Alle goede dingen lijken vandaag uit de zee te komen: zeegras is één van de grootste CO2-stofzuigers op de planeet, Colruyt werkt aan een zeeboerderij en offshore windenergie blaast ons richting duurzame toekomst. En dan is er nog het Nederlandse The Seaweed Company, dat de tot nog toe al te weinig benutte duurzame mogelijkheden van zeewier wil exploiteren. Zelfverklaarde SeaEO Joost Wouters geeft ons een stand van zaken. “De afgelopen vier jaar vormden één grote levensles.”
Colruyt Group aan boord
Het gaat The Seaweed Company voor de wind: het bedrijf, opgericht in 2018, telt vandaag zeewierboerderijen in Nederland, Ierland, Marokko en India - met Groenland en Zanzibar nog op de planning - en hees met Colruyt Group een belangrijke investeerder aan boord. Meer nog, de Belgisch retailer besloot onlangs nog zijn belang in The Seaweed Company uit te breiden tot 21 procent.
Vier jaar geleden stampte Joost Wouters samen met twee compagnons The Seaweed Company uit de grond. “Maar we hadden elk onze eigen drijfveer”, vertelt hij over die beginfase. “Ikzelf kwam uit een professionele fase waarin ik onder meer in de directie van Pepsico en Procter & Gamble had gezeten en een eigen consultancy-bedrijf had gerund, maar dat volstond niet meer voor mij: ik wilde iets heel concreet doen dat tastbare impact had.”
“Edwin Sneekes wilde dan weer zijn knowhow rond operationele en financiële zaken maximaal benutten, terwijl Stefan Kraan al 35 jaar met zeewier bezig was en die expertise wilde verzilveren. We kenden elkaar niet, maar onze ontmoeting ‘onderweg’ leidde als vanzelf tot The Seaweed Company. We hebben in elk geval de tijdsgeest mee, want Stefan is stomverbaasd dat zeewier na 35 jaar nu wel opeens aanslaat”, lacht Wouters.
Blue Health en Blue Farming
Iets tastbaars om duurzame impact mee te maken: dat kunnen we volledig begrijpen. Maar waarom dan precies zeewier, als één van de drie founders er al die jaren zonder veel succes mee bezig was? “Zoals ik al zei, wilde ik werken met iets dat je letterlijk kon vastnemen”, antwoordt Wouters. “Ik praatte weliswaar met mensen die bezig waren met wind- en zonne-energie, of met batterijen, maar ik vond die markten wat uitgekauwd, daar kon ik zelf niet echt iets mee doen.”
“En toen kwam zeewier op mijn pad, dat ik helemaal niet kende maar waar ik meteen verliefd op werd. Ik begon me erin te verdiepen en verbaasde me erover hoe onontgonnen dat product wel was. Er zaten zoveel resources in en zoveel gezondheidsvoordelen, zowel voor mensen, dieren als bodem.”
“Bovendien is het de snelst groeiende biomassa in de wereld en groeit het zonder dat het land, vers water of meststoffen nodig heeft. Kortom, het was de hoogste tijd dat iemand zich daar mee bezig ging houden. Zeker omdat de consument ook veel bewuster wordt, mede door verontrustende maar populaire documentaires als Cowspiracy en Seaspiracy”, aldus de SeaEO van The Seaweed Company.
De lat hoog leggen
De ambities van The Seaweed Company zijn dan ook niet min: zeewier op de menukaart krijgen van consumenten, landbouwers en bedrijven in heel Europa. “We zijn een impactbedrijf en willen voldoende impact maken, dus moeten we de lat hoog leggen. We zijn niet geïnteresseerd in iets kleins dat een minieme bijdrage levert”, benadrukt Wouters.
“Om onze ambitie waar te maken, werken we rond twee productgroepen: binnen Blue Farming ontwikkelen we agrarische producten - voor dieren, gewassen en bodem - en bij Blue Health draait het om menselijke gezondheid. Verder kan zeewier ook als verpakkingsmateriaal worden gebruikt, maar onze focus ligt voorlopig niet op die Blue Materials. Al volgen we het zijdelings wel op en kunnen we er op termijn zeker mee aan de slag. Maar nu nog niet, want om verpakking te maken heb je heel veel zeewier nodig tegen een heel lage prijs en de kost om zeewier te produceren, ligt momenteel nog te hoog.”
500.000 zeewierboeren
“Sowieso zijn we erg ambitieus”, voegt Wouters er meteen aan toe. “Zo streven we tegen 2030 naar een half miljoen blue farmers in Europa en willen 25 megaton CO2 uitsparen. Het voordeel in dat opzicht is dat zeewier de laatste jaar ontzettend hard op de radar is gekomen in het kader van de European Green Deal. Maar los daarvan stellen we nog helemaal niets voor, hoewel we één van de grootste zeewierproducenten van Europa zijn.”
“We zijn in deze fase vooral nog aan het leren om een heel gecontroleerde manier zeewierboerderijen op te zetten: niet evident, want je werkt met heel gevoelige plantjes in een moeilijke, woelige, complexe maritieme omgeving. Eenmaal we dat onder de knie hebben, is het de bedoeling dat we heel groot worden.”
Sowieso zijn we erg ambitieus. Zo streven we tegen 2030 naar een half miljoen blue farmers in Europa en willen 25 megaton CO2 uitsparen
Om die ambities waar te maken, is kapitaal nodig. Daarom juicht Joost Wouters de komst van een grote investeerder als Colruyt Group toe. “We zochten naar partners die strategisch, duurzaam en visionair bij ons pasten, en die vonden we in het Belgische retailbedrijf. Colruyt werkt trouwens aan een eigen zeeboerderij in de Noordzee, en het is absoluut de bedoeling dat we op termijn aan kennisuitwisseling doen.”
“Of we geadviseerd worden over schalen? Nee, dat stuk nemen we helemaal zelf voor onze rekening. We kunnen weliswaar gebruik maken van het enorme, wereldwijde logistieke netwerk, de verschillende afzetkanalen, de landbouwgebieden en de expertise van Colruyt, maar ons groeiverhaal schrijven we helemaal zelf. Er zijn gewoon heel veel gebieden waarop we elkaar kunnen helpen en versterken.”
Geen wondermiddel
Bijkomend voordeel: als zeewier op grote schaal wordt geproduceerd, haalt het ook nog eens aanzienlijke hoeveelheden CO2 uit de lucht. Een echt wondermiddel dus? “Nee, zo mag je dat niet noemen”, reageert Joost Wouters kordaat. “Net als alle andere planten of bomen is het een natuurlijk product met wonderlijke eigenschappen, alleen kennen we die nog niet.”
Dat we deze niet kennen, heeft ook te maken met het feit dat er wereldwijd maar liefst 12.000 soorten zeewier bestaan. “Wij gebruiken er momenteel twaalf”, legt de SeaEO uit, “omdat ze zich uitstekend lenen voor verwerking en gebruik voor menselijke, agrarische of dierlijke toepassingen. Dat is ook de reden waarom we farms hebben die wereldwijd zo verspreid zijn: zo houden bruine wieren van kouder water – die telen we in Ierland en Nederland, terwijl we voor de Belgische kust een project met UGent hebben – en gedijen de rode types in tropische wateren van India en de groene in het warme, Marokkaanse zeewater. In al onze farms werken we trouwens met lokale teams.”
Counteren met positief verhaal
Zeewier op het bord van elke Europeaan: allemaal goed en wel, maar is die consument daar ook klaar voor? Uiteindelijk komt de globale consumptie van krekels ook maar moeizaam tot stand. Of ziet Wouters een kentering? “Ik ben ervan overtuigd dat zowel zeewier als krekels zullen gegeten worden, maar dan in de eerste plaats als ingrediënt in plaats van als product op zich. Mensen zullen geen krekels eten, wel repen gemaakt van krekelmeel. Net zoals we hybride hamburgers zullen eten waarin 30 à 40 procent van het vlees vervangen is door zeewier.”
Ik ben ervan overtuigd dat zowel zeewier als krekels zullen gegeten worden, maar dan in de eerste plaats als ingrediënt in plaats van als product op zich
“Zeewier eten zoals ze dat in Azië doen? Dat gaat ook hier zeker gebeuren, al zal dat nog wel zo’n tien jaar duren, voorspel ik. Dus ik ben optimistisch. Dat moet ook wel in deze tijden, anders zou ik depressief worden (lacht). Kijk, we leven in een duale wereld waar er altijd goed én slecht nieuws zal zijn. Al die negatieve berichtgeving over onze oceanen willen wij daarom counteren met ons positieve verhaal. We wanna wake people up, want het zijn veranderende consumptiepatronen die voor de doorbraak zullen zorgen!”
Meditatief werken
Wat hij de voorbije vier jaar aan ondernemerslessen heb opgestoken in het werken met een ‘moeilijk’ product? “O, het is één grote levensles geweest”, lacht Wouters. “Ondanks mijn ervaring was dit de belangrijkste bedrijfservaring tot nog toe: de internationale werking, de mensen uit verschillende culturen,…”
“We zijn echt aan het pionieren, we hebben geen blauwdruk om ons op te baseren. Het is uitzoeken en experimenteren, de ene keer met veel frustratie, de andere keer met ontzettend veel voldoening. Maar laatst was ik in onze zeewierboerderij in Zeeland: bootje op, peddelen door de zeewier-akker en genieten maar. Op zo’n momenten is het bijna meditatief werk...”