Johan Tahon (Photo by Bart Van Leuven)
Waarom is kunst een growth driver voor je onderneming, eerder dan een luxe? Sereni, dat sinds 2016 één van de grotere spelers is geworden op de Belgische uitvaartmarkt, schrijft zijn groei toe aan de focus op het inhoudelijke verhaal. Het integreren van kunst maakt daar een essentieel onderdeel van uit. “Ondernemerschap en kunst liggen eigenlijk niet zo ver uit elkaar”, zegt Bram Coussement van Sereni.
Hoe kunnen we ruimte maken voor rouw in onze samenleving? Rond die vraag heeft Sereni, dat intussen meer dan 35 Belgische uitvaartondernemingen telt, een snelgroeiende business gebouwd. “Rouwen om iemand die overleden is, gaat verder dan het moment van de uitvaart zelf”, zegt Bram Coussement. “En je hebt er uiteraard meer voor nodig dan een paar dagen rouwverlof.” Sereni merkt vandaag nog steeds een grote kloof tussen de manier waarop we als samenleving met rouw omgaan, en het emotionele, trage, proces dat het voor elk individu is.
Atypische groeistrategie
Sereni koos radicaal voor een atypische strategie om de kloof te dichten: investeren in kunst en cultuur. Zo is er de voorstelling ONTroerd, met componist Dirk Brossé en acteur Dirk Van Vaerenbergh, “over geboorte en dood, en het leven daartussen”. En er is het tentoonstellingsproject Nirvana met beeldend kunstenaar Johan Tahon, die in verschillende uitvaartcentra telkens een collega kunstenaar uitnodigt om een expo te maken over nieuwe rituelen en afscheid nemen.
Kunst als katalysator
De eerste tentoonstelling gaat momenteel door in uitvaartcentrum Leiekant (Marke). Het is een samenspel van Tahons sculpturen en de etherische schilderijen van Stefan Peters. “De werken bieden mensen de kans om hun eigen complexe veelheid aan emoties te erkennen ”, legt Coussement uit.
“Het is een belangrijke stap in het rouwproces. En toch is het voor de meesten van ons heel moeilijk om die complexiteit onder woorden te brengen. De sculpturen van Johan zijn een krachtige katalysator voor emoties en verwerking. Ze brengen warmte en menselijkheid. Ze bieden troost. En dat alles los van religie of achtergrond.”
De sculpturen van Johan zijn een krachtige katalysator voor emoties en verwerking
De kunst van het afscheid nemen
Sereni plant de komende jaren een aantal van deze tentoonstellingen, en het koopt ook regelmatig werken aan zodat die een permanente plek krijgen in hun rouwruimtes. “De kracht van kunst valt niet te onderschatten”, legt Johan Tahon uit. “Sinds mensenheugenis vormt het een belangrijk onderdeel van afscheidsrituelen en rouw.”
“Het is ook geen toeval dat religies doorheen de geschiedenis altijd veel belang hebben gehecht aan het incorporeren van kunst. Kijk maar naar onze kerken. Veel rouwcentra zijn vandaag vrij neutraal - lees: kaal - en dat is heel jammer. De ruimtes die Sereni creëert, zijn vaak architecturale pareltjes, waar letterlijk een gevoel veel ruimte leeft. De volgende stap is om emoties een plaats te geven in die ruimtes. Als een manier om mensen te helpen om individueel en collectief afscheid te nemen, en de overgang een plaats te geven.”
De kunst van het delen
Wat we vaak vergeten, stelt Coussement, is het collectieve gegeven van zo’n afscheid en verwerking. “Tijdens de coronaperiode konden mensen enkel in heel beperkte kring afscheid nemen”, zegt hij. “En dat heeft een diepe impact gehad. We onderschatten hoe belangrijk het ook voor een collega van de overledene kan zijn om bij het overgangsritueel aanwezig te zijn. En wat de helende kracht is van de gedeelde ervaring en het gedeelde verdriet.”
We onderschatten wat de helende kracht is van de gedeelde ervaring en het gedeelde verdriet kan zijn
“In zo’n ruimte tijdens een begrafenis voel je de emoties en de energie letterlijk golven. Ook mensen die de overledene niet zo goed kenden, beginnen te huilen. Anderen die heel dichtbij bij de overledene stonden, lijken wel als bevroren. Voor al die honderden en duizenden mensen die jaarlijks in die ruimtes afscheid nemen, met elk hun individuele beleving, kan kunst een katalysator zijn.”
Passie en de dood
Het idee voor Nirvana groeide uit de vele gesprekken die Coussement en Tahon voerden over de dood, overgangsrituelen, rouw en spiritualiteit. Passie typeert beide mannen. Ondernemer en kunstenaar. “Eigenlijk verschillen een ondernemer en een kunstenaar niet zo heel erg van elkaar”, zegt Coussement. “Beiden creëren. En beiden doen dat met passie. Bij Sereni creëren we ruimte en bewustzijn over afscheid nemen en rouw. Johan maakt sculpturen die ruimte scheppen voor emoties en verwerking.”
Eigenlijk verschillen een ondernemer en een kunstenaar niet zo heel erg van elkaar. Beiden creëren. En beiden doen dat met passie
“Bij beide is passie de grote onderliggende kracht. En ik merk elke dag weer hoe sterk die kracht tot uiting komt als je het die tot kern maakt van je bedrijf. Een aantal jaar geleden, toen ze me voor het eerst vroegen om Sereni te leiden, zag ik het niet zitten. Ik wilde afscheid en rouw liever verder weghouden. Nu vind ik niets mooiers dan het gesprek op gang brengen. Voor mij persoonlijk is het fantastisch om met inhoud te werken, en dat de kern van de onderneming te maken. Om het verhaal te laten stromen, niet enkel door de slagaders, maar door de haarvaten van de onderneming.”
De kracht van het verhaal
“Het is heel fijn om met een onderneming als Sereni samen te werken”, zegt ook Tahon. “Ze hebben een missie, en die laten ze inwerken op alle vlakken. Zo hebben we voor de tentoonstelling in Leiekant ook een kleine sculptuur geplaatst in de kamer waar de lijken worden gewassen. Dat is een heel steriele ruimte, met gepolijste oppervlakken en veel metaal. Het object brengt menselijkheid binnen. Het is aardwerk dat letterlijk ook aardt, dat warmte geeft. Ik vertel dit omdat het aantoont hoe ernstig Sereni zijn missie neemt, en hoe groot de wisselwerking tussen onderneming en kunst kan zijn.”
Middelpuntvliedende kracht
Het vasthouden aan het inhoudelijke is de reden waarom Sereni blijft groeien, gelooft Coussement. “We merken dat mensen aangetrokken worden door onze missie, door wat we aan het doen zijn”, vertelt hij.
“Of het nu architecten zijn, of grafisch vormgevers, of kunstenaars, mensen vinden hun weg naar ons met de vraag of ze kunnen meewerken en mee bouwen. Dat is een prachtig neveneffect van wat we de voorbije jaren zijn gestart, en de komende jaren verder willen uitbreiden.”