Kris Vander Velpen
Kan je leren innoveren? Wie de projecten van de deelnemers uit het postgraduaat Ondernemerschap & Innovatie bekijkt, kan die vraag alleen maar met 'ja' beantwoorden. Studenten verkennen in dit traject strategische denkkaders en conceptuele instrumenten en ontdekken hoe ze via netwerken en ecosystemen ideeën sterker kunnen maken. De bekroning van de opleiding is niet enkel een diploma, maar ook een onderbouwd en future proof businessplan. Ter illustratie laten we een docent en een alumnus aan het woord.
Het postgraduaat Ondernemerschap & Innovatie is een initiatief van Flanders Business School en het Postuniversitair Centrum KU Leuven. Kris Vander Velpen is, naast lid van het directiecomité van Flanders Business School, één van de kerndocenten. “We hebben dat postgraduaat destijds ingericht omdat we vaststelden dat er veel lacunes bestonden in het opleidingsaanbod in Vlaanderen als het op het kruispunt van innovatie en ondernemerschap aankwam. Veel ondernemers hebben ideeën, maar weten niet hoe ze die attractief moeten maken, laat staan in de markt zetten. Dat vereist een manier van denken die je niet in de klassieke opleidingen kan leren.”
“Bovendien draait het niet alleen om het idee: bij innovatie moet je ook jezelf in perspectief durven te plaatsen en in vraag te stellen. Dat is dan het luik ondernemen binnen de opleiding. Rond die specifieke kruising hebben we een postgraduaat opgericht, dat mijns inziens nergens anders bestaat. Innovatie is als een munt, met aan de ene kant een concept en aan de andere zijde een persoon. Wij belichten als enige beide zijden.”
Innovatie is als een munt, met aan de ene kant een concept en aan de andere zijde een persoon. Dit postgraduaat belicht als enige beide zijden
Werken aan eigen ondernemersproject
De opleiding geeft deelnemers de kans om gedurende 8 maanden intensief en onder begeleiding van ervaren docenten aan een businessplan te werken. Aan het einde van het traject hebben ze een werkbaar concept in handen waarmee ze in de praktijk aan de slag kunnen. Is het dan een must dat iedereen al met enige ondernemerservaring aan de start moet komen? “Nee, je moet gewoon bereid zijn jezelf te stretchen”, antwoordt Vander Velpen. “Ervaring kan helpen, maar is ook relatief. Iemand die net afgestudeerd is, maar daarnaast jarenlang studentenleider was, of verschillende jobs deed om zijn studies te betalen, heeft ook voldoende bagage om deze opleiding te volgen.”
Bedoeling is dat de studenten hun eigen ondernemersproject ontwikkelen en aan het einde van het traject presenteren. “Dat project is eigenlijk de student zelf”, zegt Vander Velpen daarover. “Ofwel het concept dat in zijn of haar hoofd zit, ofwel hijzelf of zijzelf als schakel in de organisatie. De opleiding is dus ook een vorm van empowerment.”
Uit de comfortzone
Wie dat heel letterlijk in de praktijk bracht en zichzelf als project beschouwde, is alumnus Marco Dehouwer, vandaag manager Global R&D Center van Cartamundi, de internationale speler in bord- en kaartspellen. Hij nam tien jaar geleden deel aan het traject vanuit een wel heel specifieke insteek.
“Ik werkte toen al bij Cartamundi, maar als cost calculator”, vertelt hij. “Iets wat ik goed kon, maar eigenlijk niet graag deed. Af en toe mocht ik een project doen binnen R&D, wat me uitermate boeide, maar uiteindelijk werd ik altijd weer terug gezogen naar die cost calculatie. Op een bepaald moment besloot ik om een opleiding te volgen die buiten mijn comfortzone lag. Zo kwam ik uit bij het postgraduaat Ondernemerschap & Innovatie, dat focuste op hard én soft skills.”
Groenere producten
“Door die opleiding te volgen, wilde ik een manier vinden om mezelf in mijn afdeling overbodig te maken, zodat ik me met innovatie bezig kon houden. Aanvankelijk wilde ik iets doen rond speelkaarten en tablets maar gaandeweg daagde het me dat het over mijn rol als cost calculator moest gaan: pas als ik die overbodig kon maken, zou ik binnen de organisatie mijn vernieuwende businessconcept kunnen lanceren. Ik werd dus mijn eigen ondernemersproject (lacht). Dat is gelukt door het vereenvoudigen van costcalculatiesoftware.”
“Het resultaat voor mezelf was dat ik voltijds mocht beginnen binnen het R&D-team. Vandaag ben ik zelfs manager van het Global R&D Center, dat nieuwe technologie ontwikkelt, focust op digitalisering en prototypes maakt. Innovatie die leidt tot snellere levertijden, groenere producten, meer dataverzameling, enzovoort. Missie geslaagd dus, want zonder die opleiding zat ik wellicht nu nog steeds prijzen te berekenen (lacht). Tien op tien voor de opleiding wat mij betreft: ik heb mezelf een andere invulling leren geven bij een heel mooi bedrijf, dat Cartamundi meer dan ooit is.”
Conceptuele zandbak
In het deelnemersveld van de opleiding zitten schoolverlaters met weinig professionele ervaring, maar even goed CEO’s van sociale bedrijven, zaakvoerders van een kmo, stadsambtenaren… Betekent dit dan ook dat de opleiding inzet op peer learning: dat de studenten met andere woorden niet alleen van docenten, maar ook (en misschien vooral?) van elkaar leren? “Dat brede veld van mensen met een verschillende achtergrond maakt het inderdaad rijker”, beaamt Vander Velpen.
“Omdat we bovendien de maximumcapaciteit van de groepen op twaalf plaatsen, is er heel veel ruimte voor interactie. We merken dat de deelnemers ook met elkaar delen waar ze staan met hun concept, en in welke richting ze ermee willen evolueren. Dat het een hechte vriendenclub wordt, is misschien wat overdreven. Maar er wordt wél een team gecreëerd. Een veilige haven die zelfs toelaat om te experimenteren. Of, nog anders gesteld, een soort conceptuele zandbak waarin deelnemers vormpjes kunnen maken.”
Uitgedaagd door docenten én medestudenten
Marco Dehouwer kan die diversiteit beamen. “In letterlijk elke sessie wordt je idee gechallenged door je medestudenten. Je presenteert je vooruitgang en iedereen mag input geven. Soms is die weinig relevant, maar even vaak to-the-point, en dan nog vaak van iemand die in een totaal andere branche actief is.”
“Ook het feit dat er verschillende niveaus zijn, is een voordeel. Zo zat er een CEO van een multinational in mijn jaar, maar ook business development managers, inkopers,… En dan ik als cost calculator, wellicht de laagste op de ladder (lacht). Maar die variatie zorgt wel voor verschillende invalshoeken en inzichten.”
In letterlijk elke sessie wordt je idee gechallenged door je medestudenten. Je presenteert je vooruitgang en iedereen mag input geven
Durven experimenteren
Marco Dehouwer slaagde er dus in zichzelf overbodig te maken, maar welke key takeaways nam hij nog mee uit de opleiding? “Dat innoveren niet altijd met nieuwe businessmodellen te maken heeft”, antwoordt hij na enig nadenken. “Ook in ‘saaiere’ departementen als administratie of cost calculating kan je nieuwe concepten bedenken die voor jezelf, voor sales en voor je klant meerwaarde opleveren.”
“Verder heb ik geleerd dat je af en toe dingen moet durven proberen die mogelijk niet zullen lukken, en dat je altijd customer-first moet denken door de markt goed in het oog te houden en de trends te volgen. Onze HRO-verzamelkaarten met NFT bijvoorbeeld, waardoor we tot een samenwerking met Warner zijn gekomen en zeer succesvolle digitale kaarten hebben gemaakt - een echt Tomorrowland-effect. Als we bij Cartamundi niet customer-first zouden denken en handelen, maakten we vandaag wellicht nogal altijd alleen de traditionele speelkaarten die je bij de bakker op de hoek krijgt.”