoenen nodig, maar onze fysieke winkels moesten dicht. We hadden gelukkig een webshop, maar lopers komen ook naar ons voor advies. Als je loopschoenen bij ons komt kopen, nemen we daar echt onze tijd voor. We doen een loopscan, testen verschillende schoenen uit, reserveren voor elke klant die schoenen komt kopen een half uur. Ineens konden we lopers alleen nog digitaal helpen. We zijn dan via WhatsApp persoonlijk advies beginnen geven. Klanten legden uit hoe vaak ze liepen en waar ze pijn hadden, ze deelden hun loopschoenen, stuurden foto’s van de slijtage van hun schoenen.”
Onze webshop is goed voor zo’n 15% van de omzet, eigenlijk is het onze zesde winkel
“Het resultaat van dit alles is dat WhatsApp een volwaardig verlengstuk van onze winkels is geworden. Onze webshop is goed voor zo’n 15% van de omzet, eigenlijk is het onze zesde winkel. Dat online kanaal zal ongetwijfeld nog aan belang winnen, maar ik ben er vrij zeker van dat lopers altijd nood zullen hebben aan een fysieke winkel. Een plek waar ze persoonlijk en professioneel advies krijgen, maar waar ze ook andere lopers tegen het lijf lopen.”
Van Valencia naar Barcelona joggen
Toen we Wilssens een eerste keer contacteerden voor dit interview, kregen we hem niet meteen te pakken. Hij zat op dat moment met hele team van Runners’ Lab een week in Spanje. “Al onze medewerkers hadden zich tijdens de coronacrisis al anderhalf jaar lang te pletter gewerkt. Het was hier echt een zottenkot, vaak was onze klantenagenda weken aan een stuk volgeboekt. Ze verdienden dat weekje zon.”
Een team dat enthousiast is en aan elkaar hangt, dat straalt ook af op de klanten
“Puur cijfermatig heeft zo’n week natuurlijk een grote impact. We sloten onze winkels voordien ook al vier dagen per jaar, om het hele team samen te brengen en ideeën en ervaringen uit te wisselen. Maar een hele week omzet opgeven, dat is nog iets anders. ‘Je weet niet wat dat kost, zeker?’, kwam er vanuit de financiële dienst. En toch ben ik er zeker van dat die week ons op termijn meer gaat opleveren dan dat het ons gekost heeft. Een team dat enthousiast is en aan elkaar hangt, dat straalt ook af op de klanten.”
Wie aan een weekje teambuilding onder de Spaanse zon denkt, denkt waarschijnlijk aan luieren op het strand, met wat tapas en een frisse cocktail. Niet zo bij Runners’ Lab. Wilssens en co hielden een estafetteloop van Valencia naar Barcelona. Een slordige 200 kilometer. “Pas op, we hebben ook gefeest, gegeten en gedronken hoor”, haast hij zich. “Maar er moest toch ook wat competitie inzitten. De teams waren zo samengesteld dat mensen uit verschillende winkels samen in één team zaten. Het was mooi om te zien hoe ze elkaar aanmoedigden. Of uit de nood hielpen, wanneer iemand het moeilijk kreeg na 20 of 30 kilometer.”
Geen gsm, voor niemand bereikbaar
Slaagt een drukbezette ondernemer als Koen Wilssens er zélf nog in de Bashir Abdi in zich los te laten? “Ik probeer om toch drie of vier keer per week te lopen. Ik heb daar ook trucjes voor gevonden, zo vergaderen we bij Runners’ Lab regelmatig al lopend. Een aanrader, zeker als je zonder formele agenda wat ideeën wil uitwisselen.”
“Ik heb die looptochtjes echt nodig. Het zijn eigenlijk de énige momenten waarop ik niet geconnecteerd ben, de énige momenten waarop de smartphone thuisblijft en ik voor niemand bereikbaar ben. Als ondernemer sta je voortdurend onder druk, maar tijdens het lopen kan ik mijn hoofd even helemaal leeg maken. Op die momenten komen ook vaak nieuwe ideeën aanwaaien, net omdat je niet opgeslorpt wordt door andere dingen.”
“Om de motivatie te blijven vinden, helpt het dat ik competitief ingesteld ben. Ik wil nog meekunnen met de jongere collega’s (lacht) Voorlopig kan ik nog volgen, dat wil ik zo lang mogelijk zo houden.”