Erik Van Den Eynden, CEO van ING België
Sinoloog, China-entrepreneur en nexxworks keynote speaker Pascal Coppens schreef een nieuw boek: ‘China’s New Normal’ vertelt het verhaal van een reus die zijn zevenmijlslaarzen aantrok. China innoveert, creëert en exploreert. Aan een razend tempo. Belgisch topman van ING Erik Van Den Eynden bezocht het land van de vijfsterrige vlag tijdens een nexxworks innovatietour en zag het allemaal met verwondering aan. Een dubbelgesprek met beide heren over een natie zonder grenzen, ongelimiteerd denken en een rode oceaan.
“Dag Pascal, zit jij in België of in China?”, begroet Erik Van Den Eynden zijn gesprekspartner via Skype. Coppens blijkt in België te vertoeven. Over drie weken reist hij weer af naar het land dat ooit het buskruit, de boekdrukkunst, het papiergeld en het kompas uitvond. Dat doet hij dit jaar minstens vijf keer samen met nexxworks, vergezeld van telkens een nieuwe groep Belgische entrepreneurs. Van Den Eynden was een van de eerste ondernemers die Coppens mee op sleeptouw nam in ‘zijn’ China.
“Je kan er de verandering op straat voelen”, beschrijft de CEO van ING België zijn ervaring. “De hele atmosfeer is er doordrongen van een ongelooflijke kracht en snelheid. Ongerust hoeft dat ons niet te maken, maar misschien is ‘gezond zenuwachtig’ wel op zijn plaats.”
Een andere lens op de telescoop
Het komt met golven. Verontrusting, bewondering, geamuseerdheid of alertheid over de Chinese opgang of – in Kuifjestaal – het Gele Gevaar. China werkt zichzelf met parabolische regelmaat in het nieuws. Recent nog met het bezoek van de Chinese president Xi Jinping aan Europa en met de komst van internetreus Alibaba naar Luik.
Wat er vandaag in China aan het gebeuren is – die intrigerende versnelling op vlak van consumenten en bedrijven – dat komt te weinig in beeld
Of met de handelsoorlog tussen de VS en China, waarachter het punt nog niet is gezet. Dat geopolitieke verhaal focust vooral op hoe China maatschappelijk in elkaar zit, hoe het land beheerd wordt, en gecontroleerd vanuit de politiek.
“Veel van die nieuwsfeiten klinken mij als oud in de oren”, stelt Coppens. “Ik hoor en lees nog te vaak verhalen die mij doen denken aan het China van tien, vijftien jaar geleden. Ik ken een heel ander land. Een natie die zich al een aantal jaar volledig aan het transformeren is van een ‘made in China’ tot een ‘created in China’: van kwantiteit naar kwaliteit, van staatsgedreven ambities naar een geïnspireerd ondernemerschap. Wat er vandaag in China aan het gebeuren is – die intrigerende versnelling op vlak van consumenten en bedrijven – dat komt te weinig in beeld.”
De buurman heet China
“De westerse ondernemer onderschat enorm wat er in China aan de gang is”, stemt Van Den Eynden in. Cheap China en copy China? Die clichés schrappen we maar beter uit het woordenboek. “Mijn bezoek aan China was een gigantische eyeopener. Ik ben er in de eerste plaats naartoe gegaan om er iets op te steken over digitalisering en bedrijfsmodellen. Maar het heeft mij ronduit verbluft hoe de Chinese customer werkelijk doordrongen is van snelheid en vernieuwing. Ook op vlak van B2B zijn wij hier bij ons lichtjaren achterop aan het geraken.”
Hoe kan je als ondernemer je businessmodel nog scherp houden als je van China wegkijkt?
Als ondernemer kan je vandaag de dag niet onbewogen blijven voor de Chinese innovatiestorm, vindt Van Den Eynden. “Ik hoor veel mensen zeggen: wat heb ik met China te maken? Maar hoe kan je als ondernemer je businessmodel nog scherp houden als je van China wegkijkt? Dan heb ik het niet zozeer over geopolitiek, wel over talent, onderwijs, snelheid en digitalisering; over de gedaanteverwisseling die China ondergaat van een maakindustrie naar een service-industrie. Ergens komt dat je ecosysteem binnen, hoe dan ook. Als je denkt aan overmorgen, dan móet je je wel voor China gaan interesseren.”
De massale wedren naar de meet
Drie jaar geleden besloot ING zijn strategie aan te scherpen en wereldwijd te gaan accelereren, onder meer op vlak van digitale platformen. “Tot voor een vijftal jaar keek iedereen alleen maar in de richting van de grote tech companies uit Silicon Valley”, merkt Erik Van Den Eynden op. “Maar plots waren daar de Chinezen die met hun oplossingen naar de markt kwamen. Niet schoorvoetend, wel met een enorme eagerness, een fantastische drang om impact te maken.”
“Als hier in het Westen iemand versnelt, dan hebben wij met z’n allen de neiging om een soort van collectieve vertraging in te zetten. In China stormt iedereen gewoon af op de meet. Dat geweldige gevoel van collectiviteit en ondernemerschap is toch wel iets wat ik de Chinezen benijd. Dat zou ik hier in Europa liever wat meer zien.”
Die snelheid heeft ook een oorzaak, maakt Pascal Coppens ons duidelijk. De markt in China is gigantisch, zeker de consumentenmarkt. Wie in China een product lanceert, heeft onmiddellijk honderden concurrenten naast zich. De Chinese geldtank is bovendien bodemloos. De exportindustrie waarop het land is gebouwd, heeft onnoemelijk veel geld binnengebracht. Dat ligt nu te wachten op al wie aanklopt met een goed idee.
“De toegang tot geld is er onbeperkt”, tekent de China-kenner aan. “Dat geeft het startsein tot een furieuze wedren. Iedereen wil nummer één worden in China. Het is een strijd van gladiatoren tot de dood. Een red ocean wordt het ook wel genoemd: heel veel markt en opportuniteit, maar ook bijzonder veel concurrenten.”
“Wij in Europa bakenen onze industrieën af, noemen ons marktleider binnen een bepaalde sector en gaan daarbinnen nog eens opdelingen maken”, merkt Coppens op. “In China doet iedereen hetzelfde. Het kan goed zijn dat je vandaag nog ramen maakt en morgen naaimachines, omdat je daar een opportuniteit hebt gezien. Op de Chinese markt moet je ontzettend behendig zijn.”
Hoe digitalisering de innovatiesluizen opende
De digitale evolutie bij het begin van deze eeuw betekende voor de Chinese consument een bevrijding. Tot de jaren 1980 waren gebruikers er aan handen en voeten gebonden. Plots opende zich een stuwdam van mogelijkheden, aangelegd rond de grootste fabriek ter wereld. “Neem het voorbeeld van de deelfietsen”, illustreert Pascal Coppens. “Op twee jaar tijd stak de Chinese industrie 30 miljoen fietsen in elkaar om over het hele land te verdelen. Die productiecapaciteit hebben we in Europa niet eens, laat staan de transformatiebereidheid.”
“In China heb ik vaak gedacht: wat gaan we in Europa toch traag”, biecht Van Den Eynden op. “Zo zijn we tijdens onze ondernemerstour een cashless supermarkt van Alibaba binnengestapt. We zagen daar een koppeltje, ik schatte ze de zeventig voorbij, dat daar heel gezwind met hun smartphone alles aan het bestellen en betalen was. De boodschappen werden later thuisbezorgd. Op zo’n moment denk ik: oei, als we zoiets willen presteren in het oude Europa, moet er toch ergens een heel luidruchtige wekker beginnen afgaan.”
Ecosystemen versus merken en empires
Allen tegen allen. Het ultieme gevecht. Chinese bedrijven hebben zo hun eigen strategie ontwikkeld om het economische strijdtoneel te overleven. Ze gaan partnerschappen aan binnen grote ecosystemen. “Met een ecosysteem bedoel ik bijvoorbeeld een Alibaba of een Tencent”, legt Coppens uit. “Die giganten hebben zoveel tentakels dat elk bedrijf er op de een of andere manier wel mee verbonden is. Consumenten vertrouwen dit soort systemen tegenwoordig meer dan de afzonderlijke merken. Jack Ma (oprichter van de Alibaba Group; nvdr) heeft ooit gesteld: ‘Amazon is an empire and we are an ecosystem’. Daar valt wel wat voor te zeggen. De sterkte van een platform als Alibaba is dat het heel goed gaat kijken waaraan de klant zijn tijd besteedt. Daarin wordt geïnvesteerd, eerder dan in acquisities.”
In China investeren bedrijven absurd genoeg soms zelfs in hun concurrenten, omdat ze weten dat daardoor het netwerk versterkt
Bij ons redeneren grote bedrijven anders, wijst Coppens aan. “Zij zien ergens een veelbelovende start-up of scale-up en gaan die overnemen, want 'samen staan we sterker'. In China investeren bedrijven absurd genoeg soms zelfs in hun concurrenten, omdat ze weten dat daardoor het netwerk versterkt. Dat een consument zo ook makkelijker kan ‘overlopen’ is geen bezwaar, want het is aan jou als bedrijf om het verschil te maken.”
Wie de technologie beheerst, beheerst ook de wereld
Zijn we in het Westen te veel op onszelf teruggeplooid? Hebben we te veel op onze lauweren gerust? “Ik denk dat wij voor onszelf vooral een bepaald comfort hebben gecreëerd waarbij de puzzel wel in elkaar past, zonder echt op mekaar te bouwen”, meent Coppens. “Het nadeel is: als er plots iets moet veranderen, dan kost ons dat elk voor zich zeer veel energie.”
Dat gebrek aan wendbaarheid kan ons parten spelen nu China in technologie een instrument heeft gevonden om zijn positie als wereldleider te veroveren. “De handelsoorlog van de VS tegen China beschouw ik in essentie als een technologie-oorlog. Technologie is in China heel sterk aanwezig als een disruptief wapen. Artificiële intelligentie, IoT, 5G, blockchain,… Al die technologieën stellen zichzelf op dit moment volledig in vraag. Daar ziet China de kans om zijn machtspositie te claimen. Het ongelimiteerde, innovatieve denken van de Chinezen is hun grote troef. Elk jaar studeren in China 8 miljoen universiteitsstudenten af. Die denken niet out-of-the-box: de box bestaat voor hen gewoon niet meer.”
Innoveren is de job van ondernemers
“Ik ben in China op een IT-afdeling geweest waar meer dan de helft van de ingenieurs vrouwen waren”, pikt Van Den Eynden in. “Waar zitten wij dan in ons land en in Europa met onze goede voornemens? Of kijk naar de mobile adoption van de Chinezen. Indrukwekkend, toch?”
Al kunnen we ook fier zijn op onszelf, vindt de ING-topman. “In ons land bouwen wij de mooiste innovaties in onze sector. Zoals Payconiq, een fantastisch verhaal is dat. Alleen, na twee jaar hebben we een adoptie van een 300.000-tal gebruikers. Daar maakt een gemiddelde Chinese start-up zelfs zijn business case niet voor op. Hoe kunnen we groter gaan? Hoe kunnen we dat bereik op 5 of 10 miljoen brengen? Daar breek ik het hoofd over.”
Tot copy-paste wil de CEO zich niet laten verleiden. “Dat is trouwens ook niet mogelijk. Er zijn te veel culturele verschillen. Maar we kunnen onze visie wel verbreden – internationaler gaan denken, strategieën uitwerken op langere termijn. Daar ligt de challenge voor al onze overheden en de maatschappij in het algemeen. Ook de consumenten raken er moeilijk uit. Ik geloof dat het aan ons is, ondernemers, om die innovatie door te voeren. Niet bruuskeren, niet te veel opkijken naar of willen leren van, maar wel een plan maken, en dat op een menselijke manier uitvoeren.”
De as west-oost heeft twee zijden
Om bij te leren hebben we tot nu toe altijd overzee gekeken, in westelijke richting. Die blik moeten we eindelijk gaan keren, geeft Coppens aan. “Dat is misschien wel het pleidooi van mijn boek. Wij kijken nog te vaak naar Amerika als voorbeeld, naar de Googles, Tesla’s en Facebooks van deze wereld. Terwijl zich elders op de aardbol een nieuwe standaard voor innovatie ontwikkelt, die we nog te weinig waarderen.”
“Ik denk inderdaad dat het geen slecht moment is in de geschiedenis om de balans een nieuw evenwicht te geven”, is Van Den Eynden het eens. “Dat werd mij heel duidelijk toen we bij Tencent een introductie kregen van een vriendelijke Chinese dame. Zij startte haar rondleiding met de mededeling: ‘the big techs are ruled from US and China.’ Wij, net uit het vliegtuig gestapt, repliceerden overmoedig: ‘We are from Europe!’ Waarop zij heel spontaan antwoordde: ‘Oh, I’m so sorry for you!’
China wil nog altijd van ons leren. Voor de Chinezen blijft Europa een toonbeeld van kwaliteit en standvastigheid
Op zich een geestige anekdote, ziet Van Den Eynden in. “Maar ik heb het toch ergens aangevoeld als een waarschuwing. Willen we straks nog deelnemen aan de dialoog, dan is het onze eigen verantwoordelijkheid om onze stem te laten horen.” Coppens sluit zich daarbij aan: “China wil nog altijd van ons leren. Voor de Chinezen blijft Europa een toonbeeld van kwaliteit en standvastigheid.”
“Ook in zaken als privacy, ethiek, sustainability, ecologie of IP-rights kunnen wij onze rol spelen. Ik durf te geloven dat oost en west naar elkaar kunnen toegroeien in hun manier van innoveren. Maar dan moeten we wel aan het debat blijven deelnemen. Europa mag niet het slagveld worden van de twee grootmachten die ons flankeren.”
Wil je zelf ook eens ervaren hoe de meest innovatieve bedrijven, start-ups & experten aan de toekomst bouwen? Dat kan tijdens één van de internationale innovatieprogramma's van nexxworks.