Productiebedrijven in versneld tempo veerkrachtiger en duurzamer maken, dat is wat Flanders Make wil bereiken met zijn ‘acceleratorprogramma’ dat onlangs een Vlaamse Veerkracht-subsidie van 11 miljoen euro, naast de 50 miljoen euro die bedrijven zelf op tafel leggen. “Een budget dat ten goede komt aan onze economie, de welvaart en dus uiteindelijk de hele maatschappij”, stelt Dirk Torfs, CEO van Flanders Make, strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie.
Investeren in veerkracht
De maakindustrie in Vlaanderen kan vooral competitief blijven door flexibel en meer op maat te werken van klanten. Daarover gaat het bij het Acceleratorprogramma voor ‘High Mix Low Volume’-productie (HMLV) van Flanders Make.
“Met slimme technologie en investeringen in Industrie 4.0 houden bedrijven hun ontwerp- en productiekosten onder controle en kunnen ze competitief blijven in dat segment van maatwerk in kleinere volumes”, legt Dirk Torfs uit. “Zo kunnen we productiebedrijven ook hier in Vlaanderen verankerd houden. Bovendien worden ze door die aanpak minder afhankelijk van toeleveranciers uit het buitenland.”
Met slimme technologie en investeringen in Industrie 4.0 houden bedrijven hun ontwerp- en productiekosten onder controle en kunnen ze competitief blijven in dat segment van maatwerk in kleinere volumes
Niet te verwonderen dat ook de overheid een aanzienlijk budget heeft vrijgemaakt voor nieuwe onderzoeksinfrastructuur. De investering van bedrijven en de overheid moet helpen om Vlaanderen te versterken als innovatieve regio en past binnen het ambitieuze post-covid relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’.
Versnelde resultaten dankzij kennisdeling
De activiteiten van Flanders Make draaiden altijd al rond technologie voor productiebedrijven. Nu is digitalisering volgens Dirk Torfs belangrijker dan ooit. “In deze relance-periode na corona willen we bedrijven helpen om voordeel te halen uit een versnelde digitalisering”, zegt hij. “We kunnen de opportuniteiten aantonen door een aantal leidende bedrijven te laten samenwerken aan een compleet onderzoeks- en ontwikkelingstraject. Ze delen hun inzichten zodat de projecten sneller tot resultaat leiden.”
Binnen het acceleratorprogramma zal Flanders Make een aantal demo-omgevingen creëren op de Flanders Make co-creatie infrastructuur. Daarnaast komen er pilootproductielijnen op industriële schaal bij de zes deelnemende leadbedrijven: Atlas Copco, CNHi, Crop’s, Picanol, Sabca en Vandewiele, die samenwerken met technologieontwikkelaars en toeleveranciers. Hun onderzoeks- en ontwikkelingstrajecten worden gedeeld over de zes pilootproductielijnen heen. Ook de resultaten die Flanders Make de voorbije zes jaar heeft gehaald uit onderzoeksprojecten, worden ingezet.
We kiezen heel bewust voor een aanpak over meerdere sectoren heen waarbij de praktische bruikbaarheid voor de industrie veel groter wordt
“De zes leadbedrijven zullen als inspiratie dienen voor anderen”, zegt Dirk Torfs. “We kiezen heel bewust voor een aanpak over meerdere sectoren heen waarbij de praktische bruikbaarheid voor de industrie veel groter wordt. Zo’n gecoördineerd initiatief is uniek maar daar zit ook de uitdaging van dit project.”
Ecosystemen die blijven groeien
Het is een uitdaging die Flanders Make zeker kan aanpakken. Als bruggenbouwer tussen de onderzoekswereld en bedrijven, zijn ze voortdurend bezig met het creëren van ecosystemen waarin de verschillende partijen elkaar voortdurend versterken. Ook bij het acceleratorprogramma is dat de insteek.
“Door duidelijke resultaten te boeken in de pilootprojecten, zullen andere bedrijven getriggerd worden om de leadbedrijven te contacteren”, verwacht Dirk Torfs. “Zo ontstaan weer nieuwe, commercieel interessante samenwerkingen die zelfstandig kunnen groeien.”
Voordelen voor alle partijen
Filip De Coninck, CVO bij Flanders Make, ziet grote voordelen op verschillende niveaus. “De leadbedrijven in het project halen meer uit hun traject door de samenwerking met anderen. De betrokken toeleveranciers – integratoren en technologiebedrijven – worden dan weer uitgedaagd om nieuwe technologische mogelijkheden uit te werken en te integreren in hun dienstenaanbod. Ze krijgen meteen toegang tot zes belangrijke ondernemingen zodat ze dat grondig kunnen aanpakken.
We willen zoveel mogelijk concrete antwoorden bieden op de uitdagingen van de bedrijfswereld
En aan de kant van Flanders Make is dit een gedroomde kans om onze inspanningen op het vlak van onderzoeksprojecten nog doeltreffender om te zetten in resultaatgerichte toepassingen bij bedrijven. We willen zoveel mogelijk concrete antwoorden bieden op de uitdagingen van de bedrijfswereld. Zo versterken we de Vlaamse maakindustrie en creëren we werkende waardeketens: we brengen verschillende partijen samen die elkaar versterken, niet alleen voor de duur van het project maar ook daarna. Het programma zal daardoor een blijvend effect hebben in de markt.”
De typische benadering van Flanders Make als bruggenbouwer tussen de onderzoeks- en bedrijfswereld komt hier als geroepen. “Wij bouwen in feite constant ecosystemen waarin partners en bedrijven heel doelgericht samenwerken”, zegt Filip De Coninck. “Het laat toe om sneller en beter tot goede resultaten te komen, wat essentieel is voor de toekomst van onze maakindustrie, die wereldwijd zeer competitief is.”
Van eilandautomatisering naar end-to-end
De voorbije jaren hebben veel bedrijven al volop geïnvesteerd in digitalisering, maar meestal concentreren ze zich daarbij telkens op één aspect van hun bedrijfsvoering. Zo blijven ze steken bij ‘eilandautomatisering’. Wanneer ondernemingen digitaliseringsprojecten op hun eentje aanpakken, vergt dat nu eenmaal een grote investering van tijd, mensen en middelen. Door samen te werken binnen een ecosysteem is er dankzij de schaalvoordelen veel meer mogelijk.
Filip De Coninck: “Het is natuurlijk veel efficiënter om alles tegelijk aan te pakken. Daarom spreken wij van ‘end-to-end digitalisering’, waarbij alle processen geconnecteerd en op elkaar afgestemd worden – van productontwerp tot productiecontrole en -sturing. Met ons nieuwe traject kunnen we die werkwijze nog beter inzetten als een hefboom voor de lokale markt.”
Technologie als hefboom
Hefboom is precies het goede woord, want voor Flanders Make is technologie in de eerste plaats een middel en geen doel op zich. “De vraag is vooral wat je ermee doet”, aldus Dirk Torfs. “Wij willen technologie en digitalisering gebruiken om oplossingen te creëren die efficiënt en doeltreffend zijn, en waarmee we uiteindelijk een hoger doel bereiken. We zetten publieke middelen in voor onderzoek dat vervolgens wordt omgezet in meerwaarde voor alle stakeholders en zelfs voor de hele maatschappij.”
Het nieuwe traject van onderzoek en ontwikkeling sluit dan ook perfect aan bij de doelstellingen van de Vlaamse en Europese overheden op het vlak van digitalisering, duurzaamheid en de transformatie van de economie. “Om al die verschillende niveaus aan te pakken moeten we zoeken naar antwoorden op veel verschillende maatschappelijke uitdagingen”, verklaart Dirk Torfs. “Wat betreft duurzaamheid gaat het bijvoorbeeld over het gebruik van materialen en grondstoffen, efficiënt produceren, innovatie en de circulaire economie. De strategie van Flanders Make sluit hier perfect bij aan.”
Voor Flanders Make is technologie in de eerste plaats een middel en geen doel op zich
Werkbaar werk
In dat bredere plaatje hoort natuurlijk ook de mens, die wordt meegetrokken in de digitalisering. “In de bedrijfswereld is het daarom essentieel dat organisaties die hun processen digitaliseren ook inzetten op ‘werkbaar werk’, het ontwikkelen van digitale vaardigheden en de ondersteuning van hun medewerkers”, zegt Filip De Coninck.
“Digitalisering van zware of routineuze taken maakt de jobs in de maakindustrie veiliger, boeiender en fysiek langer vol te houden – ook belangrijk in het kader van de opschuivende pensioenleeftijd. Technologie kan bovendien een zeer ondersteunende rol spelen, ook in maatwerkbedrijven, bijvoorbeeld met digitale werkinstructies. Je verhoogt de productiekwaliteit en tegelijk de werkvoldoening, en je maakt mensen sneller en breder inzetbaar.”
Projecten met impact
De missie van Flanders Make gaat daarom veel breder dan het puur technologische. Dirk Torfs: “We willen bedrijven op weg zetten en ervoor zorgen dat ze hun competitiviteit in ruime zin verbeteren. Dat doen we door technologie te gebruiken voor innovatie en voor het invullen van maatschappelijke doelstellingen. In die zin is ook ons acceleratorprogramma maatschappelijk zeer relevant. Je moet nu eenmaal alle aspecten en interactieniveaus koppelen om een grote impact te creëren.”