Go, go, go. We blijven maar gaan, geen tijd om even stil te staan bij wie we zijn, wat we doen of voelen. We maken plannen voor later, maar vergeten al eens het hier en nu. Heel wat mensen vliegen de dagen en weken door in deze rush van het leven, niet in het minst de ondernemers onder ons bij wie de ‘aan’-knop nooit uit staat. Begrijpelijk, zeker nu we stilaan uit de COVID-19-put kruipen en onze bedrijven weer kunnen floreren. Maar af en toe eens stilstaan bij het leven en zelfs het einde ervan, is niet slecht, vindt componist Dirk Brossé. Samen met de uitvaartkoepel Sereni en acteur Dirk Van Vaerenbergh heeft hij er zelfs een voorstelling over gemaakt. “Als je goed beseft dat de dood in je rugzak zit, ga je heel anders leven.”

Dirk Brossé kijkt naar de wereld waarin we vandaag leven en slaakt een bijna onhoorbare zucht. “We leven in een prestatiegerichte maatschappij hé”, zegt hij. Een maatschappij waar we een schuldgevoel moeten krijgen als we eens een namiddag niets gedaan hebben. Als we eens een dag niets gepresteerd hebben. Als we als ondernemers twee weken vakantie nemen, in plaats van één of een extra sluitingsdag vastleggen. “Dus we doen maar, we blijven maar doorgaan”, aldus Brossé.

We zijn de voeling met de echte wereld, met het leven aan het verliezen, vindt de componist. Hij wijst daarvoor ook even met de vinger naar de sociale media. “Uiteraard hebben die ervoor gezorgd dat ons leven nog jachtiger en meer oppervlakkig wordt. De bedrijven die dit hebben ontwikkeld, hebben voor ons een soort kunstmatige wereld gecreëerd, waar virtuele ‘likes’ bijna belangrijker zijn geworden dan wat er in het echte leven gebeurt. We staan niet meer stil bij wat de definitie van leven nu eigenlijk is. En we denken ook niet na over de dood. Als we daarmee geconfronteerd worden, dan weten we niet wat gedaan.”

We staan niet meer stil bij wat de definitie van leven nu eigenlijk is. En we denken ook niet na over de dood. Als we daarmee geconfronteerd worden, dan weten we niet wat gedaan

Zoon van begrafenisondernemers

Waarmee Dirk Brossé vooral niet wil pleiten dat we de dood nu allemaal maar normaal moeten vinden. “Het is altijd keihard als je ermee te maken krijgt. Het komt altijd onverwacht, zelfs als iemand al lang ziek is. Ik ben de zoon van begrafenisondernemers. Bij ons werd er dus veel gepraat over de dood, ik heb het ook veel gezien; dat wordt iets heel gewoon. Tot de dood aan je eigen deur klopt. Tot iemand je komt zeggen dat je eigen dierbare gestorven is. Dan denk je ‘shit, dit is niet gewoon, dit is niet normaal’.”

Wat niet wegneemt dat Brossé vindt dat we er wel wat meer mogen bij stilstaan. “Als opgroeien rond de dood iets gedaan heeft met ons gezin, dan is het wel dat we geleerd hebben te leven alsof het onze laatste dag is. Want als we geluk hebben, worden we allemaal 100 jaar oud. Maar als je zonder te kijken de straat oversteekt, kan het op je twintigste al gedaan zijn. Dan kan je maar beter twintig jaar écht geleefd hebben, vind ik.”

Samenspel van muziek en woord

Je kijkt op een andere manier naar de dingen als je beseft dat de dood in je rugzak zit, voegt Brossé er nog aan toe. En het is precies dat besef dat de componist samen met acteur Dirk Van Vaerenbergh wil losweken bij mensen met ONTRoerd. “We hebben een muziektheater gecreëerd waarbij woord en muziek elkaar versterkt, soms verlengt, soms uitdaagt. Woord en muziek gaan met elkaar in conversatie en af en toe zelfs in conflict”, legt Brossé het uit.

Of zo’n voorstelling over de dood niet zou gekund hebben met alleen maar muziek of alleen maar tekst? “Oh jawel hoor. Het was aanvankelijk zelfs de bedoeling om een gewoon concert te doen. Maar toen kwam COVID en dacht ik ‘misschien is dit eens het moment om het toch over een andere boeg te gooien’. Tabula rasa- gewijs heb ik het idee van het concert van tafel geveegd en heb ik het woord erbij betrokken”, zegt Brossé. “Het zou een mooi concert geweest zijn. En als het alleen met woord zou geweest zijn, zou dat ook een mooi theater geweest zijn. Maar weet je, sommige dingen zijn niet met woorden uit te leggen. Onze taal is erg geavanceerd en we begrijpen mekaar goed, maar niet iedereen interpreteert ze altijd hetzelfde. Het hangt af van iemands intonatie, of van iemands cultuur, ervaringen, hoe ze een bepaald woord ontvangen. Muziek is universeler, het is minder vatbaar voor interpretatie.”

De volatiliteit en vluchtigheid van het leven

Waar de literatuur geen woorden meer heeft, neemt de muziek over, verwoordt de componist het poëtisch. Het is precies via dat samenspel dat Brossé, Van Vaerenbergh en Sereni de dood uit de taboesfeer willen halen. Niet door iedereen de harde waarheid te serveren en in tranen met tuiten naar buiten te laten gaan — “Het is de bedoeling dat mensen met een goed gevoel achterblijven” —, wel door de dood niet alleen te bekijken vanuit het perspectief van de mens. “Als we aan de dood denken, dan denken we aan de dood van een mens. Maar net zoals er veel vormen van leven zijn, zijn er ook veel vormen van doodgaan.”

Sterren sterven, geeft Brossé als voorbeeld. “Een heel sterrenstelsel kan vergaan. Dat is ook een dood. Een andere dan die van de mens, maar evengoed een dood. Door het onderwerp los te trekken van het menselijke en het breder te bekijken, geven we ruimte voor context. We geven een breder kader van het onderwerp, zodat het niet een hele voorstelling lang een confrontatie is met de dood zoals wij die kennen. ONTRoerd zal mensen wel aan het denken zetten, het zal hen bewustmaken van de volatiliteit en vluchtigheid van het leven.”

We geven een breder kader van het onderwerp, zodat het niet een hele voorstelling lang een confrontatie is met de dood zoals wij die kennen. ONTRoerd zal mensen wel aan het denken zetten, het zal hen bewustmaken van de volatiliteit en vluchtigheid van het leven

‘Verdorie, ik ben blij dat ik leef’; dat zou Brossé mensen graag horen zeggen na de voorstelling. “We willen zeker mensen niet opleggen hoe ze moeten denken over het leven en de dood. Als een ondernemer na de voorstelling nog steeds graag dag en nacht in zijn zaak staat, waarom niet? Het is niet aan mij om iemand anders te dicteren hoe ze moeten leven. Ik kan alleen vanuit mijn eigen ervaring meegeven dat het toch niet oninteressant is om af en toe stil te staan bij de idee dat we ook sterfelijk zijn, dat er ooit een einde komt aan ons verhaal — en welk verhaal wil je dan verteld hebben?”

Het zit in de mens

Volgens Brossé is het goed dat een organisatie als Sereni cultuur betrekt bij wat ze doen. “Het is een koepel van begrafenisondernemers, maar het blijft een bedrijf hé. Ze hadden ook gewoon hun ding kunnen blijven doen. Maar bij Sereni zijn ze anders, het is een bedrijf met het hart op de juiste plaats. Ze begeleiden dagelijks mensen in een rouwproces, maar zien ook dat we als maatschappij niet voorbereid zijn op dat proces. Sereni wil via muziek, woord en beeld ons daar wél op voorbereiden.”

Niet door het te verbloemen met een streepje muziek of een poëtische tekst, maar net door op die manier de waarheid te brengen. “Ik denk dat we daar als mens alleen maar baat bij hebben. Het zit in ons om altijd maar vooruit te denken, om altijd maar verder te streven. We zijn ondernemend, we zijn doeners, sommigen onder ons zijn zelfs leiders en trekkers. Dat krijg je er niet uit; de homo sapiens vindt altijd wel een manier om bezig te blijven. Maar tussen al dat bezig zijn door, laten we ook eens niet bezig zijn en gewoon denken”, klinkt het bij de componist. Hij glimlacht en gooit nog een idee in de groep: “Misschien moeten we mensen betalen om een jaar eens gewoon na te denken over het leven en alles?”


(Portret Dirk Brossé door Wouter Maeckelberghe)