Hélène de Troostembergh (©David Plas)
Een goedbetaalde job bij Danone opgeven, om met een eigen start-up het klassieke bouwproces zoals we dat vandaag kennen heruit te vinden. Dan moet je al heel zeker zijn van je zaak. Voor millennial Hélène de Troostembergh, de 33-jarige CEO van BuildUp, was de keuze snel gemaakt. Ze hoopt een revolutie in de vastgeroeste bouwindustrie te ontketenen met offsite bouwen, een baanbrekende plug & play-methode, met biobased materialen, die circulair en zelfs CO2 negatief is. “Een volwaardige energieneutrale woning bouw je zo in één dag.”
De bouwsector staat al sinds de kredietcrisis onder druk, de marges zijn minimaal. Daarbij komt nu ook een knoert van een materialen- en energiecrisis en een lichtjes ontsporende inflatie. De hele waardeketen van het systeem staat onder druk. “Dat leidt tot hogere bouwkosten en onvermijdelijk tot minder kwaliteit”, zegt Hélène de Troostembergh, de 33-jarige CEO van BuildUp, een jonge bouwbedrijf uit Aarschot dat is gespecialiseerd in offsite bouwen en 90 werknemers - waaronder heel wat ingenieur-architecten - op de payroll heeft staan.
Plug & play
“We moeten dus naar een heel ander model. Wat wij doen, offsite bouwen, is niet nieuw. Maar de grote massa moet nog volgen”, legt ze uit. “De bouwsector is dus traditioneel, maar zorgt wel voor 40% van de CO2-uitstoot in Europa. Samen met de economische uitdaging en de marges zien we de komende transitie als een opportuniteit om het veel beter te gaan doen.”
Om op grote schaal offsite te kunnen bouwen, investeerde BuildUp daarom in een 8.000m² grote fabriekshal in Aarschot. “We bouwen onze woningen geautomatiseerd in de fabriek”, verduidelijkt de CEO. “Op de werf moet je enkel nog assembleren, volgens het plug & play-principe in elkaar klikken. Normaal gezien moet dat op één dag lukken. En het eindresultaat ziet er uit als elke andere woning.”
Wat wij doen, offsite bouwen, is niet nieuw. Maar de grote massa moet nog volgen
Weg met de bouwwerf dus, maar of ‘prefab’ een geschikte term was, daar heeft ze over getwijfeld. “De reflex bij architecten en aannemers is dat ze daar niet mee aan de slag willen. Prefab is een begrip dat stamt uit de woningnood na de tweede wereldoorlog”, legt Hélène de Troostembergh uit. “Maar de technologie is sterk geëvolueerd en biedt totale architecturale vrijheid, dus ontwerpen we inderdaad prefabwoningen op maat van de smaak van klant. En bovendien volledig energieneutraal!”
Elk huis een digital twin
Data zijn daarbij de backbone vanaf het vroege ontwerpproces. “We gebruiken een digital twin - een digitale kopie van de woning die geldt als een complete digitale ID kaart”, zegt de CEO van BuildUp. “Die schakelt het risico op faalkost compleet uit, wat in de traditionele bouw heel hoog ligt. Een digital twin kan de woning monitoren op het vlak van slijtage en energieverbruik. Maar met data is nog veel meer mogelijk, zoals urban mining waarvan we - net als van circulair bouwen - weten dat het de toekomst is”, vervolgt Hélène de Troostembergh. “We investeren daarom sterk in Building Information Modelling, kortweg BIM.”
BIM wordt vaak enkel gebruikt als samenwerkingstool tussen aannemer en architect. “Maar wij gebruiken het om klimaatneutraal te ontwerpen via carbon design optimisation. Dat wil zeggen: de beste materiaalkeuzes maken voor elke fase van de levenscyclus van een gebouw. Bij ons zijn dat materialen die minstens 85% biobased zijn. BIM kan je ook linken aan GIS-data voor een link met de woonomgeving, bijvoorbeeld rond warmtebehoefte en de oriëntatie voor zonnepanelen. Voor preventief en predictief onderhoud is het ook nuttig. Dankzij dat holistische digitale ontwerpproces kunnen we ontwerpen met levenslange garantie.”
Zoeken naar het juiste businessmodel
Hélène de Troostembergh werd een beetje per ongeluk circulair ondernemer, zegt ze. “Na mijn studies handelswetenschappen wou ik zo snel mogelijk ervaring opdoen. Veel medestudenten kozen voor een bedrijf uit de big five, ‘s werelds grootste bedrijfsadviesbureaus, ik ging bij Danone aan de slag. Een bedrijf met een hele mooie purpose, maar ik was eigenlijk yoghurt aan het maken, bedacht ik me. De inertie van de organisatie speelde me er ook parten.”
Via de familie en staalframebouw waarin haar broer al actief was, zag ze een uitweg. BuildUp begon in 2016 als een staalskeletbouwbedrijf onder de naam beSteel. “Onze incubatorperiode’, noemt De Troostembergh het. “Sinds vorig jaar bestaan we als BuildUp. Dat we zo konden opstarten, verminderde ons startersrisico natuurlijk enorm. Maar de vraag waarom ik deed wat ik deed, werd sterker, ook tijdens onze start. Dat vertaalde zich uiteindelijk in onze missie: decarbonisering gebaseerd op nieuwbouw en renovatie, onze twee pijlers. Dat je daar geen nonprofit voor hoeft zijn, is meegenomen voor mijzelf en mijn aandeelhouders (lacht).”
Eigenlijk vind ik ons nog wel een start-up, ook al draaien we intussen 6 miljoen euro omzet
Een partnerschap met het bouwbedrijf Vanhout, onderdeel van de kapitaalkrachtige Besix Group, zorgt sinds kort mee voor een comfortabele cashflow. “Tegelijk vind ik ons nog wel een start-up, ook al draaien we intussen 6 miljoen euro omzet”, zegt ze bedachtzaam. “Een start-up is voor mij ook: een businessmodel dat nog niet op punt staat.”
De verleiding van ongebreidelde groei
“Want we weten dat we de build environment koolstofvrij willen maken, maar hoe is mij nog niet duidelijk”, vervolgt ze. “Welk financieel model we gaan hanteren? We hebben al grote contracten binnengehaald, bijvoorbeeld voor het renoveren van 160 sociale woningen in Noord-Frankrijk, maar onze kostenstructuur is nog niet optimaal.”
We hebben al grote contracten binnengehaald, bijvoorbeeld voor het renoveren van 160 sociale woningen in Noord-Frankrijk, maar onze kostenstructuur is nog niet optimaal
“In Europa moeten 43 miljoen gebouwen gerenoveerd worden, maar wie gaat dat uiteindelijk betalen? Zullen we indirect afhankelijk blijven van Europese subsidies voor de overheden met wie we onze contracten afsluiten? De transitiekost naar energieneutraliteit wordt nu grotendeels gedragen door de maatschappij, maar we zoeken naar manieren om daar een economisch rendabel verhaal van te maken. Kijk maar naar zonnepanelen, die leveren nu ook zélf energie op.”
Street credibility verwerven bij projectontwikkelaars en overheidstechnocraten, vaak universa van vijftigjarige ingenieur-architecten, lijkt niet vanzelfsprekend. “Dat heb jij gezegd”, lacht de 33-jarige CEO. “Waar ik vooral tegen aanbots, is mijn idealisme versus allerlei winstverwachtingen. Waar trek je voor jezelf de grens tussen economische groei binnen je duurzame model? Ik las bijvoorbeeld over noodwoningen die er moesten komen voor gevluchte Oekraïners. Het leek me een ideale gelegenheid voor ons om daar volwaardige woningen plaatsen. Ik stelde het voor aan ministers Diependaele en Jambon. Een paar weken later zag ik containers uit polyurethaan verwarmd op gas (lachje).”
Er is nog een weg te gaan, zucht de Troostembergh. “Gelukkig spreken we afgestudeerden aan die een job met purpose willen. Dat is echt iets van onze generatie die heel gevoelig is voor de klimaatuitdaging, maar ook voor work-life balance, projecten met impact en autonomie,… Met onze bedrijfscultuur maken we zéker ook een verschil binnen de bouwwereld, al neemt dat wat tijd in beslag.”
Circulariteit: Frankrijk gidsland
Hoe snel circulariteit in buurland Frankrijk voet aan de grond krijgt, vindt ze super interessant, zegt Hélène de Troostembergh die zelf van huis uit Franstalig is. “De Franse politiek heeft drastische beslissingen genomen die de circulaire economie en koolstofneutrale bouw bevorderen. President Macron heeft de energietransitie gelinkt aan herindustrialisatie. Offsite bouwen is er echt groot en wordt gestimuleerd, er is een verplichting om tegen 2032 alle gebouwen minsten een C-energielabel te geven. Dat houdt in dat er miljoenen gebouwen gerenoveerd moeten worden, mét biobased materialen.”
Investeerders zijn risico-avers, terwijl wij denken in opportuniteiten
BuildUp verwierf razendsnel een plekje op de stroeve Franse markt. Niet zo evident, voor een jong Belgisch bedrijf. “Gewoon doen en niet teveel aan de risico’s denken”, zegt Hélène de Troostembergh daarover. “Investeerders zijn risico-avers, terwijl wij denken in opportuniteiten. Dé voorwaarde om te groeien, anders had ik dat project in Frankrijk nooit aangedurfd. Maar kijk, we hebben onze omzet er in één klap mee verdriedubbeld.”
“Nu zijn we een Europese pionier in de energetische renovatie en Frankrijk blijft onze grootste markt. Daar pakken ze de dingen aan, terwijl wij in België teveel blijven analyseren. We bouwden een prototype van een demonteerbare circulaire woning op de campus van de UGent. Een open lab programma met heel veel academische partners in een consortium. Dat duurde me - alweer - allemaal een beetje te lang, dus zijn we op eigen houtje begonnen aan een tweede versie. Snap je wat ik bedoel?”