Het ondernemersverhaal van Rebekka Van Acker start - net als velen - met het omgooien van het roer. Van een lange carrière bij Microsoft dook ze rechtstreeks het ondernemerschap in. Als vrouw in de techwereld wil ze vooral een impact maken. Dat doet ze door met haar Gentse start-up OQuila bedrijven te helpen om data en IoT in te zetten, maar ook door actief te ijveren voor een beter man-vrouw evenwicht. Op de werkvloer, in de sector, én in het ondernemersveld tout court. “Ook ik heb het gouden ei nog niet gevonden, maar ik blijf vol overgave zoeken.”
“Ik heb een jaar of 14 bij Microsoft gewerkt, en voelde mij daar als een vis in het water”, steekt Rebekka Van Acker van wal. “‘Maar tegelijk voelde ik ook onrust: is dit het enige wat ik ga doen in mijn carrière, bij een Amerikaanse multinational werken?’ Dus besliste ik op een dag, heel dramatisch in de file naar huis, om mijn ontslag in te dienen.”
Daarna gaf ze zichzelf vooral de tijd om te ontdekken wat ze dan wél wilde doen. Haar netwerk deed de rest. “Er ging een heel nieuwe wereld open. Ik begon te praten met mensen die ik kende van tijdens mijn Microsoft-periode, we zagen een opportuniteit en zo ontstond de goesting om daar iets mee te doen.”
Die opportuniteit lag in data en IoT. Van Acker besloot de handen in elkaar te slaan met de bedrijven Spikes en Orbid. “In 2017 vlogen de buzzwords je om de oren. Maar wij dachten: we gaan het op een no-nonsensemanier aanpakken.”
Weg faalangst
OQuila is Van Ackers eerste onderneming. “Ik ben ambitieus en heb altijd gedroomd van een betekenisvolle carrière, maar nooit echt van een eigen onderneming. Dat is nooit mijn drijfveer geweest. Waar ik bij Microsoft gewend was aan nauwkeurige carrièreplanning en ondersteuning daarbij, moest ik het na mijn ontslag plots zelf doen. Ik ben blij dat mijn netwerk mij daarin een stukje voor was, en dat ik zo met mijn medeoprichters in het ondernemerschap ingerold ben.”
De enige verwachting die ik bij de opstart van OQuila had, was dat het niet mocht mislukken want dan had ik mij verantwoordelijk gevoeld
“De enige verwachting die ik bij de opstart van OQuila had, was dat het niet mocht mislukken”, vertelt Van Acker. “Want dan had ik mij verantwoordelijk gevoeld. Nu kan ik dat beter relativeren, wetende dat er zoveel factoren zijn die ervoor kunnen zorgen dat iets niet lukt. Maar in het begin was ik enorm gedreven en ongeduldig om resultaten te behalen.”
België was nog niet klaar
Maar voor die resultaten er kwamen, moest er nog bijgestuurd worden. “We zijn begonnen in 2017, met een businessplan, een financieel plan, financiering, heel veel goesting - die is er trouwens nog steeds - en met de focus op IoT. En toen gingen we de baan op. Vol enthousiasme ging ik aankloppen bij bedrijven, om dan vast te stellen dat we eigenlijk nog moesten uitleggen wat Internet of Things is. We waren vroeg, en België was er eigenlijk nog niet klaar voor. Dat was een eerste tegenvaller”, vertelt Van Acker.
“Dikwijls kwam ik uit een meeting bij productiebedrijven en dacht ik ‘dit is het, we kunnen hen helpen’, maar ze moeten het kopen ook natuurlijk. In het begin was het dus erg zoeken naar dat eerste businessidee, de ideale klant en de juiste boodschap. Ik heb moeten afleren om over IoT te praten, en moeten leren om het bruggetje te maken naar de specifieke noden van de klant en de oplossingen daarvoor. Dat heeft een tijd geduurd en dat hebben we onderschat.”
Een trage start dus. “Het heeft een tweetal jaar geduurd voor we echt vertrokken waren. In het begin stond ik er alleen voor, maar gelukkig is Marijn er snel bij gekomen, die heel technisch is en later ook vennoot werd. Daarna kwam Frederick aan boord als vennoot en hebben we de focus verlegd naar data én IoT. Zo zie je maar: je moet eerst leren stappen, alvorens je kan lopen.”
Maar nét op het moment waarop de trein vertrokken leek, brak de pandemie uit. “Heel veel bedrijven trokken de stekker eruit, en alles werd on hold gezet. Terwijl wij net onze eerste werknemers hadden aangeworven: jonge mensen die de sprong hadden gewaagd om bij een kleine start-up te beginnen. Ik voelde mij daar ongelooflijk verantwoordelijk voor, je kan die mensen toch niet terug wegsturen?”
Maar twee maanden later keerde het tij. “Klanten kwamen plots terug met grotere budgetten. Ze beseften dat ze moesten accelereren om te overleven, en trokken volop de kaart van de digitalisering. En vanaf dan is het eigenlijk niet meer gestopt”, aldus Van Acker.
Bijleren in een veilige, vrouwelijke omgeving
Nu de klanten er zijn, en de projecten blijven binnenkomen, wil ze de tijd nemen om te blijven groeien. “Ik vind het belangrijk om ook af en toe buiten de werkomgeving te treden. Zo kwam ik vorig jaar terecht bij het Women in Tech-traject van Start it @KBC. Enerzijds omdat ik wilde bijleren over leadership en ondernemerschap, maar anderzijds ook omdat ik het feit dat het gericht is op vrouwen, een ongelooflijke toegevoegde waarde vond”, legt Van Acker uit.
Ik vind het belangrijk om te leren hoe we de typische vrouwelijke kwaliteiten meer in de verf kunnen zetten. Zeker in de mannenwereld die de techwereld voorlopig nog is
En dat heeft een reden: “Ik heb op mijn 18de gekozen om informatica te studeren. Dat betekent ook dat ik sinds dat moment in een mannelijke omgeving vertoef. Ik mis het om met andere vrouwen van ideeën te wisselen. Daarnaast vind ik het belangrijk om te leren hoe we de typische vrouwelijke kwaliteiten meer in de verf kunnen zetten. Zeker in de mannenwereld die de techwereld voorlopig nog is.”
Van Acker stapte het programma in met het voornemen zich kwetsbaar op te stellen: “Ik heb mijn moeilijke punten en onzekerheden, het niet durven falen bijvoorbeeld, op tafel gelegd omdat het als een veilige omgeving voelde om dat te doen.”
Over vrouwen in tech
Volgens Rebekka Van Acker zijn er zowel binnen OQuila als in de hele techsector nog te weinig vrouwen aan de slag. “Als je alleen maar mannen hebt die beslissen over het algoritme van software, of die nadenken over functionaliteiten, dan heb je alleen maar die mannelijke insteken. Je hebt een man-vrouw evenwicht nodig voor goede oplossingen.”
Maar het onevenwicht gelijktrekken, gaat langzaam. “Aan de ene kant is het een zaak om vrouwen die aanleg hebben voor technologie en techniek aan te moedigen, maar aan de andere kant moeten we ook tonen dat naast het niet altijd technisch hoeft te zijn. Het functionele is ook belangrijk: we hebben nood aan vrouwen die meedenken. Dat is ook IT, en dat is ook boeiend. Dus aan die twee fronten moeten we werken.”
De foute perceptie heeft deels ook te maken met de heersende vooroordelen rond IT’ers, die van Van Acker stante pede de wereld uit mogen. “Ik speelde niet met Lego, heb nooit een computer opengevezen, zal in tegenstelling tot veel andere IT’ers niet in mijn vrije tijd programmeren, en toch ben ik gepassioneerd. Wat mij vooral interesseert, is waarom je bepaalde software gaat ontwikkelen en welke impact die software kan hebben.”
Over vrouwen en ondernemen
Maar het probleem reikt verder dan de techsector, want ook in het ondernemerscircuit zijn er nog te weinig vrouwen te vinden. Wat daar vaak nog meespeelt, merkt Van Acker, is het schuldgevoel. “Dat is uiteraard een facet, als je een gezin hebt, maar het wordt ook gevoed. Ik krijg dikwijls de vraag hoe ik de dingen combineer, maar mijn man - die dezelfde job heeft - krijgt die vraag nooit. Eigenlijk hoor je dan ook ‘kan jij een goede mama zijn?’ of ‘kan jij je job wel goed doen, met drie kinderen?’ Ik heb moeten leren om mij daar niets van aan te trekken. Want ja, ik kan dat combineren!”
Ondernemen gaat over risico’s nemen. Je moet geloven dat je het kan. En nu heb ik geleerd om niet bang te zijn van risico’s, maar dat kon ik mij vijf, zes jaar geleden niet inbeelden
“Als je verpleegkundige bent, moet je dat toch ook regelen met je gezinsleven? Er is geen reden om het moeilijker te maken dan als eender welke ouder met een andere job. Het is sowieso een uitdaging”, vindt ze. “Ervoor kiezen om een stapje terug te doen is natuurlijk prima, maar het moet een bewuste keuze zijn en niet gedreven door dat onbewuste schuldgevoel.”
Ook bescheidenheid speelt een rol bij vrouwelijke ondernemers. “Ondernemen gaat over risico’s nemen. Je moet geloven dat je het kan. En nu heb ik geleerd om niet bang te zijn van risico’s, maar dat kon ik mij vijf, zes jaar geleden niet inbeelden. Als je te bescheiden bent, en te weinig in jezelf gelooft, is het moeilijker om die stappen te zetten”, legt de Gentse onderneemster uit.
Maar hoe vind je nu meer vrouwen?
“In een kleine start-up kan je moeilijk quota opleggen, dat is niet realistisch, maar je moet het op een andere manier aanpakken”, stelt Van Acker. “Meer vrouwen aanwerven is moeilijk, dat erkent iedereen. Ook ik heb het gouden ei nog niet gevonden, maar ik blijf vol overgave zoeken.”
“Een goede tip is beginnen bij je vacatures, die vaak redelijk mannelijk opgemaakt zijn. Voor vrouwen is in het algemeen de purpose bijvoorbeeld belangrijk, dus daar kan je meer aandacht aan besteden. Daarnaast ben ik actief op zoek gegaan, ook bij initiatieven waarbij specifieke aandacht is voor vrouwen. Zo heb ik onder andere een stagiaire gevonden bij BeCode.”
“Maar ik moet ook objectief blijven om de beste kandidaat vinden voor de job. We moeten er dus vooral voor zorgen dat de instroom groter wordt. Elk initiatief dat daar aandacht aan besteedt, ga ik ten volle ondersteunen”, maakt Rebekka Van Acker zich sterk.