(©Thomas Sweertvaegher)
Met Rozeke ligt het romandebuut van Guillaume Van der Stighelen in de boekhandel. Daarin vertelt de ex-reclamemaker het verhaal van zijn overgrootvader en naamgenoot die diep in de twintigste eeuw carrière maakte als loodgieterijmagnaat. Een zwierige familiegeschiedenis en tijdskroniek, maar ook de coming of age van een ondernemer die bikkelt met het lot. “De meest succesvolle ondernemers zijn zich heel bewust van de chance die ze hebben, maar maken ook slim gebruik van hun geluk.”
Fictie boeit de columnist en voormalig reclamemaker niet. Een verhaal verzinnen en een plot uitdenken? Hij zou niet weten hoe eraan te beginnen. Daarvoor heeft hij eenvoudig niet genoeg fantasie. Dixit Guillaume Van der Stighelen bij ons interview in november 2019, voor de allereerste editie van Bloovi Magazine. Amper vier jaar later is Rozeke een feit: een verzonnen verhaal van 461 uitbundige bladzijden, losjes gebaseerd op de levensgeschiedenis van de stamvader van het geslacht Van der Stighelen.
Chroniqueur van een tijdsgewricht
De schrijver grinnikt, het was inderdaad nooit een plan om een roman te schrijven. Maar waar de realiteit opdroogt, bloeit de verbeelding. “Dat is een heel bijzonder proces”, is de jeugdige 67-jarige romancier nog altijd verwonderd. “Vanaf het moment dat de karakters zich vormen in je hoofd, heb je er eigenlijk geen controle meer over. Tot op het punt dat ik mijn overgrootvader haast zelf een stamp onder zijn gat had willen geven.”
Die overgrootvader wordt geboren als ‘Gwilhelmus Van der Stighelen’ in een gezin van eenvoudige ambachtslieden. In de periode tussen de twee wereldoorlogen maakt hij fortuin als aannemer in het sanitair. Het verhaal van dat magere, besnorde mannetje op de familiefoto’s intrigeerde Guillaume Van der Stighelen al langer. Zijn tantes zwaaiden hem op familiefeesten altijd grappend toe dat de Antwerpenaren destijds ‘op zijn naam konden pissen in de opera’.
Maar in de annalen van de stadsarchieven staan de sporen minder scherp gegraveerd. Van het levensverhaal van zijn overgrootvader vindt de auteur amper iets terug. Wel raakt hij bij het lezen van al die tijdsdocumenten in de ban van de periode van de Belle Epoque. “Een gigantisch fascinerende tijd”, vindt de Schotenaar. “Wie denkt dat wij in een turbulente periode leven, moet de wijzers maar eens een eeuw achteruit draaien. Gasverlichting, waterleiding, stadsriolering, auto’s en treinen, onderwijs voor meisjes: het stamt allemaal uit die periode.”
Een visionaire opportunist
De setting van het interbellum blijkt de ideale voedingsbodem voor een biografie die er uiteindelijk geen is. De figuur van Gwillem bestaat enkel in het hoofd van de auteur. Maar daar is hij wel een persoon van vlees en bloed: een ondernemer met een ongelooflijke passie en eigenzinnigheid, die erin slaagt de wetten van het lot te tarten. “In die tijd waren de plafonds tussen arbeiders, boeren, ambachtslieden en burgerij namelijk stevig gemetseld. Je moest al straf uit de hoek komen om van de ene naar de andere klasse te evolueren”, vertelt Guillaume Van der Stighelen. “Diep vanbinnen moet mijn overgrootvader een enorme drijfveer hebben gehad om zichzelf en zijn situatie te ontstijgen. Een geluk bij een ongeluk was de crisistijd waarin hij leefde ook een kweekvijver van opportuniteiten.”
Voor een ondernemer heeft Gwillem een paar geweldige kwaliteiten, betoogt de schrijver. “Hij is razend ambitieus en heeft een neus voor de geringste opportuniteit. Wanneer Churchill aan het begin van WOI zijn kanonnen richt op de achterhoede van de Duitsers, wordt Antwerpen voor de allereerste keer in haar geschiedenis van bovenuit gebombardeerd. De paniek is compleet. Uit angst voor de bommen gaat de rijke Antwerpse bourgeoisie massaal zijn kelders bewonen. Daar ruikt de kleine loodgieter een kans. Als al die chique mensen onder de grond gaan leven, zo bedenkt hij, dan willen ze hun schuilplaats wellicht ook verwarmen. Dus begint hij schoorsteenpijpen te verkopen en huis aan huis schoorstenen te installeren.”
Veel adviseurs praten enkel over het verleden. En over hun ervaring met dat verleden. Maar ervaring is zoals de koplampen van je auto die naar achteren schijnen: de weg vooruit blijft donker
Het is het kenmerk van de rasondernemer: in een wereld die lijkt te verzuipen, houdt hij het hoofd nuchter. Maar naast een schrandere opportunist toont Gwillem zich ook een visionair. Als zijn vriend dokter Victor Desguin hem vertelt dat een gezonde stad afvoersystemen en waterleiding in de huizen nodig heeft, hecht hij geloof aan dat toekomstbeeld.
“Wat Gwillem tot een slimme ondernemer maakt, is dat hij goede raadgevers van slechte weet te onderscheiden”, zegt Van der Stighelen. “Veel adviseurs praten enkel over het verleden. En over hun ervaring met dat verleden. Maar ervaring is zoals de koplampen van je auto die naar achteren schijnen: de weg vooruit blijft donker. Af en toe kom je in het leven iemand tegen die de koplampen vooraan heeft staan. Die over de toekomst praat. Zo iemand was Victor Desguin. Mijn overgrootvader ziet dat en gelóóft hem. Op het moment dat anderen lachen met het idee van een toilet binnenshuis, besluit hij er toch in te investeren.”
Het geluk naar de hand gezet
Het legt de zaak van de ondernemer geen windeieren. Tegen de donkere achtergrond van de oorlogsjaren klimt zijn ster als een komeet omhoog. Al was ze evengoed, door een andere speling van het lot, als een blok graniet weer naar beneden gedonderd, merkt Van der Stighelen op. “Karakteristiek én schrijnend voor het personage van Gwillem is dat hij wel zijn eigen verdiensten, maar niet zijn chance in het leven erkent. Zijn succes schrijft hij zuiver en alleen toe aan zijn eigen wilskracht en harde labeur. Heel anders dan zijn vrouw, een diamantairskind, heeft hij wél eigenhandig zijn fortuin gemaakt. Daarbij weigert hij te zien wat het aandeel van zijn echtgenote is in zijn geluk. En hoe dom toeval soms ook een rol speelt.”
De meest succesvolle ondernemers waren zij die zich scherp bewust waren van hun geluk, maar daar ook slim mee omgingen
Of die eigengereide reflex typerend is voor de selfmade ondernemer, willen we weten? Hij heeft er gekend van allerlei slag, stelt de ex-reclamemaker vrolijk. “Aan de ene kant heb ik ondernemers ontmoet die niet ophielden hun dank te betuigen omdat ze op het juiste moment geboren waren, het goede product hadden gekozen, de perfecte partner hadden ontmoet… Afin. Al hun chance in het leven hadden ze te danken aan iedereen behalve zichzelf. Ik ben er ook tegengekomen die de pluimen enkel in hun eigen achterste staken: als ondernemend genie waren zij omringd door dommeriken. De meest succesvolle ondernemers waren zij die zich scherp bewust waren van hun geluk, maar daar ook slim mee omgingen. Zij slaagden erin om hun meeval te vergroten en hun tegenspoed te verkleinen. Door hun verstand te gebruiken en niet te blijven hangen in hun mislukkingen.”
Het aandeel ondernemers dat een perfecte balans weet te vinden tussen zelfbewustzijn en erkentelijkheid is weliswaar klein, merkt Van der Stighelen fijntjes op. “Een berg heeft maar één top. Wie bovenaan zit, ziet soms de voet niet meer. Veel bedrijven gaan vandaag kapot aan jongelui die wel de juiste MBA op zak hebben, maar geen enkele voeling hebben met wat er leeft op de vloer. Een vraag die aandeelhouders zich helaas zelden stellen wanneer ze een nieuwe CEO aanwerven: is dít de persoon voor wie al die 10.000 werknemers elke dag met volle goesting aan de band gaan staan? Zullen ze hem de ‘winst’ gunnen?”
Ondernemings- versus zorgmaatschappij
Van der Stighelens bedeelt zijn protagonist met een ambigu charisma. Nu eens is hij star en eigengereid, dan weer toont hij glimpen van sympathie en mededogen. De ingevreten overtuiging die zijn levensloop voor een groot deel zal bepalen: ‘Wie zijn best niet doet, zal ook niets krijgen.’ Of nog: ‘Wie mislukt in het leven, had zijn kansen beter moeten grijpen.’ Dat soort stellingen maakt van Guillaume Van der Stighelen senior het prototype van de zakelijke ondernemer. Naast en tegenover hem staat de zorgende moederfiguur, die één en al compassie en zachtheid is.
De antithese tussen de ondernemings- en de zorgmaatschappij - noem het rechts en links - is het fundamentele conflict waaraan zijn boek is opgehangen, duidt Van der Stighelen. “Aan de ene kant heb je de overtuiging dat mensen lui worden als je het ze te gemakkelijk maakt. Anderzijds klinkt de bezorgdheid dat heel wat mensen uit de boot vallen als je de ondernemer onbeschroomd laat ondernemen. Als auteur observeer ik de twee strekkingen en hoed ik me voor ‘boodschappen’. Een premisse is wel: als je de dingen heel eenzijdig blijft bekijken, loop je het risico erg eenzaam te sterven.”
De tragedie van zijn hoofdpersonage, zo vat de auteur samen, is dat hij wel ook in emotionele aangelegenheden prat gaat op zijn zakenverstand. “Hij neemt de pose in een vader die even hard is voor zijn kinderen als voor zichzelf. Zelf gelooft hij dat hij zijn zonen daarmee de beste opvoeding geeft. Het enige wat Gwillem zou moeten doen, is zijn jongens omhelzen. Maar daartoe is hij niet in staat: affectie tonen is des duivels. En dat terwijl diep in hem eigenlijk een gevoelige jongen schuilgaat, die gekweld wordt door een mislukte liefde en - aan het einde van zijn dagen - door de vaststelling dat hij zijn 88ste verjaardag alleen zal moeten vieren.”