3C Ventures-founders (vlnr) Brecht Hanssens, Shane De Vreese en Emiel Lippens
Ze zitten op de grens tussen healthcare en selfcare, en willen het geheel leuker én betaalbaarder maken. Dat doen ze op hun eigen manier: door de producten op de markt te brengen, en te kijken wat er gebeurt. Eén van hun projecten haalde een miljoen dollar op in de States, maar Brecht Hanssens (28) en Shane De Vreese (29), de founders van de jonge Vlaamse venture-builder 3C Ventures, stonden ons gewoon te woord vanuit hun woonkamers in respectievelijk Gent en Amsterdam. Derde oprichter Emiel Lippens (29) kon er niet bij zijn ‘want die was wél aan het werk’, aldus zijn collega’s.
Leuk en betaalbaar maken
De 3C (opgericht in 2019) in de naam staat voor Customer Centric Care. Niet de dokters moeten centraal staan in de gezondheidszorg, maar wel hun patiënten of klanten. “We willen selfcare en healthcare leuker en betaalbaarder maken”, steekt Shane De Vreese van wal. “Als je vandaag denkt aan de zorgsector, denk je aan mensen met hermetische pakjes in ziekenhuizen. Wij geloven dat dan anders kan. Betaalbaarder ook. In Europa valt dat mee, maar in andere delen van de wereld is zorg voor de consument absoluut niet betaalbaar. En wij hebben een opportuniteit gevonden om dat probleem aan te pakken.”
De Vreese en Hanssens hebben een achtergrond bij Google, waar ze technologie ontwikkelden om spelers in de zorg te helpen bij hun online advertising. “Daar ondervonden we vooral dat grote spelers wel vol goede wil waren om te evolueren naar een klantgerichter model, maar dat de implementatie niet altijd van een leien dakje liep”, aldus De Vreese.
Hetzelfde zagen ze in hun zeer nabije omgeving, waar ze grootse dingen zagen gebeuren waarvoor de erkenning vaak uitbleef. “We hebben in Gent een universiteit waar we biomedisch enorm fier op kunnen zijn. Vrienden van ons doen PhD’s in genetica, printen 3D-schedels, noem maar op. En bij al die innovaties zien we steeds hetzelfde gebeuren: ze proberen dat de commercialiseren en moeten vervolgens vaststellen dat ziekenhuizen en praktijken er niet op gestructureerd zijn om die innovaties te implementeren in hun workflow. Op dat moment is onze frank gevallen!”
De sleutel? Het direct-to-consumer (D2C) model
“Op dat moment hebben we ons businessmodel, waarin we de adverteersoftware ontwikkelden, veranderd van software-as-a-service naar een venture builder/incubator. We zijn gestart met het implementeren van een direct-to-consumermodel, en gaan dus innovaties direct distribueren via het internet. En met die resultaten organiseren we dan kapitaalrondes”, aldus De Vreese.
Een uitvinding of innovatie proberen commercialiseren via bestaande spelers gaat erg traag en is duur. En dat kan je je als start-up niet veroorloven
Het direct-to-consumer model houdt in dat 3C voor nieuwe technologieën een proof of principle creëert, door het prototype meteen te gaan verkopen op een eigen website. Zo kunnen ze met een beperkt budget echte verkoopcijfers voorleggen aan investeerders, waardoor de bal sneller aan het rollen gaat.
“Een uitvinding of innovatie proberen commercialiseren via bestaande spelers gaat erg traag en is duur. En dat kan je je als start-up niet veroorloven”, aldus De Vreese. “Wij kunnen op een paar maanden tijd een site bouwen en tractie bewijzen, waarna het makkelijker wordt om groeigeld op te halen. Ook als het niet werkt, weet je dat op deze manier supersnel. Dan heb je een maand tijd verloren, maar that’s it. En eerlijk: daar komt dan vanzelf weer inspiratie uit om bij te sturen.”
“Dus als er eens iets niet verkoopt, proberen we iets anders, binnen dezelfde venture en met dezelfde personen”, pikt Brecht Hanssens in. “Zolang er middelen zijn - of je er extra kan creëren - en mensen zijn enthousiast, kan je blijven gaan.”
Het succesverhaal van Zinkh
En zo liep het ook met hun Amerikaanse succesverhaal: Zinkh. Een idee waar ze zelf mee op de proppen kwamen. “In een vorige carrière kwam ik een antibacterieel plastic tegen. En aangezien tandproblemen, zoals bloedend tandvlees, in een groot deel van de gevallen komen door bacteriën leek het ons een goed idee om een bitje te maken van dat materiaal”, zegt De Vreese. “Dat draag je tijdens het slapen om een bacteriële symbiose te bereiken in je mond. We zijn met dat idee dan naar een bedrijf gestapt met de vraag of we dat mochten commercialiseren.”
3C zette een webshop op, gericht op Amerikaanse consumenten met mondproblemen die daar zelf iets aan wilden veranderen en organiseerde met de resultaten van een eerste campagne een eerste investeringsronde. Ondertussen haalde de jonge Vlaamse venture-builder een miljoen dollar op, zetelt het ex-hoofd Research & Development bij Colgate in de adviesraad en is er een growth expert aangesteld in New York. “Rond die expert willen we nu een sterk team opbouwen, en dan hopen we dat het zo groot wordt als we zouden willen”, legt De Vreese uit.
“Zo’n projecten voelen voor ons niet aan als klanten, maar echt als new ventures”, vult Hanssens aan. “In alle bedrijven die we mee opstarten, zijn we ook minderheidsaandeelhouder, dus we blijven sowieso betrokken. Ook als we operationeel wat minder de handen uit de mouwen steken. We blijven adviseren en opvolgen.”
Geen low hanging fruit in België
En dit Amerikaans succesverhaal is nog maar het begin, want in België blijven is geen optie volgens het duo. “Het is gewoon niet de beste markt om te starten”, stelt De Vreese. “Betalen voor iets om voor jezelf te zorgen, da’s echt niet Belgisch. Vroeg of laat komen de ventures er vanzelf wel weer terecht, maar het is niet onze eerste keuze.”
Dat bevestigt ook Hanssens: “België is een B2B-land. Als iemand een nieuwe start-up in healthcare opricht, gaan ze proberen verkopen aan kinesisten of dokters, en dat lukt vaak niet.”
“Maar stel nu dat je een fantastische uitvinding hebt, die écht goed zou werken voor de consument, maar die niet van de grond komt omdat je per se wil beginnen in je achtertuin hier, da’s toch zonde? Wij willen aantonen dat het niet is omdat je in België woont dat je niets kan verkopen aan een Amerikaan of een Braziliaan. Er worden zoveel nieuwigheden ontwikkeld aan onze universiteiten die nooit de erkenning krijgen die ze verdienen, gewoon door de manier waarop. Je moet gewoon van in het begin groots durven denken!”
“En wat wij bewijzen”, vult De Vreese aan, “is dat je niet veel nodig hebt om daaraan te beginnen. Een internetverbinding. Je maakt een website, je adverteert naar Amerikanen, je hebt een check-outpage en voilà, je hebt je sales. Het is de dag van vandaag letterlijk zo simpel om aan iets groots te beginnen!”